Enkele overeenkomsten Meister Eckhart en Boeddha
Een poging:
- Godsdienst, het heilige leven, leidt uiteindelijk naar onthechting. Het heeft onthechting als uiteindelijk doel of vrucht. Onthechting is de ultieme verwezenlijking.
- Je hebt een geboorte in de wereld, fysiek als mens bijvoorbeeld, en je hebt een spirituele geboorte, een ontwaken, een change of lineage. Heeft die spirituele geboorte eenmaal plaatsgevonden (de geboorte van de Zoon in de ziel, het betreden van de stroom) dan voert die wijsheid je verder en verder naar het verbreken van de banden met de wereld (wat je ervaart en tijdelijk is), naar onthechting. Je wordt meer en meer iemand die weliswaar in de wereld functioneert, maar niet langer beheerst wordt door de grillen van de wereld, door de waan van het tijdelijke.
- De heilige is niet meer wereldlijk, d.w.z. niet meer van-de-wereld. De wereld bezit de heilige dus niet, en daarom, zo wordt het gezegd, bezit de heilige de hele wereld.
- Is eenmaal de Zoon geboren in de ziel of is eenmaal het Pad gezien en betreden, dan zal die wijsheid van de zoon of het Pad alles wegbranden wat niet God-gelijk is, wat alleen maar onrust en onvrede brengt. Het zal een einde maken aan zelf-wil, aan tanha, anusaya en asava's want dat brengt onrust en onvrede.
- Zelf-wil zal nooit leiden tot rust en vrede, het is juist de oorzaak van alle onrust en onvrede. Het alleen maar sterker maken en voeden van die zelf-wil (tanha, asava, anusaya) is niet de weg, een verkeerde weg. Het opgeven, loslaten, overstijgen, afstand doen, eindigen van die zelf-wil is de juiste weg.
- Een mens moet zich niet verliezen in wat de zintuigen presenteren of zintuiglijke ervaringen willen oproepen of najagen, maar gecentreerd in zichzelf verwijlen. Alle ervaringen zijn slechts tijdelijk van aard. Die najagen maakt je alleen maar rusteloos en je oogst niet wat je zoekt, blijvend geluk.
- Aan al het tijdelijke zit dus ook een scherp randje, iets van bitterheid, want het eindigt ook weer, het wordt weer anders, soms plotseling.
- Er is een grondeloze grond. Alles in de wereld heeft een ondersteuning in de vorm van oorzaken en voorwaarden die er voor zorgen dat iets bestaat en blijft bestaan, maar er is ook iets wat grondeloos is, niet gebaseerd op oorzaken en voorwaarden, grondeloos.
- Zoek je heil, toevlucht, bescherming, verlossing, redding niet in het tijdelijke, of, zie het betrekkelijke daar van in. Uiteindelijk kan het niet werken, immers dat eindigt. Orienteer je anders. Maak die omslag van meer liefde voor het tijdelijke naar meer liefde voor het/de eeuwige, voor wat niet komt en gaat.
- Er is een leven na de dood en er zijn andere bestaansvormen dan mens en dier, er zijn hemelen en hel(len).
- Ware moraliteit is zonder-waarom. Het is niet uit op eigen gewin. Niet uit op een goed voetje halen bij God of Boeddha, een hemel, niet uit op eigen voordeel. Ware moraliteit is eigenlijk voorbij verdienste (en onverdienste), dus zuiver, smetteloos. Een heilige is ook voorbij verdienste en onverdienste. Het is wijsheid en liefde wat een heilige drijft en niet verdienstelijke intenties. Verdienste bindt je nog altijd aan de wereld. Dit betekent niet dat het verkeerd is maar uiteindelijk zal de wijsheid van de Zoon of het Pad je ook voorbij verdienste brengen.
Tot zover, even,
Later misschien iets over de verschillen