Auteur Topic: Thema Denken  (gelezen 4583 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Thema Denken
« Gepost op: 25-05-2018 19:53 »
Thema Denken

Inleiding

Het leek me goed eens een Thema Denken te maken. Ik heb eerst relevante teksten uit (delen van) de Sutta-Pitaka verzameld en later geordend tot hoofdstukken. Dit wordt de komende dagen gepost. De geraadpleegde teksten worden vermeld in de volgende post.

Wat wordt in de Sutta-Pitaka over denken geschreven? Deze serie posten begint met wat inleidende beschouwingen over denken gebaseerd op de sutta’s. Vragen die behandeld worden zijn: Wat wordt er bedoeld met denken? Wat staat er in de sutta’s over de rol van denken? Is denken verkeerd?

Na deze inleidende beschouwen komt in het tweede deel het hoofdthema aan bod, namelijk, juist en onjuist denken. Dit wordt regelmatig besproken in de Sutta-Pitaka. Juist denken verwijst naar de tweede factor van het edele achtvoudige pad, samma sankappa, in Pali. In plaats van juist denken wordt dit ook wel vertaald als juiste intentie of juiste motivatie. Het komt neer op dat moment dat geest ergens doelbewust op gaat zinnen. Geest gaat bewust ergens aan denken, bijvoorbeeld om iemand pijn te gaan doen of iemand wat geld te geven o.i.d. Het kan iets moreels zijn, iets immoreels of iets neutraals. We kunnen dan zeggen dat er op dat moment een idee of gedachte opkomt. Onjuist denken verwijst naar onheilzame motivatie. Juist denken verwijst naar een heilzame motivatie. Dit juist denken en onjuist denken als tweede factor van het edele achtvoudige pad zit dus duidelijk in de sfeer van motivatie. Wat volgens de sutta’s juist en onjuist denken is, wordt besproken in het tweede deel van deze serie posten.

Om het edele achtvoudige pad tot ontwikkeling te brengen in onszelf, dit dagelijks te cultiveren, dienen we ook afstand te doen van onjuist denken en juist denken te ontwikkelen en cultiveren. Dit gaat niet vanzelf. Dit vergt bewuste inspanning. Belangrijk is natuurlijk eerst te weten wat juist en onjuist denken is (zie deel 2), en ook te weten wanneer dit aanwezig is. Dan kun je gepaste maatregelen nemen. Deze welbewuste inspanning om afstand te doen van onjuist denken en juist denken te ontwikkelen, is een aspect van de juiste ijver (samma vayama), de zesde factor van het edele achtvoudige pad. Er is dus een samenhang tussen (on)juist denken en juiste ijver. Dit wordt besproken in het derde deel.

Hoe doe je eigenlijk afstand van onjuist denken? Er worden in de sutta’s meerdere methoden besproken. Dit is onderwerp van deel 4.

In deel 5 zullen enkele tekstfragmenten worden gepresenteerd die de bron, oorzaak of ontstaansvoorwaarden van denken bespreken.

Ter afronding van dit Thema Denken wordt het besprokene nog eens kort samengevat.

Sutta’s en sutta fragmenten in deze serie zijn door mij vanuit het Engels vertaald.

Ik hoop dat jullie het leerzaam vinden. Commentaar is welkom uiteraard.

Alle goeds,
Siebe, mei 2018
« Laatst bewerkt op: 26-05-2018 12:26 door Sybe »

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken
« Reactie #1 Gepost op: 25-05-2018 19:56 »
Bronnen

Digha Nikaya: The Long Discourses of the Buddha, A translation of the Digha Nikaya by Maurice Walshe, 1996.
Majjhima Nikaya: The Middle Length Discourses of the Buddha, A new translation of the Majjhima Nikaya, original translation by Bhikkhu Nanamoli, translation edited and revised by Bhikkhu Bodhi, 1995.
Samyutta Nikaya: The Connected Discourses of the Buddha, A New Translation of the Samyutta Nikaya, Bhikkhu Bodhi, Volume I+II, 2000.
Anguttara Nikaya: The Numerical Discourses of the Buddha, A Translation of the Anguttara Nikaya by Bhikkhu Bodhi, 2012.
Dhammapada: www.sleuteltotinzicht.nl
Udana: A Translation With an Introduction & Notes by Thanissaro Bhikkhu, 2012;
Itivuttaka: This was said by the Buddha, A Translation by Thanissaro Bhikkhu, revised edition 2013;
Sutta Nipata: The Sutta Nipata, A Collection of Discourses Being One of the Canonical Books of The Buddhist, Translated from Pali by V. Fausböll, Oxford, 1881.

Gebruikte afkortingen

DN: Digha Nikaya         Sn: Sutta Nipata
MN: Majjhima Nikaya    Dhp: Dhammapada
SN: Samyutta Nikaya      Iti: Itivuttaka
AN: Anguttara Nikaya     Ud: Udana

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken
« Reactie #2 Gepost op: 26-05-2018 12:36 »
Deel 1, Inleidende beschouwingen over denken

Het leek me handig eerst wat inleidende beschouwingen over denken te presenteren. Deze zijn gebaseerd op de sutta’s. Bronnen worden tussen haakjes weergegeven.

Wat is denken?

Sutta’s maken onderscheid in juist en onjuist denken. Dit komt uitgebreid aan bod in het volgende deel. In de context van juist en onjuist denken verwijst denken naar motiverende gedachten. Je gaat er bijvoorbeeld aan denken om iets te stelen, of wellicht om iemand iets te geven. Het is het moment dat er in de geest een gedachte of idee opkomt dat een voornemen of intentie of plan uitdrukt. Juist en onjuist denken zit dus duidelijk in de sfeer van motivatie.

Er is ook een ander soort gedachteproces. Dit zijn meer ondersteunende, evaluerende of onderzoekende gedachten. Gedachten hoeven niet altijd motiverend van aard te zijn.
Stel bijvoorbeeld dat je gaat denken aan het eten van iets lekkers, een lekker ijsje. Dan is dat een motiverend soort denken. Het idee of de gedachte om van ijs te gaan genieten is ontstaan. Maar daarna zijn er ook allerlei gedachten die dat verder ondersteunen en begeleiden, zoals, ‘hoe bemachtig ik het’, ‘welke smaak neem ik’, ‘hoeveel bolletjes ijs neem ik’ etc.
Zulke begeleidende gedachten zijn ook belangrijk want ze kunnen een eventuele onheilzame of onjuist denken/motivatie ook verder versterken of voeden maar ze zouden het ook kunnen afzwakken en beëindigen. Stel bijvoorbeeld dat er bij jezelf de gedachte opkomt iemand pijn te doen, maar je hebt direct daarna gedachten over de nadelen van dit voornemen, dan zouden zulke evaluerende gedachten dat onjuist denken kunnen afkappen.

Belang van denken

Denken dat motiverend van aard is, is natuurlijk heel erg belangrijk. Het geeft voor een groot deel vorm aan ons bestaan. Hoe anders is immers de wereld van iemand die veel denkt aan anderen uitbuiten, mishandelen, pijn doen, en een wereld van iemand die denkt aan het welzijn van anderen? Hoe anders pakt hun persoonlijk bestaan uit, en hoe anders krijgt ook de wereld om hen heen vorm!
Vanwege dit belang leggen de sutta’s veel nadruk op juist denken en onjuist denken. Waar de geest naar uitgaat is ontzettend belangrijk. Het is vormgevend. Het is niet voor niets de tweede factor van het edele achtvoudige pad. Wat juist en onjuist denken precies inhoudt volgens de sutta’s komt in de volgende post aan bod.

Is denken verkeerd?

Denken als motiverend proces in de geest lijkt me vrijwel onvermijdelijk. Er ontwikkelen zich nou eenmaal gedurende een dag vele ideeen, plannen, voornemens. Vele malen per dag komt in de geest een gedachte op om dit of dat te gaan zeggen of  te gaan doen. Is dat verkeerd? Waar de sutta’s vooral de nadruk op lijken te leggen is dat onjuist denken verkeerd is. Maar juist denken, een juiste motivatie, dat wordt gezien als voordelig, verdienstelijk en leidt naar Nibbana. Dit komt aan bod in het volgende deel. Van onjuist denken moet afstand worden gedaan. Dit is de manier om het edele achtvoudige pad te ontwikkelen en cultiveren. We moeten ons welbewust en ijverig inspannen om afstand te doen van onjuist denken en juiste denken te ontwikkelen en dagelijks te cultiveren. Dit is onderwerp van deel 3.

