Daarom herhaal ik mijzelf nog maar eens. Er kan nooit 'iemand' verlicht zijn, je wórdt (zijnstoestand) verlicht.
Verlichting en 'iemand' gaat nooit samen. Omdat het licht pas schijnt als 'ik ben' er niet meer is. Juist omdat 'jij' het niet doet begrijp je het ten volle.
Het is niet zo dat het boeddhisme niet deugt, het is zo dat zolang je er nog mee bezig bent je het niet kan begrijpen.
...
Hoe anders is dat met onze medemens, daar reflecteren we maar wat graag op: jij deugt niet, jij hebt eigenwaan en vooral: ik oordeel jou.
Met oordelen, de maat nemen ontstaat het terug reflecteren. Dat is hoe onze wereld er uit ziet. 7 miljard mensen die als waanzinnigen op elkaar reflecteren. In helderheid zie je dat. Des te helderder je spiegel, des te meer je ziet. Dus veeg eerst het stof van je eigen spiegel voor je anderen de maat neemt. Omdat je anders nooit gaat zien.
Tijd om een paar zaken helder te krijgen, anders blijven we hier maar eindeloos in kringetjes draaien.
•
Er kan nooit iemand verlicht zijn, je wordt (zijnstoestand verlicht)Het is toch een beetje zinloos om hier steeds op terug te komen. Woorden worden gewoon in andere contexten anders gebruikt. Hier niet mee omkunnen getuigd van een weinig flexibele geest. Een flexibele geest is nodig, zeker als je je mosterd wilt halen bij verschillende tradities (verschillende manieren van verwoorden). Het is niet nodig als Theravadins bij Theravada blijven, Mahayanisten bij Mahahyana blijven, msystici bij mystiek blijven. In alle andere gevallen is het wel nodig.
Zelfs in Boeddhisme wordt er volgens andere contexten anders verwezen naar verlichting. En met enige flexibiliteit van geest wordt deze verschillende manieren niet als elkaar tegensprekend gezien.
In Dzogchen wordt er bijvoorbeeld verwoord dat iedereen al verlicht is, dus daar is geen enkele sprake van verlicht worden. Worden slaat in de taal meestal op iets dat nog moet komen of stilaan aan het komen is. In de context van zuivere citta dat al zuiver is sinds beginloze tijden, wordt er dus juist niet van worden gesproken, maar van ontdekken dat de citta al verlicht is. Maar dit ontdekken noemt men ontwaken, geen verlichting, ontwaken tot de ware natuur die al verlicht is. Wat ontdekt wordt dan is dat de citta al verlicht is, altijd al geweest is. Sommige, meestal niet-boeddhistsche, tradities zien dit als het eindstadium: verlichting. Maar Boeddhisme niet, noch zen, noch dzogchen, noch mahayana, noch theravada, noch de woud monikken, … hoewel er in elke categorie individuën zullen zijn, vooral leerlingen, maar soms leraren die niet verder kunnen kijken dan dit, die ook blijven steken in "het ontwaken is de verlichting".
Maar werkelijke boeddhistische verlichting staat maar voor het individu dat ontwaakt is tot zijn ware natuur (van geen blijvend individu, entiteit te zijn) en die dit inzicht volledig heeft belichaamd in het individu zijn, dat nog steeds verschijnt. M.a.w. een volledig uitgezuiverd individu.
Er kunnen andere benaderingen zijn, mystiek, taoisme, hindusisme, non-dualiteit die iets realiseren dat zij verlichting, bevrijding noemen, maar de boeddhistische realisatie van verlichting is in die optiek niet minder ver, maar gaat gewoon nog een stapje verder (en volgens mij zijn er zeker in mystiek, taoisme, hinduisme, non-dualiteit die dit ook doen).
Op een boeddhistisch forum als dees, denk ik dat het gepast is de boeddhistische verlichting, t.e.m. de volledige uitzuivering van het individu in de verf te zetten, en niet te laten bekladden door onauwkeurige interpretaties ervan die meer aansluiten bij andere benaderingen, die ook hun waarde hebben, maar geen boeddhisme meer zijn.
•
OordelenEr is een verschil tussen oordelen en vaststellen. Als ik zeg "jij hebt grijs haar", dan is dit gewoon een vaststelling. Het wordt een oordeel in de geest van iemand die het als een oordeel ervaart: "wat durft die wel te zeggen, dat ik ouder wordt of wat? Dat is toch geen respect. Hij zou eens naar zichzelf moeten kijken". Iemand die er geen probleem mee heeft zelf grijs haar te hebben, die het niet in zichzelf veroordeelt, oordeelt ook niet over het grijze haar van een ander. Iemand die moeite heeft met zijn eigen grijs haar en daardoor zijn eigen grijs haar niet wilt zien en dus overal dit grijs haar bij anderen ziet en dit gaat becommentariëren, dat heet projectie en dit is een oordeel.
