Onwetendheid gaat er ook over,
dat we in verwarring leven omdat we
dat doen vanuit de verkeerde visie op
wie/wat we zijn.
Een hard ik, een solide zelf.
Inzicht ontwikkelen hierin
is daarom ook van belang.
En kan een goede insteek
voor beoefening zijn.
Middels vipassana bijvoorbeeld.
De Pali teksten leren dit over onwetendheid:
https://www.boeddhaforum.nl/index.php?topic=2566.msg19282#msg19282Ik zie het zo:
Onwetendheid of begoocheling komt op als diepere hartstochten opwellen in jezelf. Ze komen samen op:
-“met het ontstaan van de asava’s, ontstaat er onwetendheid. Met de beëindiging van de asava’s, eindigt onwetendheid.” (MN9§66)
-“En wat is de bron en de herkomst van de asava’s? Onwetendheid is hun bron en oorzaak …met de beëindiging van onwetendheid eindigen de asava’s.” (AN6.63)
Er is een wederkerige relatie.
Als bijvoorbeeld zintuiglijke verlangens in je opkomen (kama asava), dan komt samen met dat verlangen ook de verkeerde visie op dat het bevredigen of volgen van dat verlangen je goed zal doen. Let er maar op. Achter verlangens zit een visie, een belofte.
Die verlangens zijn alleen maar bij ons omdat we hun belofte geloofden.
Terwijl het juist lijden in standhoudt!
Dus op het moment dat zintuiglijk verlangen opkomt, raakt wijsheid verduisterd en maakt plaats voor begoocheling.
Asava verwijst ook naar gisting en dat gebeurt als asava's opkomen. Er gaat meteen iets gisten in je geest en je raakt bedwelmt door wat die hartstocht je belooft.
Onder invloed van dat verlangen en de belofte er van (welzijn/heil/geluk) gaat dan je denken, spreken en handelen een verkeerd pad op, het verkeerde achtvoudige pad.
Kortgezegd: de hartstocht naar zintuiglijk genot, naar bestaan en niet bestaan komt ook op samen met verkeerde visie en werkt verblindend. Het verdringt wijsheid. Het krijgt je denken, spreken en doen in de macht. En terwijl je die verlangens volgt, omdat je gelooft dat ze leiden tot welzijn, zit je middenin onwetendheid. Zit je op een verkeerd pad.
De Ik-notie (asmi mana) is zelf een gevolg van hechten. Als tanha verdwijnt en dus de stap tanha-upadana niet meer plaatsvindt in je geest, ontstaat er ook geen asmi mana meer. Iemand gebruikt dan nog wel conventionele termen als Ik en mijn maar dit is slechts om aan te sluiten bij wat gebruikelijk is. Asmi mana is er niet meer.
Er is in de wereld niks meer wat een Boeddha bekoort. Dat is diens vrede. Daarom is ie ook niet meer van de wereld. Want je bent van de wereld als iets/iemand je nog bekoort.
Het gestolde IKEen gestold-Ik of hard Ik is gewoon het bijgevolg van een geest met sterke hartstocht.
Door sterke hartstocht is er ook een sterke impuls tot hechten/grijpen. Stevig vastpakken. Dat is een hard ik.
En waarom is er zoveel hartstocht in die geest?
Door onwetendheid. Omdat die geest over eindeloos veel levens de belofte die samen met die hartstocht opkomt (van geluk, heil, welzijn) heeft gelooft.
Daarom heeft ie het telkens weer die hartstochten gevoed en gevolgd en is het zo sterk geworden.
Kortom, die geest heeft niet begrepen dat die hartstocht de oorzaak is van lijden.
Daarom, door onwetendheid lijdt die geest nu ook onder een hard-Ik.