Deel 1. Wat Nibbana niet isIn
Digha Nikaya 1, Brahmajala Sutta, wordt via tweeenzestig verkeerde visies inzichtelijk gemaakt wat de leer niet is. Onderdeel daarvan zijn vijf verkeerde visies over
Nibbana hier en nu. Ik heb dit deel hieronder vertaald:
§3.19. “Monniken er zijn enkele asceten en Brahmanen die zijn verkondigers van
Nibbana Hier en Nu, en die
Nibbana hier en nu voor een bestaand wezen op vijf manieren verkondigen? Op welke gronden?
§3.20. [verkeerde visie 58] ‘Hier verklaart en koestert een bepaalde asceet of Brahmaan de visie:” in zoverre dit zelf, zijnde ingericht en toebedeeld met de vijfvoudige zintuiglijke genoegens, zich aan hen overgeeft, dan is dat wanneer het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu realiseert”. Zo verkondigen sommigen het.
§3.21. [verkeerde visie 59] ’Een ander zegt tegen hem: “Heer, er is zo’n zelf als u beschrijft. Ik ontken dat niet. Maar dat is niet waar het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu realiseert. Hoezo? Omdat, heer, zintuiglijke genoegens vergankelijk zijn, leedvol en onderhevig aan verandering, en vanuit hun verandering en omzetting ontstaat smart, gejammer, pijn, verdriet en radeloosheid. Maar wanneer dit zelf, onthecht van zintuiglijke verlangens, onthecht van onheilzame staten, de eerste jhana binnengaat en er in verwijlt, dat vergezeld gaat van gedachten en redenerend denken, en de vreugde en geluk geboren vanuit onthechting, dat is wanneer het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu realiseert”.
§3.22. [verkeerde visie 60] ‘Een ander zegt tegen hem: “Heer, er is zo’n zelf dat u beschrijft. Maar dat is niet wanneer het zelf
Nibbana bereikt. Hoezo? Omdat vanwege gedachten en redenerend denken die staat als grof wordt beschouwd. Maar wanneer het zelf door het bedaren van gedachten en redenerend denken de tweede jhana binnengaat en er in verwijlt, met innerlijke kalmte en eenheid van geest, dat vrij is van gedachten en redenerend denken en geboren wordt vanuit concentratie, en vergezeld door vreugde en geluk, dat is wanneer het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu realiseert”.
§3.23. [verkeerde visie 61] ‘Een ander zegt tegen hem: “Heer, er is zo’n zelf als u beschrijft. Maar dat is niet wanneer het zelf
Nibbana bereikt. Hoezo? Omdat vanwege de aanwezigheid van vreugde er mentale opwinding is, en die staat wordt als grof beschouwd. Maar wanneer het zelf, bij het afnemen van vreugde, in gelijkmoedigheid verwijlt, indachtig en helder bewust, in zijn eigen lichaam dat geluk ervarend waarvan de Edelen zeggen: ‘Iemand die gelijkmoedigheid en indachtigheid heeft, verblijft gelukkig’, en zo de derde jhana binnengaat en er in verwijlt, dat is wanneer het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu realiseert’.
§3.24. [verkeerde visie 62] ‘Een ander zegt tegen hem: “Heer, er is zo’n zelf dat u beschrijft. Dat ontken ik niet. Maar dat is niet waar het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu ervaart. Hoezo? Omdat de geest het idee van geluk bevat en die staat wordt als grof beschouwd. Maar wanneer, bij het afstand doen van plezier en pijn, met het verdwijnen van het eerder geluk en smart, men een staat voorbij plezier en pijn binnengaat en er in verwijlt, de vierde jhana, dat gezuiverd is door gelijkmoedigheid en indachtigheid, dat is waar het zelf het hoogste
Nibbana hier en nu ervaart”. Dat is hoe sommigen het hoogste
Nibbana hier en nu voor een bestaand wezen verkondigen.
§3.25. ‘Dit zijn de vijf manieren waarop deze asceten en Brahmanen een leer van
Nibbana hier en nu voor een bestaand wezen afkondigen.
(...)
§3.42. [verkeerde visie 58-62] ‘Wanneer diegene die verkondigers zijn van een
Nibbana Hier en Nu,
Nibbana hier er nu voor een bestaand wezen verkondigen op vijf gronden, is dat enkel het gevoel van diegenen die niet weten en zien, het getob en weifelen van diegenen ondergedompeld in hunkering”.
Hier zie je dus uitgelegd worden dat opgaan in zintuiglijke genoegens niet wordt begrepen als
Nibbana noch de vier genoemde jhana-stadia. Het is natuurlijk wel verleidelijk om bepaalde bijzondere ervaringen, bijvoorbeeld ervaringen van grote kalmte en vrede of vreugde of ruimtelijkheid etc. aan te zien voor
Nibbana hier en nu maar dit vraagt dus wel om enige onderscheiding.
In
Majjhima Nikaya 75 spreekt de omzwervende Magandiya ook over
Nibbana. De Boeddha vraagt hem dan wat die gezondheid, dat
Nibbana is waarover hij spreekt.