Dus in die zin kun je op basis van de sutta’s niet zomaar zeggen dat denken op zich verkeerd is. Dat onjuist denken verkeerd is, dat is wel een veilige conclusie.

Maar er zijn wel relativerende dingen te zeggen. In het algemeen wordt voorstellen en verbeelden gezien als het domein van Mara. Het ketent de geest. We moeten wegblijven uit dat domein, er niet in verstrikt raken. (SN22.64). Het ontstaan van plannen, voornemens, denken aan iets, dat zit wel in die sfeer van voorstellen en verbeelden lijkt me.

Verder geven sutta’s aan dat naarmate iemand meer vertrouwd raakt met subtielere vredevolle staten (jhana’s), denken en gedachtevorming ook min of meer vanzelf wordt ervaren als grof, als een verstoring en als onvoordelig . (DN9§17, AN9.31, AN9.34, AN9.41)

Ook is teveel nadenken over de leer niet de manier om in de Dhamma te verwijlen. Dat vergt namelijk dat afzondering en sereniteit van geest niet wordt verwaarloosd. (AN.5.73) 

Teveel denken put ook het lichaam uit en in een uitgeput lichaam kan geest niet meer goed concentreren. (MN19§8)

Qua denken ligt het accent in de sutta’s op het afstand doen van onjuist denken en juist denken te ontwikkelen. Dit is verdienstelijk en de verdienste zal ons helpen een niveau van heiligheid te realiseren (stroom-intrede etc.). In de komende posten wordt uitvoerig ingegaan op juist en onjuist denken en hun voor-en nadelen volgens de sutta’s.
« Laatst bewerkt op: 26-05-2018 12:38 door Sybe »

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken
« Reactie #3 Gepost op: 27-05-2018 12:27 »
Deel 2, Juist denken en onjuist denken

Algemeen

Er is behoorlijk veel aandacht binnen de sutta’s voor juist en onjuist denken. Binnen het edele achtvoudige pad verwijst juist denken naar de tweede factor, samma sankappa, in Pali. Het edele achtvoudige pad dient ontwikkeld en gecultiveerd te worden om Nibbana te realiseren, dus ook het juiste denken.

Samma sankappa, de tweede factor van het edele Pad, wordt i.p.v. met juist denken ook wel vertaald als juiste motivatie of juiste intentie. Het kan ook ‘juiste gedachte’ genoemd worden. Het duidt het moment aan waarop de geest op iets gaat zinnen, van plan raakt te gaan zeggen of doen, voornemens wordt, aan iets gaat denken. Het kan op verschillende manier verwoord worden maar het gaat om hetzelfde.

Je krijgt bijvoorbeeld de indruk dat je onvoldoende respect krijgt en je gaat er aan denken (of er ontstaat de gedachte of het idee) dat je die persoon eens flink de les gaat lezen. Zoiets kan heel kort oplichten in de geest maar toch het verder gedrag bepalen.
Of je ziet iemand ijs eten en er ontstaat het idee/gedachte ‘daar heb ik ook zin in’. Of je dit moment in de geest nu denken (aan) noemt, het ontstaan van een gedachte of idee noemt,  intentie of voornemen noemt, bedoeld wordt hetzelfde. Het gaat hier om een gedachteproces in een sfeer van motivatie.

Juiste gedachte of juist denken ontstaat vanuit de eerste factor van het edele achtvoudige pad, namelijk vanuit juiste visie of begrip (DN18§27). Juiste visie wordt in DN22§21 uitgelegd als kennis van de vier edele waarheden. Als er juiste visie is, kan er ook juist denken ontstaan. Als er onjuiste visie is, ontstaat er ook onjuist denken.

Het verschil tussen ‘juist’ en ‘onjuist’ kan zo worden begrepen:
-Juist, d.w.z. heilzaam, bevorderlijk op het Pad, wijsheid bevorderend, niet nadelig voor jezelf of anderen, leidend naar Nibbana;
-Onjuist, het tegenovergestelde.

Deel 2A, Wat is onjuist denken?

Onjuist denken gaat over onjuiste of onheilzame motivatie.

Er worden drie soorten onderscheiden: Dit zijn gedachten van of doordrenkt met wellustigheid (kama sankappa); van of doordrenkt met vijandigheid of kwade wil (vyapada sanpkappa); van of doordrenkt met wreedheid (vihimsa sankappa). (DN33§1.10(5), Ud4.1, AN3.123, AN3.124, MN117§11)

Kama sankappa: je ziet iemand ijs eten en je krijgt er ook zin in. Je geest gaan uit naar die aangename sensaties. Je wilt dat ook beleven.  Er is een gedachte van wellustigheid of zintuiglijk verlangen ontstaan. Er is een gerichtheid op zintuiglijke bevrediging ontstaan.

Vyapada sankappa: Kwade wil heeft vooral te maken met het ontstaan van afkeer en nog sterker hatelijke gedachten. Het zit in de sfeer van echte vijandigheid, van het koesteren van echt kwade gedachten. Kwade wil manifesteert zich vaak als plannen worden gedwarsboomd.
Iets graag willen kan zo zomaar omslaan in werkelijk intense kwaadheid en vijandigheid als het wordt gedwarsboomd. Dat kan ook lang aanhouden als een wrok die maar bij je blijft.

Vihimsa sankappa: iemand kan een (vaak gewoontevolle) intentie krijgen om andere wezens, zoals andere mensen of dieren, te kwellen, pijn te doen, zonder enig berouw.
Dit kun je al bij kinderen zien. Het ene kind is zorgzaam en liefhebbend naar dieren bijvoorbeeld, en een ander wil het pijn doen of zelfs doden. Wanneer zo’n motivatie of manier van denken ontstaat die gericht is op kwellen, leed toebrengen, pijn doen, dan is er sprake van vihimsa sankappa. Sadistische neigingen vallen hier ook onder lijkt me.

Over het algemeen houdt kama sankappa en vihimsa sankappa niet zo lang aan, maar vijandige gedachten, kwade gedachten, wrok, dat kan lang aanhouden.

Deze drie soorten denken zijn onjuist en onheilzaam. We dienen ze te herkennen en er dient welbewust en ijverig  afstand van te worden gedaan. Daarover meer in deel 3. Nu eerst de nadelen van dit type denken of motivatie volgens de sutta’s.

Nadelen van de drie soorten onjuist denken

De drie onheilzame (ook wel ‘niet-vaardige) soorten denken produceren blindheid, gebrek aan visie, gebrek aan kennis, leiden tot de beëindiging van onderscheiding, ze trekken samen op met irritatie en zijn niet bevorderlijk voor bevrijding. (Iti§87)

De drie onjuiste manieren van denken leiden tot je eigen nadeel, andermans nadeel en het nadeel van beiden; ze blokkeren wijsheid, veroorzaken moeilijkheden en leiden niet naar Nibbana. (MN19)

De drie onheilzame gedachten zijn onvoordelig, niet relevant voor de basis van het heilige leven, ze leiden niet tot afkeren, tot passieloosheid, tot beëindiging, vrede, directe kennis, verlichting, niet tot Nibbana. (MN122§13, SN56.7) Men dient zulke gedachten niet te denken.

Er wordt gezegd dat als een monnik de drie soorten onjuist denken bezit (wellustige gedachten, kwade wil en leed veroorzaken) en bovendien niet-wijs is, dom, traag, dan is die monnik niet geschikt om in afzondering te leven in verlaten hutten en in bossen. (AN4.262)

Als de drie soorten onheilzame gedachten aanwezig zijn dan is men niet in staat de 1e jhana binnen te gaan en er in te verwijlen. (AN6.74) Ze gaan gewoon niet samen met een staat van ontspanning en vrede. Dat kan iedereen vast wel aanvoelen.

Als de drie soorten onheilzame gedachten aanwezig zijn dan ervaart men in dit leven al lijden en in een volgend leven is een slechte bestemming te verwachten. (AN6.75)

Wat overwegingen

Hatelijke gedachten, vijandige gedachten, gedachten doorspekt met wellust, met gretigheid, met wreedheid worden niet vergoelijkt in de sutta's. Er wordt niet onderwezen dat er omstandigheden zijn waarin dit best voordelig of juist is. Nee het is gewoon onjuist, punt. 

Natuurlijk, in de wereld ligt dit anders. En in onszelf waarschijnlijk ook nog. We denken praktisch. We denken nog altijd dat het best voordelig kan zijn. Als onze gewelddadige neigingen ons bij ons doel kan brengen of onze neiging die niks maalt om andermans welzijn, die zelfs wreed is, dan zullen we misschien niet schuwen het toch te doen. Het onderricht is glashelder. We komen er nooit als winnaar uit. Onjuist denken kent geen winnaars. We kunnen ons op de borst kloppen met onze zogenaamde successen die we bereiken via wreedheid, sluwheid, vijandigheid, hebzuchtigheid etc. uiteindelijk zullen we er als verliezers uitkomen omdat dit onheilzaam kamma dat we zo aldoende verzamelen niet verdwijnt.

