Je kan er tranen van in je ogen krijgen
1. Er zijn mensen die zijn van mening dat als je de ui afpelt, schil voor schil, steeds verder, dan kom je tot de essentie van de ui. Dat is dan je goddelijk zelf, je ziel, je zelf, en dat waartegen je 'Ik ben dat" moet zeggen.
2. Er lijken ook mensen die zeggen dat als je de ui afpelt, schil voor schil, steeds dieper, steeds verder, dan blijkt dat er eigenlijk geen kern te zijn. De essentie van de ui is juist zijn essentieloosheid, zijn kernloosheid, zelfloosheid. Na afpellen liggen alleen maar schillen op de vloer. Dus, deze groep denkers zien het dus als een foute zienswijze dat je al pellend tot de essentie/kern/het zelf van de dingen kan komen.
Ik weet wel dat sommige boeddhisten juist vinden dat wat boeddhisme uniek maakt, en juist anders dan hindoeisme, advaita, mystiek, is dat er geen kern is in de ui. Je kunt helemaal niet tot een essentie van jezelf komen, vinden zij. Als je de uit afpelt, blijken er alleen maar de 5 schillen van het lichaam, gevoelens, wilsformaties, herinneringen, bewustzijn, de vijf khandha's waaraan instinctief gehecht wordt en die ervaren worden als Ik en mijn. En als je bevrijding wilt realiseren moet je die belevingswijze van Ik en mijn begrijpen als iets wat instinctief wordt toegevoegd aan wat wordt ervaren, en oorzaak van lijden is. Het is gehechtheid. Dit impliceert ook dat zij vinden dat er helemaal geen antwoord is op de vraag, wie of wat ben Ik. Je bent als het ware waarmee je je tijdelijk identificeert. Je bent wat je wordt.
Maar volgens mij zijn er ook zat boeddhisten die juist vinden dat de Boeddha leerde dat je tot een essentie kan komen,
weliswaar niet als een soort persoonlijke kern van de ui, want dat ontkennen volgens mij wel (vrijwel, altijd wat reserve openlaten in boeddhisme) alle boeddhisten, maar wel als een soort essentie in de vorm van iets wat transcendend is, onveranderlijk, en waarvan je niet kunt zeggen...het is hier of daar...bestaat of niet-bestaat, en ook niet kunt aanduiden in termen van tijd, zelfs niet in termen van eeuwig.
Zij geloven dus dat na pellen van de ui er niet alleen maar schillen zijn maar iets anders komt tevoorschijn.
De eerste groep bestrijdt dat want dit soort ideeën waren al bekend in de tijd van de Boeddha en zijn eigenlijk zo goed als eigen aan elke religie. Zijn staan er op dat Boeddhisme anders is.
Het onderwijst geen Brahman noch Atman noch versmelting van Atman met Brahman, noch uitdoven in Brahman, noch het zien dat je eigenlijk Brahman bent.
De tweede groep denkers staat er op dat een instructie als "
dit ben ik niet, dit is niet van mij, niet mijn zelf' bedoelt is de beoefenaar te begeleiden naar directe kennis van die essentie, de grond of hoe je dat ook maar wilt noemen. De groep zegt als het ware...je moet die instructie letterlijk nemen...je bent dat niet, je bent iets anders, je bent het Brahman, het Zijn, het Absolute, God.
Dit vind ik twijfelachtig, want het letterlijk nemen dat je niet het lichaam, gevoel, etc bent leidt tot allerlei absurde toestanden. Het is helemaal niet gezond.
Wat ik ook zie is dat de visie dat je in werkelijkheid het Zijn, een grond, Het Brahman bent, leidt tot allerlei extreem gekunstelde visies en verdeeldheid.
Want dan krijg je redeneringen als...als het Zijn heb ik geen wil, maar als Persoon wel...Of als het Zijn ben ik onsterfelijk maar als Persoon ben ik sterfelijk.
Dit is denk geen boeddhisme want de Boeddha leert in DN1 dat zulke visie van gedeeltelijk eeuwig en gedeeltelijk vergankelijk zijn, verkeerde visie is.
Dit kunnen we denk ik wegstrepen. Dit lijkt me geen Dhamma.
Ook leert de Boeddha dat onderdeel van juiste visie is: "er IS vader en moeder'' ...wat lijkt te impliceren dat het onjuist is denken dat je NIET lichaam en geest bent.
Kijk als je je helemaal niet zou identificeren met het lichaam bijvoorbeeld dan is er ook niet zoiets als je vader en moeder.
Ook zijn er sutta's die aangeven dat het idee van een volledig transcendente (aard van de) Boeddha of Tathagata, los van de 5 khandha's, ook niet juist is. Zo moeten we kennelijk ook weer niet de Tathagata voorstellen. Ook dit impliceert weer, vind ik, dat je die instructie van
dit ben Ik niet, dit is niet van mij, dit is niet mijn zelf ook weer niet te letterlijk moet nemen.
Maar om boeddhisme te beoefenen is dit allemaal niet nodig te weten, volgens mij. Je kunt je altijd gewoon richten op wat hier en nu direct voor jezelf kenbaar is, aan neigingen, gevoelens, emoties, zelfbeelden etc... en onderzoeken hoe ze bijdragen aan je lijden etc. Dat is volgens mij ook wat Boeddha bedoeld in MN2 als ie zegt,
richt je niet op vragen als: wie was ik, wie ben ik, wat zal ik worden, maar richt je op wat je hier en nu kent en onderzoek hoe dit uitpakt, zorgt het voor lijden? Doe er afstand van. Over dit soort dingen wordt eindeloos gedebateerd binnen de boeddhistische Sangha's ook. Er is geen consensus. Je kunt volgens mij niet meer zeggen dat de Sangha spreekt met 1 mond.
Het maakt het er niet makkelijker op. Aan de andere kant is het wellicht de beste uitnodiging om alles zo goed mogelijk voor jezelf te onderzoeken.