Ik heb deze vraag op meerdere forums gesteld en heb vervolgens op mijn blog Overpeinzende het volgende geschreven:
http://www.overpeinzende.nl/2011/vrije-wil-karma/De vrije wil is een belangrijk onderwerp in de Westerse filosofie – het wordt doorgaans gecontrasteerd met predestinatie. Dit leidt, jammer genoeg, tot een alles of niets discussie als we niet oppassen. Predestinatie, karma en het lot worden allemaal weleens gebruikt om te zeggen dat wat is, zo moest zijn. Jammer genoeg leidt dit soms tot de conclusie dat we geen controle over ons leven en onze toekomst hebben.
Toen ik deze vraag op een Theosofisch forum stelde, reageerde iemand met een uittreksel van een debat dat ze in psychologische context regelmatig gevoerd had: is het misschien zo dat sommige mensen bedoeld zijn om een leven lang alcoholist te zijn?
Als je het zo formuleert klinkt het afschuwelijk. Aan de andere kant: het is duidelijk dat veel alcoholisten hun leven lang alcoholist zijn. Sterker nog: zelfs mensen die geen druppel meer drinken zijn vaak geneigd te zeggen dat ze alcoholist zijn, omdat ze zich realiseren dat een drankje ze weer in het diepe kan gooien.
Theosofen hebben het in dit verband vaak over ‘je karma uit werken’. Dat wil zeggen, als we door iets afschuwelijks heen gaan, werken we karma uit. Het idee is dat als het karma dan over is, de dingen vanzelf beter worden. In de oorspronkelijke literatuur werd geïmpliceerd dat je snel of langzaam door je karma kon gaan: snel en diep, of langzaam en vol te houden.
In het geval van alcoholisme betekent dat, voor mij, heel eenvoudig dat over je verslaving heen komen het zelfde is als je karma uit werken. Of, zoals ik verderop in de discussie zei: er is een noodzaak (zeker in het geval van alcoholisme) om te vechten voor een zo zuiver mogelijk leven, of we er nu in slagen of niet. Het vechten zelf creëert nieuw (positiever) karma.
Als je karma ziet als een gewoonte, dan is elke poging de gewoonte te overwinnen een begin van het helemaal overwinnen in de toekomst.
In het Boeddhisme is karma een van de vijf niyama’s. Dat wil zeggen: een van de wetten van oorzaak en gevolg. [Dit heb ik van het Boeddha Forum, dat ik recent heb over genomen]
De andere zijn:
- Utu Niyama
Physieke anorganische ordening, bijvoorbeeld seizoensverschijnselen of wind en regen.
- Bija Niyama
Dat zaden ontkiemen, in de fysieke organische wereld.
- Karma Niyama
De wet van oorzaak en gevolg toegepast op het leven: wenselijke en onwenselijke handelingen hebben corresponderende goede en slechte resultaten. Het gaat niet om beloning en straf, maar om de natuurlijke gevolgen van wat we doen.
- Dhamma Niyama
De orde van de norm, dwz alles wat voldoet aan de natuurlijke stand van zaken. De wetten van de zwaartekracht, maar ook de natuurlijke redenen om een goed mens te zijn en alles wat de aanwezigheid van een Bodhisattva vanzelf tot gevolg heeft.
- Citta Niyama
Processen van bewustzijn, o.a. telepathie en andere parapsychologische verschijnselen.
Met andere woorden: de natuurwetten, de waarheid als bron van wat juist is en bewustzijn zelf zijn oorzaken die niet op karma leunen.
Ik ben er niet van overtuigd of het heel logisch is om oorzakelijkheid in deze vijf op te splitsen, maar het helpt in elk geval om om te gaan met een aantal lastige issues die vaak bij karma worden getrokken:
Ons bewustzijn is niet afhankelijk van karma, vandaar dat we uberhaupt ons slechte karma kunnen overwinnen.
De fysieke natuur, stormen, vuur, aardbevingen e.d. zijn niet onze persoonlijke verantwoordelijkheid.
Verder uitgewerkt: Karma is dus niet alles wat ons overkomt. Er is, en dat is eigenlijk heel logisch, van alles dat gewoon maar gebeurt, dat we niet persoonlijk verdiend hebben of over onszelf hebben afgeroepen.
Als mijn baas een klojo is, zou het kunnen zijn dat ik in die situatie zit omdat ik zelf een klojo was in een vorig leven. OF ik zit in die situatie omdat hij, om wat voor reden dan ook, besloten heeft niet erg aardig te zijn in dit leven. Het is natuurlijk waarschijnlijker dat hij gewoon niet al te gevoelig is, of thuis problemen heeft, of wat dan ook. Hoe het ook zei, het hoeft helemaal niets met mij van doen te hebben.
De tweede misvatting is omdat wat ons gebeurt ons karma is, we er dus niet uit kunnen komen. Maar karma is niet alleen wat we in het verleden voor onszelf en anderen gecreëerd hebben, het is ook wat we nu doen. En dat omvat hoe we nu met een situatie om gaan.
Terug naar die irritante baas: Hoe ik met hem om ga heeft waarschijnlijk invloed op hoe hij met mij om gaat. Ik kan weg lopen. Ik kan de organisatie helpen te groeien voorbij de dingen die mis gaan. Dat is allemaal ook karma en mijn HOUDING bepaalt welk pad ik kies.
Als je vanuit de blik van de niyama’s naar karma kijkt, weet je ook beter wat je met aardbevingen e.d. moet. Als het niet meer is dan een natuurlijk gegeven, dan verdienden de mensen die het ondergaan het niet, en zullen ze dus – door karma – gecompenseerd worden voor hun lijden. Ook: omdat ze NIET verdienden te lijden, is het een goede daad om te helpen wie geholpen kan worden. Dit zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar op de een of andere manier is het dat nooit.
Om Blavatsky te parafraseren: je onthouden van een goede daad, is al een slechte daad. Met andere woorden: als je goed kunt doen en je doet het niet – om wat voor reden dan ook – dan krijg je later karmisch gedoe.