Auteur Topic: De relatie tussen visie, kamma en gevolgen.  (gelezen 5972 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
De relatie tussen visie, kamma en gevolgen.
« Gepost op: 26-08-2015 19:59 »
[bron: Anguttara Nikaya vertaling van Bhikkhu Bodhi, 2012. Tekst door mij vertaald in Nederlands.]

Anguttara Nikaya 1.314 (9)

“Bhikkhu’s, voor een persoon van verkeerde visie, welk fysiek karma, verbaal kamma en mentaal kamma hij dan ook opwekt/aansticht en onderneemt in overeenstemming met die visie, en wat zijn wil, geneigdheid en intentionele activiteiten dan ook zijn, allen leiden tot wat niet wenselijk is, niet verlangd en onplezierig is, tot nadeel en lijden. Om welke reden? Omdat de visie slecht is.
Veronderstel, bhikkhu’s, een zaadje van neem (Azadirachta indica, Siebe), bittere komkommer of bittere kalebas werd in de vochtige grond geplant. Welke voedingsstoffen het ook uit de grond en het water opneemt, het zou allemaal leiden tot diens bittere, bijtende en onaangename smaak. Om welke reden? Omdat het zaad slecht is. Zo ook voor een persoon van verkeerde visie. Welk fysiek karma, verbaal kamma en mentaal kamma hij dan ook opwekt/aansticht en onderneemt in overeenstemming met die visie, en wat zijn wil, geneigdheid en intentionele activiteiten dan ook zijn, allen leiden tot wat niet wenselijk is, niet verlangd en onplezierig is, tot nadeel en lijden. Om welke reden? Omdat de visie slecht is".

Anguttara Nikaya 1.315 (10)

“Bhikkhu’s, voor een persoon van juiste visie, welk fysiek karma, verbaal kamma en mentaal kamma hij dan ook opwekt/aansticht en onderneemt in overeenstemming met die visie, en wat zijn wil, geneigdheid en intentionele activiteiten dan ook zijn, allen leiden tot wat wenselijk is, verlangd en plezierig is, tot welzijn en geluk. Om welke reden? Omdat de visie goed is.
Veronderstel, bhikkhu’s, een zaadje van suikerriet, heuvel rijst, of een druif werd in de vochtige grond geplant. Welke voedingsstoffen het ook uit de grond en het water opneemt, het zou allemaal leiden tot diens zoete, aangename en verrukkelijke smaak. Om welke reden? Omdat het zaad goed is. Zo ook voor een persoon van juiste visie. Welk fysiek karma, verbaal kamma en mentaal kamma hij dan ook opwekt/aansticht en onderneemt in overeenstemming met die visie, en wat zijn wil, geneigdheid en intentionele activiteiten dan ook zijn, allen leiden tot wat wenselijk is, verlangd en plezierig is, tot welzijn en geluk. Om welke reden? Omdat de visie goed is”.

Ik denk dat dit een belangwekkende tekst is. Ook in discussies over kamma. Als we aannemen dat dit verwoordt wat de Boeddha gezegd en bedoeld heeft, dan toont het bijvoorbeeld dat de Boeddha niet perse onderwijst dat goede intenties tot geluk lijden of tot voorspoed. Niet intentie is het zaadje maar de visie die de intentie aansticht, of de visie die er achter zit. Als de visie niet goed is, niet juist, dan kun je nog zulke beste intenties hebben, het gevolg is niet wenselijk, geen welzijn.

Ik vind dit opvallend afwezig in discussies over kamma. Regelmatig lees ik dat de intentie de kwaliteit van een daad bepaalt. Dat motivatie de bepalende factor is. Goede motivatie, goede intentie, goede daad, goed gevolg. Maar uit deze tekst kun je dat mijns inziens niet opmaken. Daden, kamma, intentie, wil, daar zit meestal een bepaalde visie achter, een bepaalde perceptie, een bepaald begrip, soort wijsheid. Het lijkt me dat dit fragment zegt dat dit eigenlijk de kwaliteit van intentie, daad en ook gevolg bepaalt.

Benieuwd wat jullie er van vinden.

Siebe





Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
Anguttara Nikaya 10.47, Mahali
« Reactie #1 Gepost op: 01-09-2015 12:28 »
[bron: Angutarra Nikaya vertaling van Bhikkhu Bodhi, 2012. Waar in de tekst “...” staan herhaalt de tekst zich zoals er voor. Door mij vertaald].

