Hoe wordt angst overwonnen?Dit deel wordt in twee delen gepost
Deel A
Mindfulness van het lichaam"Wanneer mindfulness van het lichaam herhaaldelijk is beoefend, ontwikkeld, gecultiveerd, gebruikt als een voertuig, gebruikt als een basis, gevestigd, verstevigd, en goed ondernomen, kunnen er tien voordelen worden verwacht”. (MN119§32)
Eén van deze voordelen die wordt genoemd is: “iemand wordt een overwinnaar van angst en vrees, en angst en vrees overwinnen niet jezelf: men verwijlt zo dat men angst en vrees overwint wanneer het dan ook ontstaat.” (MN119§34)
Dit wordt trouwens genoemd als slechts één van de vele voordelen van het stevig vestigen van mindfulness van het lichaam.
Wat betekent 'het vestigen van mindfulness van het lichaam'? Zie dit topic:
http://www.boeddhaforum.nl/index.php/topic,1934.0.htmlWaar het in deze training om lijkt te gaan is (fragment uit MN119): “...als hij zo toegewijd, volijverig en vastberaden verwijlt, wordt afstand gedaan van diens herinneringen en intenties gebaseerd op het huishoudelijke leven; met het afstand doen er van wordt zijn geest intern stabiel, gekalmeerd, tot onverdeeldheid gebracht, geconcentreerd”.
De geest van ons is constant druk, bezet, versnipperd, vol met allerlei plannen, gedachten, beelden, intenties, herinneringen. Het springt van hot naar her. Het leren vestigen van mindfulness van het lichaam stabiliseert de geest, kalmeert de geest, maakt hem geconcentreerd. Kennelijk is het zo dat als je mindfulness van het lichaam (bijvoorbeeld de aandacht bij de adem) stevig vestigt, dan kan angst beteugeld worden. Ik weet niet of bedoeld wordt dat het angst echt kan ontwortelen. Dit lijkt me meer iets voor juiste visie, zoals onder het volgende kopje wordt besproken.
Het eindigen van identiteitsvisies (sakkaya ditthi)In het hoofdstuk over hoe angst ontstaat, werd aangegeven dat dit ontstaat door (verkeerde) identiteitsvisies, zoals: “ik ben het lichaam”, of “ik ben wat ik waarneem”, of “ik ben bewustzijn”, of “ik bezit een lichaam”, “ik heb gevoelens” etc. Er worden 20 van dit soort identiteitsvisies onderscheiden, 4 per khandha. Het is steeds een visie in relatie tot een khandha. De neiging om zulke visies te vormen zit als het ware ingebakken in de geest en heet in het Pali ‘sakkaya ditthi’. Volgens MN64 is deze neiging al latent aanwezig bij een zuigeling.
Deze neiging kan eindigen. Een stroom-intreder heeft bijvoorbeeld deze neiging niet meer. Wat gebeurt er als deze neiging verdwijnt? Hoe staat dit in relatie tot het verdwijnen van angst? De teksten geven dit zo weer:
“Hier, bhikkhu’s, beschouwt een edele leerling die de edelen bezoekt en bedreven en gedisciplineerd is in hun Dhamma, vorm (lichamelijkheid/rupa) niet [meer] als (zich)zelf of (zich)zelf als vorm bezittend, of vorm als in (zich)zelf of (zich)zelf als in vorm. Die vorm van hem verandert en wijzigt. Ondanks de verandering en wijziging van vorm wordt zijn bewustzijn niet in beslag genomen door die verandering van vorm. Geen onrust en constellaties van mentale staten geboren uit obsessie voor de verandering van vorm blijven zijn geest obsessief bezig houden. Omdat zijn geest niet geobsedeerd is, is hij niet bang, bezorgd of gespannen, en door niet hechten wordt hij niet onrustig”. Hetzelfde wordt beschreven voor de andere khandha’s. (SN22.7)
Dus, als je bijvoorbeeld het uiterlijk niet ziet als ‘dat ben ik’ of ‘mijn-uiterlijk’ en het uiterlijk verandert, wordt oud, rimpelig, grijze haren etc. dan reageer je heel anders op die veranderingen dan wanneer je hier mee geïdentificeerd bent. Dit geldt eigenlijk voor alles wat we via identiteitsvisie beschouwen als onszelf, als “Ik” of als “van-mij”. Als je ziek wordt maar je bent niet geïdentificeerd met die toestand, dan beleef je dit ontspannener dan wanneer je geen verschil ziet/ervaart tussen jezelf en die toestand van ziekte.
