Bron: Anguttara Nikaya vertaling van Bhikkhu Bodhi, 2012
Door mij vertaald
Anguttara Nikaya 4.95: Crematie brandstapel
“Monniken, er zijn deze vier soorten personen in de wereld. Welke vier? Iemand die noch voor zijn eigen welzijn noch voor andermans welzijn beoefent; iemand die voor het welzijn van anderen beoefent maar niet voor zijn eigen welzijn; iemand die voor zijn eigen welzijn beoefent maar niet voor het welzijn van anderen; en iemand die zowel voor zijn eigen welzijn als dat van anderen beoefent. (in andere vertalingen wordt dit zo verwoord dat de persoon zich wel/niet inzet om het welzijn van zichzelf en/of anderen te bevorderen, Siebe)
“Monniken, stel dat een crematie brandstapel aan beide uiteinden in lichter laaie zou staan en in het midden zou het ingesmeerd zijn met uitwerpselen, dan zou het niet als aanmaakhout gebruikt kunnen worden in het dorp of in het bos. Ik zeg dat de persoon die noch voor zijn eigen welzijn beoefent noch voor het welzijn van anderen, net zo is.
“Monniken, de persoon die beoefent voor het welzijn van anderen maar niet voor zijn eigen welzijn, is de meest voortreffelijke en meest sublieme van de (eerste) twee personen. De persoon die beoefent voor zijn eigen welzijn maar niet voor het welzijn van anderen, is de meest voortreffelijke en meest sublieme van de (eerste) drie personen. De persoon die beoefent voor het welzijn van zowel zichzelf als dat van anderen is de voornaamste, de beste, de belangrijkste, de superieure en de meest voortreffelijke van deze vier personen.
Net zoals van een koe melk komt; van melk wrongel; van wrongel boter; van boter boterolie; van boterolie de afgeroomde boterolie, dat als het beste van al deze wordt gewaardeerd; zo is ook de persoon die zowel het welzijn van zichzelf als dat van anderen beoefent, de voornaamste, de beste, de belangrijkste, de superieure en de meest voortreffelijke van deze vier personen”.
Verder, sterk samengevat
Anguttara Nikaya 4.96
-Iemand die noch voor zijn eigen welzijn oefent/inzet noch voor het welzijn van anderen, is niet bezig om de eigen hebzucht, haat en begoocheling te verwijderen noch moedigt hij anderen aan dat te doen.
-Iemand die voor zijn eigen welzijn beoefent en niet voor het welzijn van anderen, oefent zich er in om zijn eigen hebzucht, haat en begoocheling te verwijderen maar moedigt anderen niet aan dat ook te doen.
-Iemand die voor andermans welzijn beoefent en niet voor zijn eigen welzijn, die moedigt anderen aan om bij zichzelf hebzucht, haat en begoocheling te verwijderen maar traint zich er zelf in niet in om de eigen hebzucht, haat en begoocheling te verwijderen.
-Iemand die zowel voor zijn eigen welzijn oefent als voor dat van anderen, traint zich er in om de eigen hebzucht, haat en begoocheling te verwijderen en moedigt anderen ook aan om hebzucht, haat en begoocheling bij zichzelf te verwijderen.
In Anguttara Nikaya 4.99 wordt dit op soortgelijke manier uitgewerkt voor het niet-doden, stelen, sexueel wangedrag, liegen en het drinken van alcoholische of bedwelmende dranken (de oorzaak van onachtzaamheid).
Zie ook tussenliggende sutta's.
Siebe