Het vergoelijken van onjuist denken is niet de weg. Met zo'n wereldlijke instelling die het praktisch nut verdedigt van wreedheid, vijandigheid, wellustigheid etc.  roep je onheil over jezelf en anderen af. Onjuist denken of motivatie is onverenigbaar met de beëindiging van lijden. Als we het edele achtvoudige pad echt willen ontwikkelen en Nibbana willen realiseren, dienen we welbewust en ijverig afstand te doen van onjuist denken. Of zoals de sutta's heel kernachtig samenvatten; afstand doen van al het kwade, het goede ontwikkelen en de geest zuiveren.

In het volgende deel wordt besproken wat volgens de sutta's ‘juist denken’ is en diens voordelen.
« Laatst bewerkt op: 27-05-2018 12:32 door Sybe »

Offline Moesa

  • Actief Boeddha Forum lid
  • Nieuwkomer
  • ****
  • Berichten: 647
Re: Thema Denken
« Reactie #4 Gepost op: 27-05-2018 15:22 »
Beste Siebe,

Waarschijnlijk is het makkelijker om in meditatie de rust te vinden of in rust te zijn, om zo gedachten te ontleden en oorzaken te vinden ( niet gemakkelijk voor mij)?  Ook vind ik het hard werken om veel gedachten onder de loep te nemen, ze te doorbreken of ze laten zijn voor wat ze zijn. Het denken gaat soms zo snel.

Op het moment zie ik mijn denken wel, maar dan zijn mijn handelingen er nog wel, ook al weet ik dat het onheilzaam is. Vanuit mijn omgeving krijg ik dan vaak te horen/te zien ( als spiegel) hoe de dingen dan weer niet gelukt zijn, zeg maar. Soms een teleurstellend proces, wat dan ook weer een denken is vanuit een bepaald verwachtingspatroon die je had. Graag zou ik een goed persoon willen zijn, maar helaas wil het denken daar niet in mee.

Ik vind jou topic overigens super en heb één link al opgesnort en gaan lezen.

Grt Moesa



Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, deel 2B, Juist Denken
« Reactie #5 Gepost op: 28-05-2018 11:25 »
Deel 2B, Wat is juist denken?

Juist denken draait om juiste motivatie

Dit is ook weer drievoudig. Het is eigenlijk het tegenovergestelde van onjuist denken. Het is de gedachte aan verzaking (nekkhamma sankappa), de gedachte van niet-kwade wil (avyapada sankappa) en de gedachte van niet-schaden (avihimsa sankappa) (DN22§21, DN33§1.10(6), AN3.123, AN3.124)

nekkhamma sankappa: Je ziet iemand ijs eten, krijgt er ook zin in, maar ziet daar meteen op dat moment ook weer vanaf, verzaakt aan dat zintuiglijk verlangen, geeft die gerichtheid op zintuiglijke bevrediging op. Wat hierbij behulpzaam kan zijn, is, bijvoorbeeld, het nadenken over de nadelen of gevaren van gerichtheid op zintuiglijke bevrediging zoals afhankelijkheid (verslaving), ketening, vergroot de kans op lagere wedergeboorten, is een hindernis, niet gunstig voor het realiseren van Nibbana. Gedachte aan verzaken dus.

avyapada sankappa: Je koestert geen wrok of wrevel naar wie dan ook. Je voelt geen vijandigheid naar wezens, ook niet wanneer die je wensen dwarsbomen. Er gaat het verhaal dat een non werd gevangen genomen, gemarteld en verkracht. Er wordt verteld dat haar grootste zorg was dat ze kwade gedachten, wrok, zou gaan koesteren naar de daders. Gemotiveerd worden door liefdevolle vriendelijkheid. Geen vijandige gedachten.

avihimsa sankappa: het tegenovergestelde van de motivatie om wezens te kwellen of pijn te doen is juist hun welzijn te bevorderen. Geen geweld, geen sadistische neigingen. Mededogend.

Tweevoudig juist denken

Juist denken is, net als de andere factoren van het edele achtvoudig pad, tweevoudig (zie MN117).  Er is een wereldlijke variant en een boven-wereldlijke of edele variant. De wereldlijke vorm van juist denken is wat hier boven beschreven is, dus denken aan verzaking, niet-kwade wil en geen wreedheid/geen schade toebrengen of andere wezens benadelen. Dit is het type juist denken dat deelneemt aan verdienste. Dit is nodig te ontwikkelen en cultiveren om de niveaus van heiligheid te realiseren, heb ik begrepen.

Er is ook juist denken waarvan gezegd wordt dat het edel is, smetteloos, boven-wereldlijk, een factor van het Pad. Dit type denken dat bezitten de edelen, dus vanaf de stroom-intreder. Het wordt zo beschreven: “Het denken, de gedachte, intentie, mentale absorptie, mentale fixatie, richten van de geest, verbale formatie in iemand wiens geest edel is, wiens geest smetteloos is, die het edele pad bezit en het edele pad ontwikkelt”. (MN117§11-14)

In MN19§8 wordt aangegeven dat de Boeddha geen bezwaar of angst zag in heilzame gedachten van verzaking, van niet-kwade wil en van niet-wreedheid. Maar, zo geeft de sutta aan, door overdreven veel denken en overpeinzen kan het lichaam vermoeid raken en wanneer het lichaam vermoeid is, wordt de geest verstoord. Wanneer de geest verstoord is, is het verre van geconcentreerd. Het commentaar geeft aan dat de Boeddha jhana gebruikte om geest (en ik denk ook lichaam, Siebe) te ontspannen (MN, noot 237). Dus overmatig denken is niet handig, ook als dat (wereldlijk) juist denken betreft.
 
Voordelen van juist denken

De drie soorten juist denken (motivatie) leiden niet tot je eigen nadeel, andermans nadeel en het nadeel van beiden; ze bevorderen wijsheid, veroorzaken geen moeilijkheden en leiden naar Nibbana. (MN19) Wel blijft staan dat overmatig denken nadelig is.

De drie juiste of heilzame of vaardige soorten denken produceren niet-blindheid, visie, kennis, koesteren onderscheiding, gaan zij aan zij  met niet-irritatie, en zijn bevorderlijk voor bevrijding. (Iti§87)

Deel 2, Kort samengevat:

Onjuist denken of motivatie beslaat:
1.   Wellustige gedachten, gericht zijn op zintuiglijke genoegens
2.   Kwade wil of vijandigheid, wrok
3.   Wreedheid, geweld, leed willen toebrengen, sadisme

Er dient afstand van te worden gedaan. Het is onheilzaam, onverdienstelijk, belemmerd wijsheid en leidt tot eigen en andermans nadeel en leidt niet tot Nibbana.

Juist denken of motivatie beslaat:
1.   Denken om te verzaken aan genoegens
2.   Niet-kwade wil of goede wil, liefdevolle vriendelijkheid
3.   Niet-wreedheid of  mededogen

Dit dient ontwikkeld te worden en elke dag gecultiveerd. Het is heilzaam, verdienstelijk, bevordert wijsheid en leidt niet tot eigen en andermans nadeel. Het leidt tot Nibbana

Dit juiste denken is de opstap naar het juist denken van de edelen (stroom-intreder etc.)

In de volgende post zal aan de hand van sutta’s het verband tussen (on)juist denken en juiste ijver worden belicht. De tweede en zesde factor van het edele achtvoudige pad.
Ook zal aan de hand van teksten worden duidelijk gemaakt dat we afstand dienen te doen van onjuist denken en juist denken dienen te ontwikkelen.  

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken
« Reactie #6 Gepost op: 28-05-2018 19:36 »
Ik heb wel geprobeerd om na het avondeten helemaal niks meer te eten. Voor het onderhoud van het lichaam heb ik dat ook niet nodig. Eerlijk gezegd, het lukt me niet. Hooguit een paar maanden. Daarna kan ik vaak het gezeur, het verlangen dat opkomt, niet meer weerstaan.

Ik begrijp wel wat de Boeddha zegt over de nadelen van zintuiglijke verlangen, want als je je lichaam en geest doet wennen aan die genotsprikkels en steeds die genot-zucht volgt, dan gaat dat op een gegeven moment autonoom werken. Het lichaam en geest gaat genot opeisen, als het ware. Het beloningscentrum van het brein wordt dwingend. Dan ben je de klos, dan lijdt je.