Het oordeel schuilt dus niet altijd in de andere persoon, en zelfs al schuilt het daar, het wordt maar een oordeel als er iemand het oppikt als een oordeel, als er iemand zich aangevallen voelt (ik deug niet want ik heb eigenwaan) en dus in verdediging gaat.
Wat stel ik vast:
• "Het is niet zo dat het boeddhisme niet deugt, het is zo dat zolang je er nog mee bezig bent je het niet kan begrijpen.". Dit is eigenwaan, de waan het boeddhisme beter te begrijpen dan al die boeddhisten, al die meesters.
• "7 miljard mensen die als waanzinnigen op elkaar reflecteren.". Dit is eigenwaan, tenminste als je niet ziet dat je zelf ook waanzinnig op anderen zit te reflecteren:
• "De leer zet je dus aan tot oordelen en de maat nemen." is ten minste een reflectie.
• "Kennelijk ben je nog niet zo ver om te zien dat 'de wereld' zich spiegelt in jouw bewustzijn.". Het is een reflectie, het is oordelen en de maat nemen, en het is eigenwaan omdat het niet bij zichzelf gezien is, enkel bij de ander, en dus een niet willen zien van de eigen waan (projectie).
• "Kennelijk zijn die meesters waar jij naar verwijst minder 'verlicht' dan je denkt.". Het is een dubbel oordeel: nl. dat ik het verkeerd heb en dat de meesters het ook verkeerd hebben. Iemand kan zoiets maar beweren die zichzelf verlichter waant als al die meesters, inclusief de boeddha.
En zo kan ik wel nog even doorgaan…
Het is een vaststelling, meer niet, en ik til er ook niet aan, ik zou het je niet teruggeven, moest je niet blijven volhouden dat iedereen oordeelt, reflecteert behalve jij. En het wil ook niet zeggen dat je niet deugd, helemaal niet, dan zou ikzelf ook niet deugen, en dat gevoel heb ik helemaal niet. Ik wil gewoon eerlijk en open naar mezelf kijken.
Ik geef het je nu netjes terug, het is niet van mij, ik heb er niets mee. En dat kan je nu weer op jouw beurt gaan bekijken vanuit je stille getuige en te zien dat het er niet is, het is er niet in de stille getuige, dus wat is het probleem? Maar wel in de verschijning van puntje, en zolang dat er nog is in de verschijning van puntje, en de neigingen hiertoe niet met wortel en al uitgetrokken zijn, is puntje niet verlicht. Puntje wordt misschien verlicht ofoziets door het licht van stille getuige (ik zal het wel verkeerd begrijpen), maar klaarblijkelijk heeft dit weinig effect op puntje, die maar blijft reflecteren en oordelen, maar dit niet ziet bij zichzelf, enkel bij de ander.
De stille getuige is hierdoor niet beïnvloed, voor de stille getuige is er geen oordeel en geen oordelend puntje, maar het is wel puntje die komt getuigen van de stille getuige en zijn verhaal over "oordeel niet meer, reflecteer niet meer, zelfs geen klein beetje!", en dat is niet echt congruent. Welnu de Boeddha verwijst ons naar niet te blijven dwepen in gewaarzijn, in de vrijheid die daar gevoeld wordt, maar het effect van te kijken vanuit gewaarzijn te belichamen hier en nu. En dat is gewoon een stapje verder als de verlichting waar puntje graag aan vasthoudt.
Zo eenvoudig is het. En hoewel het als een oordeel overkomt, is het er geen, het is gewoon een vaststelling (zoals 'je hebt grijs haar'), iets wat Boeddha vastgesteld had, iets wat wij ook kunnen vaststellen, iets wat ik ook vaststel bij mezelf. En juist door er geen oordeel van te maken, door je er niet bedreigd door te voelen, kan je het zien, in alle openheid en eerlijkheid en dit zien kan iets doen, dat verregaande gevolgen heeft tot in de verschijningsvorm van het individu.
Dat is boeddhisme, het ligt je, of het ligt je niet. Als het je niet ligt, maak er dan gewoon niets anders van dat je wel beter ligt.
Het ga je goed!