Anguttara Nikaya 10.47 (7), Mahali

“De Gezegende verbleef eens te Vesali in de hal met het puntdak in het Grote Woud. Toen benaderde Mahali, de Licchavi, de Gezegende, betoonde hem eerbied, ging terzijde zitten en zei tegen hem:
“Bhante, wat is de oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van slecht karma, voor het zich voordoen van slecht kamma*?
“Mahali, (1) hebzucht is een oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van slecht kamma, voor het zich voordoen van slecht kamma. (2) Haat is een oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van slecht kamma, voor het zich voordoen van slecht kamma. (3) Begoocheling is een oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van slecht kamma, voor het zich voordoen van slecht kamma. (4) Onzorgvuldige aandacht is een oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van slecht kamma, voor het zich voordoen van slecht kamma. (5) Een verkeerd gerichte geest is een oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van slecht kamma, voor het zich voordoen van slecht kamma.
“Bhante”, wat is de oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van goed karma, voor het zich voordoen van goed kamma?
“Mahali (6) niet-hebzucht is een oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van goed karma, voor het zich voordoen van goed kamma? (7) Niet-haat is een is een oorzaak en voorwaarde...(8} Niet-begoocheling is een oorzaak en voorwaarde...(9) Zorgvuldige aandacht is een oorzaak en voorwaarde...(10) Een op de juiste manier gerichte geest is de oorzaak en voorwaarde voor het verrichten van goed karma, voor het zich voordoen van goed kamma.
“Als deze tien grondbeginselen niet bestonden in de wereld, Mahali, zou onjuist gedrag, gedrag tegengesteld aan de Dhamma, en juist gedrag, gedrag in overeenstemming met de Dhamma, niet worden gezien. Maar omdat deze tien grondbeginselen in de wereld bestaan, worden onjuist gedrag gedrag, gedrag tegengesteld aan de Dhamma, en juist gedrag, gedrag in overeenstemming met de Dhamma, gezien”.

*noot 2052: “Vanwege de ambivalentie van het woord kamma (dat zowel “een daad” betekent en “de mogelijke gevolgen veroorzaakt door een daad”), kunnen de vraag en het antwoord ook geformuleerd zijn in termen van “een slechte daad”. Hetzelfde geldt voor het vervolg met betrekking tot goed kamma)

Bemerkingen: (pas op: gevaar voor Siebisme)
De drie primaire emoties van hebzucht (lobha), haat (dosa) en begoocheling (moha) verwijzen niet zozeer naar drie verschijnselen maar eerder naar drie categorieën, heb ik begrepen. In de categorie lobha zitten al die soorten emotionele reacties waarbij de geest met een vorm van wil/aantrekking/verlangen/wellust/zin/zucht reageert op wat het ervaart (ziet, hoort, proeft, etc), inclusief mentale zaken. Dus als je bijvoorbeeld honger hebt naar het idee dat je beroemd wordt of veel eer te beurt zal vallen, dan schijnt die eer-zucht er ook onder te vallen.

In de categorie dosa vallen al die soorten emotionele reacties waarbij de geest met een vorm van niet-willen/weerzin/afstoten/verzet/ergernis/woede/irritatie/haat reageert op wat het ervaart (incl. het mentaal  domein van ideeen en beelden).

De categorie moha vind ik zelf wat lastiger maar er valt onder verblinding, onbewustheid, illusie. Ik denk dat het ook uitgebreid kan worden met onverschilligheid, naieviteit, dromerij. Zoals heb-zucht vooral in relatie staat natuurlijk tot aangename gevoelens, want die wil je ervaren, en afkeer/weerzin in relatie staat tot onaangename gevoelens, want die wil je niet ervaren, zo wordt moha wel in verband gebracht met neutrale gevoelens. Die zijn er het meest. En moha is die factor die hun aanwezigheid niet opmerkt, niet gewaar is, die er geen aandacht aan besteed. Neutrale gevoelens zijn we gewend te verontachtzamen, te negeren.
In die zin zou moha in algemene zin kunnen verwijzen naar het negeren of geen bewuste aandacht besteden aan wat wel bestaat of wat zich wel voordoet, er niet echt bij zijn. Zaken over het hoofd zien.
Moha in de zin van een verblinding is denk ik goed te zien bij verliefdheid. Dan speelt natuurlijk ook lobha maar ook dat aspect dat je heel eenzijdig wordt, bijvoorbeeld iemands kwalijke eigenschappen totaal niet ziet. Of dat je zo in de ban bent van uiterlijkheden dat je het innerlijk niet eens ziet. Moha zou je misschien ook een soort roes of soort slaap kunnen noemen. Gewoon niet echt zien wat er speelt of aan de hand is of daarvan een zeer vertekende perceptie hebben. Moha wordt soms ook gelijkgesteld aan onwetendheid maar daar heb ik twijfels bij. Misschien heeft iemand anders hier duidelijke kennis van of ideeen over?