Bovendien, zo heeft de Boeddha kennelijk gezien, zintuiglijke verlangen is een keten dat bindt de geest ook aan de zintuiglijke bestaanssferen. Het verhindert hogere wedergeboorten en realiseren van Nibbana.

In ieder geval ben ik gaan inzien dat genot-zucht niet iets onschuldigs is. De verslaafde geest is ook geen gelukkige geest natuurlijk. Gretigheid is bij mij een issue. Over nekkhama sankappa kan ik ook nog veel leren.

Siebe




Offline Moesa

  • Actief Boeddha Forum lid
  • Nieuwkomer
  • ****
  • Berichten: 647
Re: Thema Denken
« Reactie #7 Gepost op: 28-05-2018 20:55 »
Beste Siebe,

Ik weet dan niet wat de genotsprikkels dan zijn, maar met gezond 'snacken"lijkt mij niks mis mee. Waarom zou je jezelf geen gezonde voeding gunnen. is ook nog goed voor de geest ook.

Zelf ben ik voedingsdeskundige en ben dan weer de andere uiterste, een gezondheidsfreak. Wat ook helemaal door kan slaan. Wel heb ik geleerd dat gezonde voeding ook goede dingen doet voor je lichaam en geest. Als je warenkennis hebt, ga je ook inzien hoe wij voor de gek worden gehouden in de marketing.

het is echt mogelijk dat je lichaam bijvoorbeeld om zouten vraagt. uiteraard moet je dan geen chips gaan eten, maar kan je kiezen voor een eigen gemaakte soep ( neeeee geen cup a soup, want dat heeft niks met soep te maken)

Het is bij mij zo dat ik moe wordt van ongezond eten. Als ik bewust gezond eet, voel ik mij ook beter.

Wel ben ik het eens met het volgende: hoe lichter je eet of minder, hoe helderder de geest. Lichter leven kan voeding ook mee helpen.

Grt Moesa



Offline MaartenD

  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 644
Re: Thema Denken
« Reactie #8 Gepost op: 29-05-2018 07:54 »
Ter ondersteuning.. theravada monniken die niet meer eten na twaalf uur 's middags kennen een flinke rij uitzonderingen. Als het lichaam om zouten vraagt dan moet je dat inderdaad maar doen. Snacken gebeurt echter maar al te vaak om het snacken, meer om de emotionele effecten dan om een werkelijke fysiologische behoefte.

Niet meer eten na de middag wordt zelfs gepropageerd als het 'monks' diet' om mee af te vallen. Dat zal vast wel helpen, net zoals alle diëten helpen. Persoonlijk zie ik er weinig in, behalve op uposatha-dagen als ik ooit zover kom.

De Boeddha stelde de regel over niet eten na de middag volgens velen in om de aalmoes-gevende leken te ontlasten. Verder zou het gewoon te gevaarlijk zijn om 's avonds op bedelronde te gaan. Zie de Gelijkenis van de Kwartel (MN 66).

Sybe, ik heb redelijk succes (maar ook niet meer dan dat) door de zinnenprikkels niet weg te duwen maar door ze juist te accepteren en als het ware binnen te halen. Zo van, je mag er zijn, welkom. Ik struikel echter ook nog vaak.

Warme groet,

Maarten

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, Deel 3, Denken en Juiste IJver
« Reactie #9 Gepost op: 29-05-2018 11:23 »
Deel 3, Denken en juiste ijver

Juist denken verwijst naar de tweede factor en juiste ijver naar de zesde factor van het edele achtvoudige pad. Ze zijn met elkaar verbonden.

Het is voor de beoefening natuurlijk heel belangrijk eerst te weten wat onjuist denken of onjuiste motivatie is, en wat juist denken of juiste motivatie is. Er wordt gezegd dat als iemand dit verschil begrijpt, dan is dat iemands juiste visie. (MN117§10) Wat het verschil is tussen juist en onjuist denken is in het vorige deel behandeld.

Verder is het voor de beoefening belangrijk te weten wanneer er onjuist en juist denken of motivatie ontstaat en aanwezig is bij jezelf (of anderen). Dat vergt onderscheidingsvermogen en oplettendheid en helder besef. Zonder dat kun je ook niet bewust het onjuist denken een halt toeroepen en het juiste denken ontwikkelen en cultiveren.

Verschillende teksten geven aan dat het belangrijk is energiek en ijverig te zijn in het afstand doen van onjuist denken. Je moet onjuist denken niet op zijn beloop laten of rechtvaardigen. Het is belangrijk onjuist denken uit het bestaan te bannen, te verdrijven en ook te vernietigen. Wat men ook doet, in welke houding dan ook, met dient altijd indachtig te zijn van het soort onjuist denken wat er op enig moment is en ijverig, energiek gepaste tegenmaatregelen te nemen. Anders wordt men gezien als traag en lui qua doorzettingsvermogen en zonder morele vrees. (Iti110, AN4.11)

Er is dus een directe relatie tussen onjuist denken en de juiste ijver. Je moet je steeds weer inspannen  om  afstand te doen van onjuist denken, evenals van de gedachten (vicara) die die onjuiste motivatie verder voeden of ondersteunen. Je dient dat meteen de pas af te snijden. Je dient je steeds weer in te spannen om juist denken of motivatie te ontwikkelen. Hoe? Dat komt  aan bod in het volgende deel. De bewuste inspanning om afstand te doen van onjuist denken en juist denken te ontwikkelen en cultiveren, dat is iemands juiste inspanning. (MN117§15)

Hoe de Boeddha dit volgens de overlevering zelf heeft beleefd en beoefend, wordt uitgebreid beschreven in MN19. Deze sutta gaat specifiek over de twee soorten gedachten, de onheilzame/onjuiste waarvan de Boeddha onvermoeibaar afstand deed in zijn leven als bodhisattva, en de heilzame/juiste gedachten die hij onvermoeibaar cultiveerde. Dit is hier in het Nederlands na te lezen: http://www.sleuteltotinzicht.nl/m019.htm

Als iemand de drie juiste of heilzame vormen van denken heeft eigengemaakt- de gedachte van verzaking, van goede wil en de gedachte van onschadelijkheid- en die iemand bezit ook nog juiste visie, dan oefent iemand op foutloze wijze en heeft de basis gelegd voor de vernietiging van de asava’s. (AN4.72) Zo iemand koerst rechtstreeks op Nibbana af.

Bezoedelingen moeten op verschillende manieren worden aangepakt geven de sutta’s aan (bijvoorbeeld MN2). Van de drie soorten onheilzame gedachten/denken moet afstand worden gedaan door verwijderen. Men dient een opgekomen gedachte van zintuiglijk verlangen niet te tolereren, er dient afstand van te worden gedaan, te verwijderen, en het dient vernietigd te worden. Hetzelfde geldt voor een gedachte van kwade wil en van wreedheid. (MN2, AN6.58)

Wat overwegingen

In de sutta’s zie ik dus overgedragen worden dat de drie soorten onheilzame of onjuiste gedachten- het type denken of motivatie verbonden met wellustigheid, met kwade wil en leed toebrengen/wreedheid- niet getolereerd moeten worden. Ze moeten met de juiste ijver actief verdreven worden. Hierin moet men niet lui zijn. Zo ontwikkelt en cultiveert men én het juist denken én de juiste ijver. Twee aspecten van het edele achtvoudige Pad komen zo tot wasdom in jezelf. En eigenlijk ook mindfulness.

Ik heb me hierbij ook gerealiseerd dat het bij juist denken niet gaat om zomaar wat losse gedachten. Het gaat om wat je drijft, wat je motiveert, waar je geest naar uitgaat. Dat geeft verder vorm aan spraak en gedrag en natuurlijk ook de omgeving, aan ons leven. Als iemand vaak op onvriendelijke, wrede manieren denkt, denkt aan mensen willen domineren, pijn doen, onderdrukken, dan creëert dat natuurlijk een hele andere wereld dan wanneer iemand denkt aan het welzijn van anderen. Denken is wat dat betreft enorm belangrijk en geeft vorm aan ons persoonlijk leven maar ook aan de samenleving en wereld.

Anderen, en wijzelf ook, kunnen geneigd zijn om onjuist denken te rechtvaardigen. Het kan toch wel goed zijn?  Als het bestaat, dan moet het toch ook wel ergens goed voor zijn? Wreedheid kan toch best wel eens goed zijn? Etc. Hiervoor zie ik geen ruimte in de sutta’s. Het is nadelig voor jezelf en anderen, onheilzaam, leidt niet naar Nibbana en er dient welbewust en ijverig afstand van te worden gedaan.