§19... “de omzwervende Magandiya wreef met zijn handen over zijn ledematen en zei: “Dit is die gezondheid, Meester Gautama, dit is dat
Nibbana; want ik ben nu gezond en gelukkig en niets kwelt/stoort me”. De Boeddha zegt dan:
§20. “Magandiya, stel dat er blind geboren man was die niet lichte en donkere vormen kon zien, die niet blauwe, gele, rode of roze vormen kon zien, die niet kon zien wat effen was en oneffen, die niet de sterren of de zon en maan kon zien. Hij zou een man met goed gezichtsvermogen kunnen horen zeggen: ‘Goed inderdaad, heren, is een witte stof, mooi, smetteloos en schoon!’, en hij zou op zoek gaan naar een witte stof. Daarna zou een man hem bedriegen met een vies besmeurd kledingstuk, aldus: ‘Goede man, hier is een witte stof voor je, mooi, smetteloos en schoon’. En hij zou het accepteren en aantrekken, en tevreden er mee zou hij zulke woorden van voldoening uiten: ‘Goed inderdaad, heren, is een witte stof, mooi, smetteloos en schoon!’. Wat denk je Magandiya? Toen die blind geboren man dat vieze besmeurde kledingstuk accepteerde, het aantrok, en tevreden er mee woorden van voldoening uitte, aldus: ‘Goed inderdaad, heren, is een witte stof, mooi, smetteloos en schoon!’- deed hij dat wetend en ziend, of vanuit vertrouwen in de man met goed gezichtsvermogen?”.
“Eerwaarde heer, hij zou dat onwetend en ongezien zo gedaan hebben, vanuit vertrouwen in de man met goed gezichtsvermogen”.
§21. “Zo zijn, Magandiya, ook de rondtrekkenden van andere sekten blind en visieloos. Ze kennen gezondheid niet, ze zien
Nibbana niet, niettemin uiten ze deze stanza:
‘Het grootste profijt is gezondheid
Nibbana is de grootste gelukzaligheid’.
Deze stanza werd door eerdere Gerealiseerden, de Volledig Verlichten uitgesproken, aldus:
‘Het grootste profijt is gezondheid,
Nibbana is de grootste gelukzaligheid,
Het Achtvoudige pad is het beste van alle paden,
Want het leidt veilig naar het Doodloze’.
“Nu is het geleidelijk actueel geworden onder de mensen (alleen de eerste twee regels zijn onder de mensen actueel geworden en niet de laatsten, die over het Pad dat tot het Doodloze leidt en de ware betekenis van
Nibbana, als het Doodloze, onthult, noot745).
En hoewel dit lichaam, Maganidya, een ziekte is, een gezwel, een angel, een calamiteit, een aandoening, naar dit lichaam verwijzend zeg jij: ‘Dit is deze gezondheid, Meester Gautama, dit is dat
Nibbana’. Je hebt niet die edele visie, Magandiya, door middel waarvan je gezondheid zou kunnen kennen en
Nibbana zien”.
Magandiya vraagt dan om onderricht, om kort te gaan, Boeddha zegt:
(...)§25. “Magandiya ga dan om met waarachtige mensen. Wanneer je met waarachtige mensen omgaat, zal je de ware Dhamma horen. Wanneer je de ware Dhamma hoort, zal je in overeenstemming met de ware Dhamma beoefenen. Wanneer je in overeenstemming met de ware Dhamma beoefent, zal je voor jezelf het aldus weten en zien: ‘Dit zijn ziekten, gezwellen, en angels; maar hier eindigen deze ziekten, gezwellen en angels zonder enig overblijfsel (noot 747, dit verwijst naar het eindigen van de khandha’s). Met het eindigen van mijn vastklampen/hechten komt beëindiging van bestaan/worden; met het beëindigen van bestaan/worden, de beëindiging van geboorte; met de beëindiging van geboorte, eindigen verouderen en dood, smart, gejammer, pijn, verdriet en radeloosheid. Zo is de beëindiging van deze gehele bulk van lijden”.
Aan het einde van de sutta wordt beschreven dat Magandiya uiteindelijk
Nibbana binnenging en er in verbleef.
Enige persoonlijke roerselen:
Soms wordt van boeddhisme een soort levenskunst gemaakt, althans dat is mijn beeld er van, waarin de as van het wiel niet meer piept en kraakt, niet maar aanloopt, alles soepel loopt, de mens niet meer verkrampt etc. Ik ben er niet gerust op. Het neigt mij teveel naar het soort
Nibbana wat hier boven wordt beschreven en ver af staat van
Nibbana in de betekenis van het Doodloze.
Het is natuurlijk mooi dat in je leven niks piept of kraakt maar hoelang duurt zoiets? Uiteindelijk is er toch de waarheid van lijden, van ziek worden, verouderen, verzwakken, jeugdigheid verliezen, energie, vaardigheden, misschien dement worden, moeite, zeer, pijn, verlies, ellende en het sterven.
De obsessie voor jeugdig blijven, gezond blijven, blijven leven, het beschermt ons niet. Ik geloof dat zolang we
Nibbana niet gezien hebben, niet gerealiseerd, we toch gewoon onbeschermd zijn.
Het kan wel voor de wind gaan, lang of kortdurend, maar het is hoe dan ook geconditioneerd. Het zal eindigen. Het is alleen maar een oorzaak van lijden als je gehecht raakt aan een niet aan slijtage en verval onderhevig bestaan, vrij van ziekte, moeilijkheden en problemen. Ik kan het weten!
Vrijwel al het geluk in de wereld bestaat, is mijn indruk, dankzij het gevoel dat we iets bereikt hebben, iets bezitten, het goed gaat, voor de wind, er controle is, maar het is allemaal zo broos. Vooral dat gevoel van controle is voor ons heel belangrijk weet ik. Het blijven luchtkastelen, zandkastelen waar we ons aan proberen vast te grijpen. Hoe geweldig mooi zou het zijn dat we
Nibbana zouden zien en realiseren en we vrij hiervan zouden worden. Laten we wel wezen, dan zijn we op een waarachtige manier niet meer verkrampt!
Dit besluit deel 1.
Siebe