Richard Dawkins is een verstokte atheïst, die een erg smalle opvatting heeft van religie. Eigenlijk snapt hij niet, dat godsdienst en spiritualiteit zeer uiteenlopende benaderingen kent en dat hij dat als wetenschapper niet zomaar op de schop kan nemen. Mensen geloven namelijk toch wat ze zelf willen, daar zal Dawkins ze niet vanaf helpen. Dat wil hij wel, maar hij verlaagt zich tot een simpele moderne Don Quichot die meent dat hij met windmolens zou moeten vechten. Hij vecht met denkbeelden, die niet in zijn wetenschappelijke straatje passen. Eigenlijk zou hij zich niet met dit onderwerp moeten bemoeien als wetenschapper, maar ja, hij doet dat dus wel in zijn boek “God als misvatting”. Ik blijf me afvragen waarom eigenlijk… Hij baseert zich grotendeels op het ontzag dat Albert Einstein ooit had voor de Kosmos, en dat is natuurlijk veel te beperkt om het totale scala aan religieuze uitingen mee te omvatten. De filosoof Friedrich Nietzsche beweerde in de 19de eeuw namelijk al dat God dood was, Dawkins wil dat nog eens dunnetjes over doen. Hij kan goed schrijven, dat moet gezegd worden, maar Nietzsche wist mijns inziens véél meer van religie dan Dawkins ooit zal begrijpen.
Een onevenredig deel van zijn boek “God als misvatting” gebruikt hij voor een beschrijving van de maagdelijke geboorte van Jezus. Maar hij begrijpt helemaal niet wat een “tweede geboorte” betekent in religieus opzicht. Je eerste (geslachtelijke) geboorte is de natuurlijke geboorte als mens, de tweede (ongeslachtelijke) geboorte betekent dat je je conditioneringen doorbreekt en jezelf in spiritueel opzicht als het ware ter wereld brengt; jezelf vindt én bent zoals het bestaan je daadwerkelijk gewild heeft. Niet zoals de wereld om je heen je vormt en wil dat je je gedraagt. Noem het Ontwaken of Verlichting, dat maakt niet zoveel uit. Het is gewoon een mythische beschrijving van de ongeslachtelijke geboorte van Jezus, en dat is pure poëzie. Maar dat begrijpt een dorre wetenschapper als Dawkins niet. Ditzelfde geldt voor het archetypische en tevens mythische verhaal dat we kunnen lezen in het Bijbelse Genesis, over het ontstaan van de “wereld”. Opnieuw is dat op poëtische wijze beschreven, een prachtig verhaal. Maar dat snapt Dawkins niet, en zet er een soort oergodsbegip tegenover, wat hij trouwens zelf heeft bedacht. Alles wat daar niet zo ongeveer mee in overeenstemming is, zou volgens Dawkins bestaan uit pure verzinsels. Het is mij niet duidelijk waar Dawkins nu eigenlijk naar toe wil, behoudens dat uit zijn boek blijkt dat hij een soort vastgeroest biologisch atheïsme aanhangt.
Dawkins stelt zelfs de vraag: “Wie heeft die God dan gemaakt?” hetgeen getuigt van zijn atheïstische eigenwaan. Hij wil kostte wat kost tot het bewijs komen dat er geen redelijke bewijzen zijn voor het bestaan van God, de gebruikelijke uitkomst van wat atheïsten over het algemeen willen uitdragen. Hij haalt er zelfs de kansrekening voor uit de kast, een puur menselijk fenomeen, waar natuurlijk geenszins als conclusie uit kan worden gedistilleerd of er sprake kan zijn van een God of juist niet. Er wordt door Dawkins zelfs een wankele en mijns inziens weinig duidelijke mementheorie tegenaan gegooid, wat eigenlijk niets bewijst. Het gaat te ver om die mementheorie hier helemaal uit te gaan werken, maar het komt er op neer dat de evolutie als het ware over een soort genenstructuur zou beschikken met een mechanisme tot vermenigvuldiging. Hierdoor zou variatie mogelijk worden met als gevolg selectie, waardoor precies die “genen” over zullen blijven die de beste en sterkste kansen in zich dragen. Dawkins ziet hierin een analogie met de menselijke hersenen die ideeën en met name religieuze theorieën kunnen vermenigvuldigen. Dit zou het voortbestaan van religieuze overtuigingen zo ongeveer verklaren, althans wat ik er van begrepen heb. Maar wat is dan echt een meme en wat is nou eigenlijk het gevolg van aangeleerd gedrag e.d. als gevolg van de je omringende cultuur?
Uiteindelijk zwamt hij wat in de rondte over religie en moraal en bespreekt hij op zijn eigen wijze religie in vergelijking met dictatorschap. Zelfs de moraal van Confucius wordt uit de kast getoverd, terwijl zijn bijna-tijdgenoot Lao-Tse mijns inziens een veel duidelijker voorbeeld is van wat religie is. Ook de troostfactor binnen de godsdienst krijgt een atheïstisch kleurtje overgeschilderd. Eigenlijk is zeer de vraag wie Dawkins nu eigenlijk wil overtuigen? Ik vind zijn dikke boek niet erg overtuigend, omdat het er sterk op lijkt dat Dawkins zoals gezegd niet veel begrijpt van spiritualiteit en religie, laat staan van God. Daarbij laat ik uiteraard in het midden of er daadwerkelijk een God bestaat of niet.