Terugkijkend vind ik dat ik de juiste ijver heb laten verslonzen in mijn leventje tot nu toe. Ik heb er nooit echt veel werk van gemaakt om bewust juist denken aan te kweken. Ik heb de schadelijkheid er van ook duidelijk onderschat. Nu zie ik veel duidelijker dat denken verbonden met wellust, kwade wil, beschadigen/leed toebrengen inderdaad onheilzaam is, voor mezelf en anderen. Nu vind ik het dom om onjuist denken te rechtvaardigen. Je rechtvaardigt je eigen onheil zo. Niettemin, oude gewoonten ombuigen dat gaat niet eenvoudig.

Dat de sutta’s dus zoveel nadruk leggen op een welbewuste en ijverige inspanning om afstand te doen van onjuist denken of motivatie begrijp ik wel. Het gaat niet zomaar om wat losse gedachten die komen en gaan, het gaat om wat ons drijft, om dat wat verder vormgeeft aan ons bestaan en leven.

Hoe je volgens de sutta’s afstand dient te doen van onjuist denken of motivatie wordt beschreven in het volgende deel.  
« Laatst bewerkt op: 29-05-2018 13:37 door Sybe »

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, Deel 4, Hoe doe je afstand van onjuist denken?
« Reactie #10 Gepost op: 30-05-2018 11:30 »
Deel 4, Hoe dient afstand te worden gedaan van onjuist denken

Deel 4A

Ontwikkelen en cultiveren van juist denken

Ja, zo eenvoudig ligt het. Je doet afstand van onjuist denken door het tegendeel te ontwikkelen en cultiveren, juist denken. Cultiveren betekent dat je er blijvende aandacht aan besteedt. Je kunt een zaadje planten, maar daarna moet je het ook wat water geven en het  moet ook voldoende licht krijgen etc.

De gedachte van verzaking dient te worden ontwikkeld en gecultiveerd om afstand te doen van wellustige gedachten. De gedachte van goede wil dient ontwikkeld en gecultiveerd te worden om afstand te doen van kwade wil. De gedachte van niet-beschadigen/leed toebrengen, dient ontwikkeld en gecultiveerd te worden om afstand te doen van de motivatie om schade/leed toe te brengen. (AN6.109)

Het ontwikkelen en cultiveren van de onmetelijken

Dit ligt in het verlengde van het vorige.

De ontsnapping aan kwade wil is liefdevolle vriendelijkheid. Door dit te ontwikkelen en cultiveren, door het tot je voertuig te maken en basis, door het uit te oefenen, te consolideren en op de juiste manier in de praktijk te brengen, is het onmogelijk dat kwade wil opkomt. Ze kunnen namelijk niet naast elkaar bestaan, wordt gezegd.
De ontsnapping aan de gedachte of intentie om leed te berokkenen/schade toe te brengen, is mededogen. Hiervoor geldt hetzelfde als in het vorige.
De ontsnapping aan wellustig denken of motivatie is gelijkmoedigheid. Het kan niet zo zijn dat als je echt gelijkmoedigheid hebt ontwikkeld, hebt gecultiveerd, tot je basis en voertuig  hebt gemaakt, dat er nog wellust kan ontstaan. (AN6.13)
(Overigens, meelevende vreugde (mudita in Pali; blij zijn als het anderen goed gaat) dient ontwikkeld te worden om volledig afstand te doen van ontevredenheid).

Mindfulness

Het kan zijn dat je geplaagd blijft worden door onjuist denken. Dit overkwam de eerwaarde Meghiya. Hij had zijn leven als huishouder verzaakt maar terwijl hij in afzondering leefde, werd hij geplaagd door wellustige gedachten, gedachten van kwade wil en gedachten om leed te berokkenen. Hij vroeg de Boeddha om advies. Deze vertelde hem dat er vijf zaken leiden tot het rijpen van de geest in bevrijding:

-goede vrienden, goede metgezellen, goede kameraden
-beheerst worden door de Patimokkha, goed/moreel gedrag bezitten, gevaar zien in de kleinste fouten.
-gemakkelijk toegang hebben tot gesprekken over weinig verlangen, over tevredenheid, over afzondering, over niet gebonden raken [ aan anderen], over energie opwekken, over deugdzaam gedrag, over concentratie, over wijsheid, over bevrijding, over de kennis en visie van bevrijding.
-het opwekken van de energie om afstand te doen van onheilzame kwaliteiten en het verkrijgen van heilzame kwaliteiten. Hierin sterk zijn, ferm in de uitoefening, nimmer deze taak verzakend. Hier zit je weer het aspect van juiste ijver.
-de wijsheid bezitten die het ontstaan en weer heengaan onderscheidt, dat edel en doordringend is en leidt tot de volledige vernietiging van lijden.

Als aan deze vijf dingen is voldaan, dient ook nog ontwikkeld te worden:
-de perceptie van onaantrekkelijkheid om afstand te doen van wellust
-liefdevolle vriendelijkheid om afstand te doen van kwade wil
-mindfulness van de ademhaling om gedachten de pas af te snijden
-de perceptie van vergankelijkheid om de verbeelding ‘Ik ben’ te ontwortelen. (AN9.3)

Een voorbeeld van de perceptie van onaantrekkelijkheid zijn mentale beelden van het lichaam in verschillende stadia van ontbinding. (DN22) Dit kan de gehechtheid en wellust voor je eigen en andermans lichaam verminderen. De perceptie van de onaantrekkelijkheid van voedsel wordt ook besproken als erg voordelig en leidend naar Nibbana. (AN7.49)

Stilstaan bij de gevaren van overmatig verlangens kan ook helpen wellust te verminderen. In ieder geval, als je er geen gevaar in ziet, dan zal het waarschijnlijk aangroeien en alleen maar sterker worden. Dat leidt weg van Nibbana.

-“Er zijn, bhikkhu’s, deze drie soorten onheilzame gedachten: wellustige gedachten, gedachten van kwade wil, gedachten van leed veroorzaken. En waar, bhikkhu’s, eindigen deze drie onheilzame gedachten zonder overblijfsel? Voor iemand die verwijlt men een geest goed gevestigd in de vier vestigingen van mindfulness, of voor iemand die de tekenloze concentratie ontwikkelt. Dit is reden genoeg, bhikkhu’s, om de tekenloze concentratie te ontwikkelen. Wanneer de tekenloze concentratie is ontwikkeld en gecultiveerd, bhikkhu’s, is dat van grote vrucht en voordeel”. (SN22.80*)

Meer informatie over deze tekenloze concentratie:
https://www.accesstoinsight.org/tipitaka/sn/sn40/sn40.009.wlsh.html

In MN121§11 wordt gezegd dat dit een geconditioneerde staat is.
In noot 1142 van MN wordt het commentaar aangehaald: “Dit is de concentratie van de geest in inzicht; het wordt tekenloos genoemd omdat het verstoken is van de tekenen van permanent/duurzaam, etc. (van geluk, en zelf, Siebe).

-“Wanneer één ding ontwikkeld en gecultiveerd wordt,  wordt het lichaam kalm, de geest wordt kalm, gedachte en onderzoek bedaart en alle heilzame kwaliteiten met betrekking tot ware kennis bereiken door ontwikkeling hun vervulling. Wat is dat ene ding? Mindfulness gericht op het lichaam…”. (AN1.583)

In het volgende deel nog wat meer raadgevingen hoe, volgens de sutta's, afstand dient te worden gedaan van onjuist denken of motivatie.



Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, Deel 4, Hoe doe je afstand van onjuist denken
« Reactie #11 Gepost op: 31-05-2018 12:02 »
Deel 4B, Hoe doe je afstand van onjuist denken?

Het bewaken van de zintuig-poorten

Dit komt ook een beetje terug op de vraag die Borobodur eerder stelde. .

Om niet onjuist denken of onjuiste motivatie te laten ontstaan en groeien dienen we op een bepaalde (vaardige, wijze) manier omgaan met wat we waarnemen. Hoe we aandacht besteden aan zaken die we waarnemen is hierbij cruciaal. Dit wordt in het onderstaande belicht.

