Je hebt ook geen kennis van het ontstaan en verdwijnen van het lichaam.
Kennis is iets wat je opdoet met brein, met lichaam.
Op vlak van kennis kan het zien ontstaan en verdwijnen van het lichaam dus ook niet bestaan.
Dus daar kunnen we geen kennis over uitwisselen, alleen maar over het proces van wegvallen van de khandha's.
Ik weet niet hoe de woudmonikken daar toe komen, maar in Dzogchen bijvoorbeeld kom je tot de leegte via de geest
In de ontdekking van het potentieel tot lichaam, tot het zich vormen van alles, zie je ook dat alles uit dat potentieel gevormd is, zelfs zaken die vanuit een menselijk perspectief erg vast lijken. Maar het is geen zien zoals met de ogen, het is een zien vanuit dat potentieel, vanuit die leegte.
Ik kan dat proberen beschrijven als een wegvallen van het maken van vormen, m.a.w. ogen krijgen nog informatie binnen maar die informatie is niet meer gevormd tot iets, geen kleuren, geen vormen, en dit voor alle zintuigen. Van daaruit ontstaan er weer vormen, kleuren, lichamen. Tot zover wat nog te beschrijven is en grotendeels te volgen is. Je ziet de vormen die zich voor je ogen vormen ontstaan. De vormen waren er niet, er was alleen informatie, licht als je wil, maar ze werden niet tot iets gevormd. Dan komt heel dat proces van bewustzijn en contact met de informatie weer op gang, en zie je de vormen ontstaan. Ook de vorm van je lichaam, je identiteit en dergelijke.
Via de eigen geest kom je tot zulke vaststellingen, maar dit zegt inderdaad nog niets over de wereld "buiten" die geest.
Nu kom ik op heel glad ijs, en eens te meer zou ik hier gewoon beter zwijgen, maar je blijft maar volhouden dat ik het over een perspectief heb, of iets transcendent. Maar het is juist dat deze geest, dit perspectief zelf kan gezien worden als iets dat ontstaat. Dat perspectief kan zelf ook nog wegvallen. Wat dan overblijft is enkel potentieel, maar nog voor er iets uit voortgekomen is. Potentieel tot het zich vormen van een perspectief die een lichaam ziet als iets redelijks vast, het perspectief van door de ogen van een lichaam te kijken, maar ook het perspectief die een elektron ziet draaien rond leegte en zelf ook bestaat uit leegte. Niet letterlijk te nemen. Pfff... Het gaat om te zien dat een bepaald perspectief iets als vast ziet en een ander perspectief datzelfde als heel beweeglijk ziet, m.a.w. dat een vast iets iets is dat zich maar in een perspectief kan vormen, en dus steeds een perspectief is.
Stel het je voor als dit heelal hier met allemaal sterren die bewegen en je kijkt hiernaar en je ziet geen lichaam. Maar als je heel erg zou uitzoomen dat duidelijk wordt dat al die sterren en planeten een lichaam vormen. Puur voorstellen, puur metaforisch. Is er dan nu wel dat lichaam of is het er niet? Beiden zijn waar, maar vanuit een ander perspectief. Dat... zien dat alles een perspectief is, en dat elk perspectief zich ook vormt, dat is het dichts dat ik kan geraken bij een beschrijvingen van zien vanuit het perspectiefloze: alle mogelijke perspectieven zien en zien dat ze enkel gelden binnen hun perspectief. In die zin is er geen vast lichaam, maar is er bewegende leegte, door bepaalde perspectieven gezien en beleefd als een vast lichaam.
Het zien van het vormen van elk perspectief is mogelijk, alleen niet uit te leggen, en niet te vatten met kennis erover.
Dzogchen introduceert je tot die potentie tot elk perspectief, niet tot weer een nieuw perspectief. Natuurlijk kan je hier blijven op reageren dat die potentie toch ook weer een perspectief is, en weerleggen kan ik dat niet, omdat het zo klinkt, je kan niets beschrijven zonder een perspectief van te maken. En toch is het zien dat dit beschrijven ook maar weer een perspectief is, en dat alles een perspecitief is mogelijk. Noem het wat je wil, maar het heeft wel degelijk een impact op wat je ziet voor vast te houden of juist niet meer. Zelfs een lichaam, zelfs een steen, zelfs het perspectief dat lichaam en steen ziet. Niets van dit alles is nog als vaste werkelijkheid gepinpoint, ook al blijft de ervaring hetzelfde, de ervaring van een lichaam, van een steen, die als je die gooit tegen een lichaam een ervaring van pijn geeft, niets van die ervaring verdwijnt. Alleen is de ervaring gezien als maar één van de vele potentiele perspectieven, waarbij er perspectieven mogelijk zijn waarbij een steen een lichaam nooit echt kan raken, maar leegte gewoon danst met andere leegte, en ook dit is maar weer één van de ontelbare perspectieven.
Je wilt weten Siebe en dat kan ik hiermee niet geven, waarschijnlijk alleen maar meer verwarring. Daarom, pfff, laten we het gewoon weer rusten? Het heeft geen zin steeds tot die uithoeken van beschrijving proberen te komen om het dan weer weg te zetten als de zoveelste beschrijving. Laat het er misschien bij dat sommige tradities soms verder gaan dan het brein aankan om tot daadwerkelijke ontdekking te komen wat de Boeddha met woorden en inzichtelijk inzien heeft proberen aanwijzen. Dzogchen vertrekt daarbij met onderzoek van de eigen geest, de eigen perceptie, maar eindigt daar niet, maar waar het dan wel eindigt kan met geen geest gevat worden, is niet logischt te beredeneren, is niet aantoonbaar.
En het gaat daarbij helemaal niet om waarheid te doorgronden, of de werkelijkheid te doorgronden, het komt er enkel op neer te zien dat wat we ervaren als werkelijkheid sowieso gevormd is, zonder de noodzaak het proces hoe zich dat vormt te begrijpen, alleen dat het gevormd is. Dat is alles. Geen hoe of waarom. Geen wetenschappen. Het onderzoek naar de geest, waar Dzogchen begint, is niet om iets te vinden, maar om te vinden dat ook geest gevormd is. Daar en alleen daar is het onderzoek op gericht, niet op te weten.