[bronnen: The Jataka or Stories of the Buddha’s Former Births, translated from the Pali by various hands, under the editorschip of Professor E.B. Cowell, Vol. V, translated by H.T. Francis, Cambridge, 1905; The Jataka of Stories or the Buddha’s Former Births, translated from the Pali by various hands, under the editorschip of Professor E.B. Cowell, Vol. VI, translated by E.B Cowell and W.H.D Rouse, Cambridge, 1907]
Ik kwam dit tegen en het leek me goed dit hier nog toe te voegen aan deze draad.
Fragmenten uit Jataka, het tiende deel van Khuddha Nikaya. Ik vond de verzen lastig te vertalen en heb de Engelse versie er bij geleverd zodat jullie de vertaling kunnen beoordelen.
Jataka 528 MahaBodhi -Jataka
Fragment
(...)
“Welnu, de koning had vijf raadgevers die hem zijn tijdelijke en spirituele plichten onderwezen. Eén van hen ontkende het bestaan van Oorzaak (kamma). Een ander geloofde dat alles de activiteit was van een Opperwezen. Een derde hing het geloof aan van eerdere daden. Een vierde geloofde in vernietiging bij de dood. Een vijfde koesterde de Kshatriya leer. Hij die de Oorzaak ontkende, onderwees de mensen dat wezens worden gezuiverd door wedergeboorte. Hij die geloofde in de activiteit van een Opperwezen onderwees dat de wereld door hem werd geschapen. Hij die geloofde in de consequenties van eerdere daden, onderwees dat leed of vreugde dat de mens hier overkomt, het gevolg is van een bepaalde eerdere daad. De gelover in vernietiging onderwees dat niemand hiervandaan naar een andere wereld overgaat, maar dat deze wereld wordt vernietigd. Hij die het geloof aanhing van de Kshatriya leer onderwees dat men zijn eigen belang moet nastreven zelfs als de prijs is dat men zijn eigen ouders doodt” (...).
Deze visies worden kritisch belicht.
Over het Opperwezen wordt gezegd:
(...)
“Als er één of andere almachtige Heer bestaat om in
Elk wezen geluk of rampspoed te bewerkstelligen, en activiteit goed en slecht.
Die Heer is bezoedeld met zonde. De mens werkt slecht zijn wil uit.
(...)
(...)
“If there exists some Lord all powerful to fulfil
In every creature bliss or woe, and action good or ill.
That Lord is stained with sin. Man does but work his will”.
(...)
De context van dit fragment is vooral dat je met zo’n visie iemand niet echt verantwoordelijk kan houden voor diens daden. Ook wandaden, zoals stelen en liegen, zouden dan immers ingegeven zijn door de Heer.
Er zijn hoe dan ook wel mensen die wandaden begaan en zich daarbij bezield en gesteund voelen door de Heer. Er wordt nog altijd gesproken over Gods wil, bij rampen, moorden, mooie gebeurtenissen etc.
Een iets andere kritiek is te lezen in Jataka 543, Bhuridatta-Jataka
(...)
“Hij die ogen heeft, kan het onverkwikkelijke schouwspel zien
Waarom verbetert Brahma zijn schepselen niet?
Als zijn grote macht geen grenzen kent
Waarom strekt hij zijn hand dan zo zelden uit om te zegenen?
Waarom zijn zijn schepselen allemaal veroordeeld tot pijn?
Waarom geeft hij niet aan iedereen geluk?
Waarom heersen fraude, leugens en onwetendheid?
Waarom zegeviert het bedrog- falen waarheid en rechtvaardigheid?
Ik reken jouw Brahma onder de onrechtvaardigen,
Die een wereld maakten die geen bescherming biedt”.
(...)
(...)
"He who has eyes can see the sickening sight
Why does not Brahma set his creatures right ?
If his wide power no limits can restrain.
Why is his hand so rarely spread to bless ?
Why are his creatures all condemned to pain ?
Why does he not to all give happiness ?
Why do fraud, lies, and ignorance prevail?
Why triumphs falsehood,—truth and justice fail?
I count your Brahma one th' injust among,
Who made a world in which to shelter wrong”.
(...)
Ja, komt ook vaak terug in discussies over het bestaan van God of twijfels over diens almacht. Waarom, als de Heer ze oppermachtig is, staat hij zoveel kwaad toe? Waarom heeft hij zo’n wereld geschapen? Waarom zoveel pijn en ellende? Ach ja, ik weet wel dat er ook weer allerlei antwoorden op bestaan, uitgewerkte theologische leerstukken etc.
hartelijke groet,
Siebe