-“Hier grijpt een monnik bij het zien van een visueel object niet naar diens belangrijkste tekenen of secundaire kenmerken. Omdat hebzucht en smart, kwaadaardige niet vaardige staten, hem zouden overweldigen als hij dit oog-vermogen onbewaakt zou laten, dus hij oefent in het bewaken er van, hij beschermt het oog-vermogen, ontwikkelt beteugeling van het oog-vermogen. Bij het horen van een geluid met het oor…bij het ruiken van een geur met de neus…bij het proeven van een smaak met de tong…bij het voelen van een object met het lichaam…bij het denken van een gedachte met de geest, grijpt hij niet naar diens belangrijkste tekenen of secundaire kenmerken. Omdat hebzucht en smart, kwaadaardige niet-vaardige staten, hem zouden overweldigen als hij dit geest-vermogen onbewaakt zou laten, dus hij oefent in het bewaken er van, hij beschermt het geest-vermogen, ontwikkelt beteugeling van het geest-vermogen. Hij ervaart in zichzelf de onberispelijke gelukzaligheid die komt van het edele bewaken van de (zintuiglijke) vermogens. Op deze manier, Sire, is een monnik een bewaker van de zintuiglijke poorten”. (DN2§64)

De vorm van iemands lichaam zou bijvoorbeeld je aandacht kunnen trekken. Het teken ‘aantrekkelijk’ zou kunnen oplichten. Het klopt wel, vind ik, dat als je daar op gericht blijft, dan kunnen makkelijk wellustige gedachten ontstaan. Het kan ook zijn dat het teken ‘onaantrekkelijk’ oplicht en dat hatelijke gedachten opkomen als je daar op gericht blijft. Het bovenstaand advies in de sutta is dus niet naar die oplichtende tekens te grijpen en niet te focussen op secundaire kenmerken.

Het bewaken van de zes zintuig-poorten wordt in SN35.240 vergeleken met een jakhals die op een schildpad jaagt. De schildpad strekt zijn ledematen naar binnen en is dan onbereikbaar voor de jakhals. De jakhals krijgt zo geen toegang tot het vlees van de schildpad, verliest zijn interesse en vertrekt. Zo staat ook Mara constant op de loer om via de zintuigpoorten toegang tot ons te krijgen met diens onheilzame staten. Mara’s interesse zal in de loop van de tijd verdwijnen en hij zal vertrekken als wij de zintuigpoorten goed beteugelen en bewaken.

Dus hoe we omgaan met wat we waarnemen, hoe we dat aandacht geven, dat kan voorkomen dat onjuist denken of motivatie ontstaat.

Een sutta die aansluit op het bewaken van de zintuig-poorten is MN20, Vitakkasanthana sutta. Hier worden vijf manieren omschreven hoe onheilzame gedachten te verwijderen. Ik zal deze vijf manieren kort beschrijven:

Methode 1

De eerste methode om afstand te doen van opkomende onheilzame gedachten is je geest te richten op een ander teken dan waarbij onheilzame gedachten ontstaan. Als je bijvoorbeeld een mooi gevormd lichaam ziet, en het teken 'erg aantrekkelijk' oplicht in de geest zouden wellustige gedachten kunnen ontstaan. Om dat te voorkomen kun je het teken oproepen van een lichaam dat vergaat of je geest richten op de smerigheid van een lichaam, waardoor wellust vermindert of verdwijnt.
Als je iets lekkers ziet en het teken ‘aantrekkelijk’ verschijnt, kun je het teken ‘gevaar’ oproepen en stilstaan bij de gevaren van zintuiglijke genoegens. Als je je bijvoorbeeld weer eens een God voelt in je eigen koninkrijk waar alles onder controle is, kun je denken aan de drie kenmerken van bestaan, waaronder instabiliteit en gebrek aan controle om weer bij zinnen te komen.

Dus bij methode 1 draait het om het zien dat onheilzame gedachten ontstaan door gerichtheid op bepaalde tekens die oplichten in de geest, en dan de geest op een ander teken richten waarbij de juiste of heilzame gedachten ontstaan.

Methode 2


Als je geest gericht is op een teken dat verbonden is met het heilzame en er ontstaan nog altijd onheilzame gedachten verbonden met verlangen, haat en begoocheling, dan dien jezelf bewust te maken van het gevaar in die gedachten. Het gevaar is dat ze afkeuringswaardig zijn en resulteren in lijden.
De sutta geven regelmatig aan dat het gevaar zien een belangrijk vaardig middel is om iets heilzaams op te geven.

Methode 3

Als je het gevaar in deze onheilzame gedachten onderzoekt en er toch nog altijd onheilzame gedachten verbonden met verlangen, haat en begoocheling ontstaan, dan dien je die gedachten te vergeten en er geen aandacht aan te schenken. Op die manier zouden ze kunnen verdwijnen.
Hierbij kan het wellicht helpen de aandacht naar de adem te brengen om geen aandacht te schenken aan die onheilzame gedachten.

Methode 4

Als je ze probeert te vergeten en geen aandacht aan ze schenkt en er ontstaan toch nog altijd onheilzame gedachten verbonden met verlangen, haat en begoocheling, dan dien je aandacht te geven aan het kalmeren van de gedachteformatie van die gedachten. Je moet als het ware jezelf afvragen waarom al dat gehaast in je hoofd? Wat is het nut van al dat gejakker? Waarom de geest niet kalmeren, rustig worden? Volgens het commentaar dien je hier de oorzaak te onderzoeken van die onheilzame gedachten. Zo zou de gedachtestroom ook kunnen kalmeren en eindigen (MN, noot 242).

Methode 5

De krachtmethode. Als je de gedachteformatie probeert te kalmeren maar er ontstaan nog altijd onheilzame gedachten verbonden met verlangen, haat en begoocheling, dan dien je met de tanden op elkaar, en met de tong tegen het gehemelte, die onheilzame gedachten neer te slaan, te bedwingen en geest met geest te verpletteren. Zoals een sterke man een zwakkere man ook fysiek zou beheersen. Het commentaar bij deze sutta zegt: hij dient de onheilzame staat van geest te verpletteren met een heilzame staat van geest (MN, noot 243).

Deel 4, Kort samengevat: Om afstand te doen van onjuist denken dienen we:

-IJverig juist denken te ontwikkelen en cultiveren (onderdeel van het edele achtvoudige pad);
-Liefdevolle vriendelijkheid, mededogen en gelijkmoedigheid te ontwikkelen en cultiveren;
-Mindfulness stevig te vestigen; mindfulness van de adem kan dienen om gedachten de pas af te snijden (mindfulness is ook een onderdeel van het edele achtvoudige pad).
-De tekenloze concentratie te ontwikkelen;
-De zintuig-poorten te leren bewaken; op een wijze manier aandacht geven aan wat we waarnemen zodat er geen onheilzame staten ontstaan. Desnoods met kracht onjuist denken beteugelen.

Wat overwegingen

Er zijn op dit forum wel berichten dat je op een soort ongedwongen manier de geest zou moeten beheersen en dat elk afgedwongen soort beheersing verkeerd zou zijn. Ik kan wel zeggen, dit soort idealisme komt in de sutta’s echt niet voor. De sutta’s benaderen dit heel praktisch. Kijk wat werkt. Als niks anders werkt dan krachtige beteugeling dan is dat beter dan onjuist denken/motivatie volgen en gaan schelden, doden, iemand verkrachten, stelen, en allerlei andere wandaden verrichten. Dus met beteugeling is niks mis. Het begaan van wandaden wel. Dat leidt niet alleen in dit leven tot nadeel voor jezelf en anderen maar ook na de dood blijft dat ons achtervolgen.

Tot zover de manieren om afstand te doen van onjuist denken zoals overgedragen via de sutta’s.

In het komende deel zullen enkele fragmenten worden getoond die iets onthullen over de bron of oorzaak van denken.

remie

  • Gast
Re: Thema Denken
« Reactie #12 Gepost op: 31-05-2018 13:02 »
Dank je siebe voor de energie die je hier in steekt
Erg boeiend

Grt remie

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken
« Reactie #13 Gepost op: 31-05-2018 13:44 »
doet me goed remie, jij bedankt.

Siebe

Offline Moesa

  • Actief Boeddha Forum lid
  • Nieuwkomer
  • ****
  • Berichten: 647
Re: Thema Denken
« Reactie #14 Gepost op: 31-05-2018 14:56 »
Beste Siebe,

Ik sluit mij bij Remie aan, blijf vooral zo doorgaan, heel mooi dit allemaal en het klopt voor mij.

Als je het denken zo uitpluist wordt het denken duidelijk, wat gebeurd er allemaal in een brein.

Warme groet,

Moesa

Offline MaartenD

  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 644
Re: Thema Denken
« Reactie #15 Gepost op: 01-06-2018 09:59 »
Sadhu, sadhu, sadhu.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, Deel 5, Over het ontstaan van denken
« Reactie #16 Gepost op: 01-06-2018 11:29 »
Deel 5, Wat is de bron/oorzaak/voorwaarde van denken?