Eigenlijk kun je doorheen talrijke sutta’s de rode draad zien dat we niks kunnen vasthouden. We kunnen het ons niet echt toe-eigenen, ook al is de geest ertoe geneigd. Jeugdigheid, kracht, gezondheid, vitaliteit, aangename gevoelens, aangename mentale staten, mooie waarnemingen, etc. wanneer je dit allemaal aanziet voor “Ik” en “van-mij” dan wil je het niet kwijt. Dan beschouw je dit als je persoon, als jezelf, als je identiteit maar zulke zaken kun je niet bezitten, je bent het niet. Het is niet vast te houden. Het verandert, het wijzigt voortdurend. Het zijn zaken die voorwaardelijk ontstaan, even bestaan en weer eindigen.
Het willen vasthouden er van kan eigenlijk alleen maar uitmonden in onrust, bezorgdheid en angst.
Dus, werkelijk veiligheid, vrijheid van angst, kan gewoonweg nooit komen van vastklampen, van toe-eigenen, van hechten.
Als we dit echt realistisch inzien, zoals het is, zo geven sutta’s aan, raken we ontnuchterd. We zien de kansloosheid, als het ware, in van deze hele onderneming om veiligheid te creeeren voor onszelf (en anderen) door gehechtheid. We gaan meer en meer inzien dat het zelfs niet in ons eigen voordeel is.
Deze ontwikkeling richting ontnuchtering, zo geven de teksten aan, zal leiden tot minder begeerte, tot passieloosheid want je ziet meer en meer in dat al dat vastklampen eigenlijk zinloos is. Zo beweegt dit richting Nibbana, richting vrijheid van angst.
Het is mogelijk volledig vrij te worden van angst, welke angst dan ook, geven de sutta's aan maar dit kan niet komen van identificeren en vastklampen.
Het gedenken van de Drie JuwelenWanneer angst en schroom en verschrikking in jezelf ontstaan, dan moet je op dat moment zo aan me denken, zegt de Boeddha: ‘de Gezegende is een arahant, volmaakt verlicht, volmaakt in ware kennis en gedrag, gezegend, kenner van de wereld, onovertroffen leider van te temmen personen, leraar van deva’s en mensen, de Verlichte, de Gezegende’. Want wanneer je me zo herinnert, bhikkhu’s, wat voor soort angst of schroom of verschrikking je dan ook hebt, daar zal afstand van worden gedaan.
Als je de Boeddha zo niet kunt gedenken , dan dien je de Dhamma als volgt gedenken zegt de Boeddha: ‘De Dhamma is goed uiteengezet door de Gezegende, direct zichtbaar, ogenblikkelijk, je uitnodigend om te komen en te zien, toepasbaar, op persoonlijke wijze te ervaren door de wijzen’. Want wanneer je de Dhamma herinnert, bhikkhu’s, wat voor soort angst of schroom of verschrikking je dan ook hebt, daar zal afstand van worden gedaan.
“Als je de Dhamma zo niet kunt gedenken , dan dien je zo de Sangha te gedenken: ‘De Sangha van de leerlingen van de Gezegende oefent op de goede wijze, oefent op de juiste manier; dat is, de vier paren van personen, de acht soorten individuen-deze Sangha van de leerlingen van de Gezegende is giften waard, gastvrijheid waard, offers waard, eerbiedwaardige verwelkoming waard, het ongeevenaarde veld van verdienste van de wereld’. Want wanneer je de Sangha gedenkt, bhikkhu’s, wat voor soort angst of schroom of verschrikking je dan ook hebt, daar zal afstand van worden gedaan. (SN11.3)
Dit besluit deel A van ‘Hoe wordt angst overwonnen?’
groet,