Het zien van jezelf als innerlijk kind kan een krachtig hulpmiddel zijn bij het streven naar eenheidsbewustzijn. Door je te verbinden met je oorspronkelijke zelf, kun je een gevoel van puurheid, kwetsbaarheid en verbondenheid ervaren. Het is een reis naar binnen, waarbij je de wereld met nieuwe ogen bekijkt.
Een voorbeeld:
Stel je voor dat je in een bos loopt. Als innerlijk kind zou je misschien onder een boom kruipen, naar de bladeren kijken en je afvragen hoe ze zo mooi kunnen zijn. Je zou misschien een paddenstoel vinden en je afvragen waar die vandaan komt. Door deze kinderlijke nieuwsgierigheid te omarmen, kun je een diepere verbinding voelen met de natuur en alles wat leeft.
Wie dat niet meer kan is dringend aan therapie toe, en dat zijn een hele hoop mensen. Tegen 2030 wordt een depressie volksgezondheid probleem nummer één hoorde ik gisteren op de radiod.
Dit appel op het innerlijk kind, vind ik, wakkert alleen maar bepaalde verlangens aan, idealen ook vooral, bijvoorbeeld dat je in een eenheidsbewustzijn moet leven. In een staat van verwondering en verbinding. Het legt mensen ook alleen maar druk op.
Het intellect is dàt wat ziek maakt.
Wij houden ziekelijk vast aan ons intellect en ons dagbewustzijn, waarmee wij geloven alles te doorzien. Komt dan de eis: ‘loslaten’, dan ontstaat angst, want het verlies lijkt ons te groot.
Alsof onder natuurvolken of onder leiding van de sjamanen er geen ellende, ziekte, alles vredig is. Nee hoor, eigenlijk heeft het intellect heel wat meer verdienste opgeleverd als het gaat om het onderzoek naar de oorzaak van hoe zaken gaan en bestaan en bijvoorbeeld plagen, ziekten, rampen ontstaan. Als je de spirituele verklaringen moet geloven zaten we nog middenin magisch denken en stierven mensen massaal aan ziekten die nu redelijk eenvoudig zijn te behandelen.
Als je het allemaal gewoon nuchter onderzoekt, zit er nauwelijks enige verdienste in al die wilde ideeën die magisch zijn, zogenaamde diepzinnige verklaringen, vaak gevoed door een anti-intellectuele houding. Schermen met intuitie als enige bron van ware kennis, hoort hier ook standaard bij...Maar hebben die mensen zelf wel het vermogen om intuitie te scheiden van verbeelding?
Laten we wel wezen, wij mensen hebben een grenzeloze behoefte om te weten hoe iets komt, en dus ook hoe je van die ziekte etc. geneest. Als je eenmaal iets hebt, niet naar je zin, dan kunnen we bijna niet stoppen te begrijpen waarom we dat hebben. Van oudsher verzinnen wij de wildste verklaringen. Vooral de sjamanen en zogenaamde zieners doen dat. In hun met middelen opgewekte toestanden etc, hebben ze opeens geweldige inzichten...ja, ja...
Maar bekijk het eens nuchter...er zit nauwelijks enige verdienste in.
Ik sluit dus aan bij Grof en zijn collega's die een meer mystiek pad voor ogen hebben, waarin het ik zich oplost in de kosmos.
Simpelweg gezegd is de mens zijn waren bestemming dit > Eenheidsbewustzijn, wat eveneens het doel van Advaita vedanta en het boeddhisme is.
Een
Ik dat opgelost in de kosmos. Dat is naar mijn smaak hysterie.
Het nuchtere perspectief is volgens mij:
In de cognitieve stroom, die iets individueels van aard is, omdat het is verbonden met een uniek lichaam, zintuigen, uniek zenuwen, uniek brein, wordt informatie vanuit de zintuigen verwerkt.
Dit is een unieke bewustzijnsstroom, voor ieder wezen anders. Van oudsher kleeft er van alles aan ons. Dat veroorzaakt in deze stroom van cognitieve momenten een mengelmoes van belevingen. Een samenklontering, een aggregatie van gevoelens, associaties, herinneringen, emoties, perceptie, visie etc. Het loopt als een wirwar door elkaar. Die wirwar IS onze beleving dan.
Er komen vaak volautomatisch neigingen op gang. Een van de krachtigste is de neiging een entiteit-Ik te verbeelden dat aan de basis staat van voelen, denken, willen, kennen.
"Ik zie, Ik ken, Ik voel". Het wordt zo beleefd nietwaar?
Naar mijn smaak leren de sutta's dat dit geen natuurwet is, maar ook iets, een indruk, wat wordt veroorzaakt en kan verdwijnen.
Net als boosheid kan worden getriggerd met zintuiglijke contact als voorwaarde, wordt ook zoiets getriggerd.
Wat de Pali sutta's mijns inziens leren is dat er een einde kan komen aan het triggeren van zulke neigingen.
Als zulke neigingen niet meer worden getriggerd, zelfs niet het Ik maken van het kenvermogen van bewustzijn, lost niet een Ik op, maar lost lijden op, belasting door de verkeerde visie dat het kenvermogen een entiteit Ik is.
Het cognitieve proces, verwerking van informatie vanuit de zintuigen, is ook nu nog altijd iets indvidueels volgens mij, alleen het blijft nu vrij van alle aan ons klevende informatie die zorgt voor beklemming en belasting van lichaam en geest. Alleen de belasting van een gezuiverde cognitieve stroom resteert nog.
Ik hou wel open dat informatie verwerking ook kan stilvallen.
Een Ik dat oplost in de kosmos is volgens mij het hysterisch perspectief van iemand waarin wijsheid niet geleidelijk is gegroeid. Wiens geest niet geleidelijk maar zeker ontnuchterd is aan alle belevingen. Gegrond. Afwijkende belevingen zijn vaak opgewekt onder invloed van psychedelica, afwijkend ademen, zintuiglijke deprivatie, of ontstaan onder invloed van stress of onder grote psychische druk staan, werken met chakra's zonder begeleiding. Dit leidt volgens mij allemaal tot de wildste ervaringen/belevingen. Omdat het allemaal zo extreem is, (want het is ook opgewekt door iets extreems) maakt wat beleefd wordt ook diepe indruk. De waarheid wordt gezien, de werkelijkheid zelf, het Absolute, God, het ultieme. De belevingen zijn zo extreem dat het niet in nuchterheid kan worden gezien, laat staan achteraf geduid, volgens mij.
Het aspect van geleidelijk maar zeker ontnuchteren is cruciaal in de Pali sutta's.