Als wij een auto zien rijden van A naar B, over tien meter, is het dan één hetzelfde kennen, en één en dezelfde kenner, één en hetzelfde bewustzijn, wat die auto van A naar B ziet rijden, of is dat juiste de opperste illusie? Is er werkelijk over dat traject een constant aanwezig kennen of kenner aanwezig?
Is het werkelijk waar dat het hetzelfde kennen is, dat een emotie ervaart opkomen, en weer ervaart wanneer het verdwijnt? Of zijn dit feitelijk allemaal verschillende unieke discrete kenmomenten? Is het een het hetzelfde kennen dat een emoties ervaart ontstaan, bestaan en verdwijnen?
Is kennen er constant of is kennen ook iets wat ontstaat, even bestaat en volledig verdwijnt, om daarna weer te verschijnen?
Ik volg puredhamma.net regelmatig. Daar benadert Lal dit vooral vanuit de Abhidhamma. De presentatie daarin lijkt te zijn dat het niet één en hetzelfde kennen en kenner of bewustzijn is dat/die een auto ziet rijden van A naar B, en ook niet dat het ontstaan, bestaan en verdwijnen van emoties ervaart. Het is ook niet één en hetzelfde bewustzijn. Wat in de tijd plaatsvindt wordt nooit ervaren door hetzelfde. Al volgt een geur en mentale associatie erbij zich vrijwel meteen op, de geur en de associatie worden niet ervaren door hetzelfde bewustzijn, niet door hetzelfde kennen.
Een continue aanwezig kennen lijkt de illusie die de geest creeert, terwijl het heel snel discrete gewaarwordingen achter elkaar projecteert. Het wordt vergeleken met een film. Als je de discrete beeldjes maar snel genoeg achter elkaar afspeelt ontstaat de illusie van vloeiendheid en alsof het allemaal aan elkaar vastzit. Zou het met gewaarworden anders zijn? Zou het tempo waarmee de geest gewaarwordingen projecteert ook niet de illusie creëren van een continue aanwezig zelfde kennen of bewustzijn?
Is het werkelijkheid een hetzelfde kennen wat een streling voelt gaan vanaf de voeten tot de kruin? Of zijn het allemaal discrete unieke kenmomenten die de geest zo snel achter elkaar kan projecteren dat het lijkt alsof 1 en hetzelfde gewaarzijn is die die strelingen voelt?
Is de perceptie van een constant aanwezig kennen, niet de basis van ons geloof in een constant aanwezig bewustzijn? En is dat niet de basis van ons geloof in een constant aanwezig zelfde Ik, de kenner?
Maar is er wel een constant kennen? Is geest wel constant in die fase?
Of is het precies deze perceptie van een constant aanwezig kennen dat de natuur van geest juist miskent?
Wat is waar en werkelijk?