"Alle woede is niet anders dan een poging iemand een schuldgevoel te bezorgen." - G.G. Jampolsky
Tibetaanse boeddhisten spreken van
dak dzin, oftewel “gegrepen door het ik”, hetgeen in de praktijk kwalijke gevolgen heeft. Eigenlijk is het grote doel, de realisatie, het Ontwaken of de Verlichting het zichzelf bevrijden van het ego, dat in het boeddhisme als een illusie wordt beschouwd. Verlicht zijn, het Nirwana is feitelijk het bevrijd zijn van de greep van het ego. Je realiteit is in de Verlichte staat de geest van de natuur, oftewel
Rigpa. Dat is een helderheid van geest zonder tussenkomst van de beperkende invloed van het ego of ik. De Tibetaanse boeddhisten duiden het ego aan met
Ma rigpa, “niet zien”, dat komt overeen met de aanduiding van de versluiering van de werkelijkheid (Maya). Dit is grofweg het verschil tussen het ware zijn en het onware ego. We zijn er wel, we zijn er altijd, maar ons ware zijn wordt wonderwel verduisterd door het ego. Eigenlijk bestaat dat ego niet echt, maar we denken dat het wel bestaat, hetgeen uit ons handelen blijkt. Het ik of ego is een vorm van verzet, het wil datgene naar zich toehalen wat prettig aanvoelt en wenst weg te duwen wat onprettig aanvoelt. Hier komen we bij het verlangen, onze verlangens, die eigenlijk nooit in overeenstemming zijn met de gegeven situatie. En omdat iedereen andere verlangens heeft en de zaken anders ziet, komen we met elkaar in conflict in de strijd om datgene te verkrijgen wat we verlangen. Dat kan nooit vrede zijn.
Het ego kent een dualistische geldingsdrang, drijft ons ertoe om ons bestaansrecht te claimen, via manipulatie en bezitszucht. Het kernwoord van het ik of het ego is: controle. Dat doen we via ons vermogen zaken met elkaar te vergelijken via goed- en afkeuring, een vorm van misbruik van ons praktische onderscheidingsvermogen. In Boeddha’s eerste toespraak legt hij uit dat wij als individu bestaan uit meerdere
skandha’s of zintuigvelden (fysiek lichaam, gevoelens en prikkels, perceptie of voorstelling, intenties en bewustzijn). In een onlesbare dorst naar het bestaan
(trsna), vanuit onwetendheid is onze persoonlijke geschiedenis begonnen. Via de gecombineerde werking van de skandha’s menen we dat we een substantieel “zelf” bezitten. Echter, de skandha’s zijn als bestanddelen samengesteld, oftewel niets anders dan een instabiele combinatie van waarneming, gevoelens, fysieke voorwaarden, fasen van bewustzijn en driften. Dit alles is veranderlijk en niet bestendig. Het ego is dus een onwetende poging om substantie te bedenken waar dat in wezen helemaal niet bestaat. We weten van meet af aan vanaf onze geboorte niet wie we zijn, dus creëren we via onze geestelijke vermogens een “ik” of ego. En de mensenwereld om ons heen ondersteunt dat, omdat we als opgroeiend kind omringd worden door personen die zich als ego gedragen. We stellen het ik tegenover de ander, ik versus jij. Alsof we onafhankelijk zouden bestaan in deze wereld, terwijl de waarheid is dat alles veranderlijk en afhankelijk is. We zijn onafgebroken een deel van het totale bestaan, zonder die totaliteit zouden we niet kunnen overleven. Maar het ego spiegelt ons voor dat we apart staan van de ander en de wereld, een soort centrum zijn van het heelal, met als bijwerking geestelijk alleen-zijn en eenzaamheid.
Het ego wil onafgebroken bestaansrecht opeisen, terwijl we reeds bestaan! We zijn er, dus wat valt er eigenlijk te bevechten? Het ik wil van alles bezitten en gaat de competitie aan met andere mensen, teneinde te willen worden erkend als zijnde “bijzonder”. Het ego leeft letterlijk van schuld, pijn en schaamte, en doet dat door middel van het uiten van beschuldigingen. “Jij doet het verkeerd, jij doet mij pijn, jij doet dit en jij doet dat”. Zonder schuld en schaamte kan het ik niet bestaan, maar het bevat de grote angst om te sterven, er niet meer te zijn. Door middel van verzet lijkt het te kunnen overleven, maar de grote angst blijft. Vrede bestaat daarentegen uit het meegaan in het bestaan, het aanvaarden van het natuurlijke leven zoals het komt: leven, laten leven en sterven. Maar dat is niet de weg van ons ego, dat slechts wil veroveren en bezitten.
Hopelijk heb ik enigszins kunnen duiden wat het verschil is tussen het ego en het
zijn zoals we zijn: noem het een Boeddhanatuur, of ons oorspronkelijk gezicht.