Ik heb hieronder een aantal fragmenten verzameld waarin dit wordt behandeld.

Deel 5A

Waarneming als voorwaarde van denken

-“Afhankelijk van het oog en vormen ontstaat visueel bewustzijn. Het treffen van de drie is contact. Met contact als voorwaarde ontstaat er gevoel. Wat men voelt dat neemt men waar. Wat men waarneemt, daar denkt men aan. Waar men aan denkt dat vermeerdert men mentaal.
Met als bron wat men mentaal vermeerderd heeft, bestoken waarnemingen en noties gekleurd door mentale vermeerdering een mens met betrekking tot verleden, toekomst en heden, aangaande vormen die kenbaar zijn door het oog.” (MN18§16)
Hetzelfde wordt gezegd wat betreft het oor en geluiden, de neus en geuren, de tong en smaken, het lichaam en tactiele objecten, de geest en geest- objecten.

-“Wanneer er de manifestatie van (een) waarneming is, is het mogelijk om de manifestatie van denken aan te duiden”.
-“Wanneer er de manifestatie van denken is, is het mogelijk de manifestatie aan te duiden van bestookt te worden door waarnemingen en noties gekleurd door mentale vermeerdering” (MN18§17)

-“Wanneer er geen manifestatie van waarneming is, dan is het onmogelijk om de manifestatie van denken aan te duiden”.
-“Wanneer er geen manifestatie van denken is, dan is het onmogelijk om de manifestatie aan te duiden van bestookt te worden door waarnemingen en noties gekleurd door mentale vermeerdering”. (MN18§18*)

Intenties, gaan denken aan, van zin zijn, van plan raken dat ontstaat in relatie tot iets wat we waarnemen.
We raken daar op een bepaalde manier al denkend op gericht. Dat kan iets zijn wat we zien, horen, ruiken, proeven, op tactiele wijze voelen en ook wat we voorstellen, mentale beelden.
Mentale vermeerdering wijst volgens mij op het fenomeen dat als er eenmaal dat denken begint dan vermeerdert zich dat heel snel. Voordat we het weten is er een scala aan beelden, herinneringen, associaties in ons hoofd gaande etc. Als een soort mentale stroomversnelling.

Denken ontstaat vanuit de tendens tot mentale vermeerdering. Denken doet weer verlangen ontstaan. Verlangens leiden weer tot emoties.

-“Maar heer wat doet voorkeur (like) en afkeer (dislike) ontstaan…Dankzij de aanwezigheid van wat ontstaan ze, dankzij de afwezigheid van wat ontstaan ze niet? [De Boeddha] ‘Ze ontstaan, heerser van de Goden, vanuit verlangen (chanda, het commentaar stelt dat hier gelijk aan tanha, zie noot 604)…Dankzij de aanwezigheid van verlangen ontstaan ze, dankzij de afwezigheid van verlangen ontstaan ze niet’. “Maar wat heer doet verlangen ontstaan?...Verlangen, heerser van de Goden, ontstaat vanuit denken aan (vitakka)…Wanneer de geest aan iets denkt, ontstaat verlangen; wanneer de geest aan niets denkt, ontstaat er geen verlangen’. Maar, heer wat doet denken aan ontstaan?...Denken aan, heerser van de Goden, ontstaat vanuit de tendens tot mentale vermeerdering (papanca)…Wanneer deze neiging aanwezig is, ontstaat denken; wanneer het afwezig is, ontstaat denken niet’. (DN9§2.2)

Dus:
mentale neiging tot vermeerderen--->denken aan--->verlangen--->emoties van afkeer en voorkeur

Op basis van naam en vorm  ontstaan intenties en gedachten


-Toen benaderde de eerwaarde Samiddhi te eerwaarde Sariputta, betoonde hem eerbied en ging terzijde zitten. Toen zei de eerwaarde Sariputta tegen hem”
“Op welke basis, Samiddhi, ontstaan er in een persoon intenties en gedachten?
“Op basis van naam en vorm Bhante”
(sterk ingekort AN9.14, zie ook SN10.3)

In het volgende deel nog een vrij uitgebreide sutta over het ontstaan van gedachten.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, Deel 5B, Over hoe gedachten ontstaan
« Reactie #17 Gepost op: 02-06-2018 11:22 »
Deel 5B

Gedachten ontstaan op basis van de aanwezigheid van bepaalde ‘elementen’

Samyutta Nikaya 14.12

Onjuist denken

-“Te Savatthi. “Bhikkhu’s, wellustige gedachten ontstaan met een bron, niet zonder bron; gedachte van kwade wil ontstaan met een bron, niet zonder bron; gedachte van kwade wil ontstaan met een bron, niet zonder bron; de gedachte van leed toebrengen/schaden ontstaan met een bron, niet zonder bron. En hoe zit dit?
“In afhankelijkheid van het wellustigheid element234 ontstaat er een wellustige perceptie; in afhankelijkheid van wellustige perceptie ontstaat er wellustige intentie; in afhankelijkheid van wellustige intentie ontstaat er wellustig verlangen, in afhankelijkheid van wellustig verlangen ontstaat er wellustige hartstocht/passie; in afhankelijkheid van wellustige hartstocht ontstaat er een wellustige zoektocht. Verwikkeld in een wellustige zoektocht, gedraagt de niet geinstrueerde wereldlijke persoon zich verkeerd op drie manieren-met het lichaam, spraak en geest.
“In afhankelijkheid van het kwade wil element235 ontstaat er een kwade wil perceptie; in afhankelijkheid van kwade wil perceptie ontstaat er kwade wil intentie; in afhankelijkheid van kwade wil intentie ontstaat er [door] kwade wil [gedreven] verlangen, in afhankelijkheid van [door] kwade wil [gedreven] verlangen ontstaat er kwade wil [gedreven door] hartstocht/passie; in afhankelijkheid van kwade wil [gedreven door] hartstocht ontstaat er een zoektocht [gedreven door] kwade wil. Verwikkeld in een zoektocht [gedreven door] kwade wil, gedraagt de niet geinstrueerde wereldlijke persoon zich verkeerd op drie manier-met het lichaam, spraak en geest.
“In afhankelijkheid van het schaden/leed toebrengen element236 ontstaat er een leed toebrengen perceptie; in afhankelijkheid van leed toebrengen perceptie ontstaat er een intentie van leed toebrengen; in afhankelijkheid van de intentie van leed toebrengen ontstaat er verlangen om leed toe te brengen, in afhankelijkheid van het verlangen leed toe te brengen ontstaat er hartstocht/passie om leed toe te brengen; in afhankelijkheid van hartstocht om leed toe te brengen, ontstaat er een zoektocht om leed toe te brengen Verwikkeld in de zoektocht om leed toe te brengen, gedraagt de niet geinstrueerde wereldlijke persoon zich verkeerd op drie manier-met het lichaam, spraak en geest.

“Stel, bhikkhu’s, een man zou een brandende toorts van gras in het droge struikgewas gooien. Als hij het niet snel mijn zijn handen en voeten dooft zullen de wezens die in dat gras en hout leven getroffen worden door ellende en rampspoed. Zo is het ook met iedere asceet of brahmaan die niet snel afstand doet van onjuiste percepties die in hem zijn ontstaan, ze niet verdrijft, uitwist en vernietigd, dan verwijlt hij in lijden in ditzelfde leven, met torment, wanhoop en koorts; en met het scheiden van het lichaam, na de dood, kan een slechte bestemming voor hem verwacht worden”.

Juist denken

“Bhikkhu’s, de gedachte van verzaking ontstaan met een bron, niet zonder bron; gedachte van niet-kwade wil ontstaan met een bron, niet zonder bron; gedachte van niet-leed toebrengen ontstaan met een bron, niet zonder bron. En hoe zit dit?
“In afhankelijkheid van het verzaking element237 ontstaat er een perceptie van verzaken; in afhankelijkheid van de perceptie van verzaken ontstaat er een intentie van verzaken; in afhankelijkheid van de intentie van verzaken ontstaat er een verlangen om te verzaken, in afhankelijkheid van verrlangen om te verzaken, ontstaat er een hartstocht/passie om te verzaken; in afhankelijkheid van de hartstocht om te verzaken ontstaat er een zoektocht naar verzaken . Verwikkeld in een zoektocht naar verzaken, gedraagt de geinstrueerde wereldlijke persoon zich op de juiste wijze in drie manieren-met het lichaam, spraak en geest.
“In afhankelijkheid van het niet-kwade wil element238 ontstaat er een niet kwade wil perceptie; in afhankelijkheid van de niet kwade wil perceptie ontstaat er niet kwade wil intentie; in afhankelijkheid van niet kwade wil intentie ontstaat er verlangen [geleid door] niet kwade wil; in afhankelijkheid van verlangen [geleid door] niet kwade wil, ontstaat er hartstocht/passie [geleid door] niet kwade wil; in afhankelijkheid van hartstocht [geleid door] niet kwade wil ontstaat er een zoektocht [geleid door] niet kwade wil. Verwikkeld in een zoektocht [geleid door] niet kwade wil, gedraagt de geinstrueerde wereldlijke persoon zich op de juiste wijze op drie manieren-met het lichaam, spraak en geest.
“In afhankelijkheid van het niet schaden239 element ontstaat er een perceptie van niet schaden; in afhankelijkheid van de perceptie van niet schaden ontstaat er een intentie van niet schaden; in afhankelijkheid van de intentie van niet schaden ontstaat er een verlangen naar niet schaden; in afhankelijkheid van het verlangen naar niet schaden ontstaat er een hartstocht/passie voor niet schaden; in afhankelijkheid van de hartstocht voor niet schaden, ontstaat er een zoektocht naar niet schaden. Verwikkeld in de zoektocht naar niet schaden, gedraagt de geinstrueerde wereldlijke persoon zich op de juiste wijze op drie manieren-met het lichaam, spraak en geest.

“Stel, bhikkhu’s, een man zou een brandende toorts van gras in het droge struikgewas gooien. Als hij het snel mijn zijn handen en voeten dooft zullen de wezens die in dat gras en hout leven niet getroffen worden door ellende en rampspoed. Zo is het ook met iedere asceet of brahmaan die snel afstand doet van onjuiste percepties die in hem zijn ontstaan, die ze verdrijft, uitwist en vernietigt, dan verwijlt hij in ditzelfde leven zonder torment, wanhoop en koorts; en met het scheiden van het lichaam, na de dood, kan een goede bestemming voor hem verwacht worden”.

Noot 234: het wellustige element is wellustige gedachte, alle zintuiglijke-sfeer verschijnselen, en in het bijzonder alles wat onheilzaam is, behalve het kwade wil element en schadelijkheid element die hier apart worden genoemd.
Noot 235: het kwade wil element is gedachte van kwade wil of kwade wil zelf
Noot 236: het schaden element is gedachte van leed toebrengen en leed toebrengen zelf
Noot 237: het verzaken element is gedachte van verzaking en alle heilzame staten behalve de ander twee elementen die apart moeten worden uitgelegd
Noot 238: het niet kwade wil element is gedachte van niet kwade wil en niet kwade wil zelf, bijvoorbeeld liefdevolle vriendelijkheid jegens wezens
Noot 239: Het niet schaden element is gedachte van schadeloosheid en mededogen.

Wat overwegingen

De metaforen vind ik mooi en veelzeggend. We dienen vooral te voorkomen dat onze geest zich op een verkeerde, d.w.z. onheilzame, manier ontwikkelt. We dienen de onheilzame effecten van wellust, kwade wil, leed willen toe te brengen te erkennen en te zien. Die onheilzame gedachten en intenties moeten ons niet drijven. Het leidt al tot ellende in dit leven maar ook in volgende levens. We moeten de effecten van het vuur dat in onszelf ontstaat niet onderschatten en meteen blussen met het water van wijsheid, van juiste visie, juiste ijver. 

Tot besluit van dit thema denken in de volgende post een samenvatting van dit thema denken.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken, Deel 6, Samenvatting
« Reactie #18 Gepost op: 04-06-2018 12:42 »
Deel 6, Samenvatting

Als het gaat om juist en onjuist denken dan gaat het om juiste en onjuiste motivatie, de tweede factor van het edele achtvoudige pad. We raken op een bepaalde manier al denkend gericht op wat we waarnemen. Bepaalde gedachten komen dan in ons op.  Als we gemotiveerd worden door wellust, kwade wil en leed toebrengen dan is dat onjuist denken. Het is voor onszelf en anderen onheilzaam, nadelig. Het belemmert ook wijsheid en het leidt niet naar Nibbana.

Van onjuist denken of motivatie moet welbewust en actief afstand worden gedaan. Kortom, we moeten zorgen dat wellust, kwade wil en leed willen toebrengen/wreedheid ons niet langer drijft. Opkomen zal het wel, maar als het ons maar niet meer voortdrijft.

De energie die we hierin steken is een aspect van de juiste ijver, de zesde schakel van het edele achtvoudige pad. We dienen die onheilzame gedachten niet te tolereren en constant ijverig te werken aan juist denken of motivatie.

Van onjuist denken wordt in hoofdzaak afstand gedaan door actief juist denken te ontwikkelen. Bij juist denken worden we gedreven door verzaking, door goede wil of liefdevolle vriendelijkheid en door mededogen. Juist denken bevordert wijsheid, is verdienstelijk en leidt naar Nibbana en is voordelig voor jezelf en anderen. Het aanleren van dit soort juist denken is een opstap naar realisatie (stroom-intrede, etc).

Het is in dit thema niet aan bod gekomen maar er wordt onderwezen-en volgens mij klopt dit wel,- we hebben geen beheersing over welke neigingen activeren als we iets waarnemen. Volgens het onderricht gebeurt dit in een soort kettingreactie, voorwaardelijk, maar wordt niet door ons, door het brein, door een entiteit-Ik, door een zelf oid beslist.
 
Het is vrijwel onvermijdelijk dat er bij ons wellust, kwade wil en neigingen tot wreedheid zullen ontstaan. Via ontelbare levens zijn zulke zaden gewoon bij ons gekomen en ze ontkiemen bij een bepaalde trigger. Ook voordat de Boeddha volledige verlichting bereikte, kwamen bij hem zulke onheilzame staten op.

Dat wellust, kwade wil, vijandigheid, wrede neigingen opkomen hoeft ons dus in principe niet te verbazen of somber te stemmen of slecht over onszelf te doen voelen of te ontmoedigen. Wat we kunnen doen in dit leven is ze herkennen wanneer ze ontstaan, begrijpen dat ze nadelig zijn voor onszelf en anderen, ons er niet meer door laten voortdrijven en de geest te trainen in het nemen van een heilzame koers. Dat vergt onderscheiding, mindfulness, energie, constante aandacht ook. Het gaat niet vanzelf.

In dit thema is op de training niet ingegaan. Hoe beoefen je bijvoorbeeld liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, gelijkmoedigheid als maatregelen tegen kwade wil, wreedheid en wellust? Op dit forum is daar wel informatie over te vinden of anders via de teksten of een leraar. Onderwerp was nu vooral wat de sutta’s weergeven over juist en onjuist denken.

Ik hoop dat jullie het leerzaam vonden,

Dit besluit het thema denken.

Alle goeds,

Siebe

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5315
Re: Thema Denken
« Reactie #19 Gepost op: 06-06-2018 22:29 »
Geweldig, Syb! Mooi dat je er de tijd voor neemt om dit te delen.

In deze topic lees ik ook een hoop over perceptie en bewustzijn. Ik verbaas me erover hoe ver Siddhartha zijn tijd vooruit was met deze ideeen. In mijn studie heb ik de nodige hersenwetenschappen geleerd, en ik kan je volmondig zeggen: geen enkele neurowetenschapper zal het oneens zijn met wat Siddhartha zei over perceptie en bewustzijn. Knap hoe Siddhartha 2500 jaar geleden tot dezelfde conclusies kwam als neurowetenschappers nu. Maar dan hebben neurowetenschappers hersenscanners en ingewikkelde experimenten nodig om dit te kunnen ontdekken, terwijl Siddharta alleen maar aandachtig hoefde te zijn op  hoe zijn geest werkte.

Bedankt Borobudur. Wat wel een groot verschil is, lijkt me, dat de Boeddha eigenlijk zegt dat we de geest trainen. Hersenen, hersenactiviteit, het grofstoffelijk lichaam dat leeft niet lang maar die neigingen zoals wellust, kwade wil, wreedheid die schijnen dus gewoon niet te eindigen bij de dood. Ook heb ik gelezen dat bijvoorbeeld emoties niet worden beslist op het niveau van het brein maar ook op het niveau van de geest en het brein voert dat uit. Misschien vind je dit interessant eens te lezen:
https://puredhamma.net/dhamma/the-grand-unified-theory-of-dhamma/gandhabba-sensing-the-world-with-and-without-a-physical-body/

groet,
Siebe