"De tegenovergestelde wortels worden vertaald als alobha, adosa, en amoha. Deze woorden worden meestal vertaald als niet-begeerte, niet-haat en niet-verblinding Inderdaad betekent het voorvoegsel a- een ontkenning. Maar eigenlijk worden bedoeld de tegengestelden van de onheilzame wortels, die deze wortels kunnen neutraliseren. Voorbeelden van alobha zijn vrijgevigheid en zelfontzegging. Voorbeelden van adosa zijn metta (onvoorwaardelijke liefde i.t.t. boosheid) en mudita (medevreugde i.t.t. afgunst). De tegenhanger van moha is wijsheid".
zie ook: http://www.boeddhaforum.nl/index.php/topic,2049.msg17099.html#msg17099

In verhandelingen over kamma worden vaak deze drie morele en immorele wortels genoemd. Hier zie je dus een sutta die dit aanvult met nog twee factoren die een rol spelen, namelijk (on)zorgvuldige aandacht en de wijze waarop de geest gericht is.

Het doel van het heilig leven is uiteindelijk niet het verzamelen van positief kamma. Positief karma kan een soort brandstof zijn die je verder helpt en positief karma mag dan wel goede gevolgen hebben, bijvoorbeeld welbevinden in dit of volgende levens, het vrijwaart niet van de cyclus van geboorte en dood. Het heilige leven wordt eigenlijk geleefd voor de beëindiging van kamma. Dit is ook het doel van het Edele Achtvoudige Pad.

groet,
Siebe


Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
Re: De relatie tussen visie, kamma en gevolgen.
« Reactie #2 Gepost op: 01-09-2015 17:30 »
Je kunt de relatie tussen visie, kamma en gevolgen voor bijvoorbeeld wedergeboorte ook terugzien in de volgende beschrijving die veelvuldig voorkomt in de Sutta-Pitaka:

(...) “Deze wezens die zich inlieten met lichamelijk, verbaal en mentaal wangedrag, die de edelen beschimpten, verkeerde visie onderhielden, en kamma ondernamen gebaseerd op verkeerde visie, bij het scheiden van het lichaam, na de dood, zijn geboren in de sfeer/vlakte van ellende, in een slechte bestemming, in de lagere wereld, in hel; maar deze wezens die zich inlieten met goed lichamelijk, verbaal en mentaal gedrag, die de edelen niet beschimpten, die juiste visie onderhielden, en kamma ondernamen gebaseerd op juiste visie, bij het scheiden van het lichaam, na de dood, zijn in een goede bestemming wedergeboren, in een hemelse wereld”(...)

Dit fragment vindt je op vele plekken maar bijvoorbeeld in Anguttara Nikaya 3.58(8}, 3.101(10), 5.23(3), 6.2(2) voor wie dat wil nalezen.

Voor wie zou willen nalezen dat het achtvoudige pad de weg is die leidt naar de beëindiging van kamma, zie bijvoorbeeld Anguttara Nikaya 6.63.

groet,
Siebe



Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
eigenaar van kamma
« Reactie #3 Gepost op: 01-09-2015 20:44 »
[bron: anguttara nikaya 10.48]

De Boeddha onderwijst dat het goed is te reflecteren over het volgende: "Ik ben de eigenaar van mijn kamma, de erfgenaam van mijn kamma; ik heb kamma als mijn oorsprong, kamma als mijn familielid, kamma als mijn resort, ik zal de erfgenaam zijn van welk kamma dan ook, goed of slecht, dat ik bega".

Mensen kunnen natuurlijk heel verschillend zijn opgevoed, hele verschillende zaken meemaken, van trauma's tot vreugdevolle gebeurtenissen, maar hoe je daar op reageert, en wat daarvan bij je blijft, aan je kleeft, dat komt toch uit jezelf.

Je zou kunnen zeggen dat kinderen binnen hetzelfde gezin dezelfde ouders hebben maar is dat zo? Hoe beleeft een kind de ouder? Dat kan misschien wel erg verschillen. Je zou denken dat kinderen binnen een gezin dezelfde opvoeding krijgen. Maar is dat zo? Hoe beleeft een kind het? Hoe beleven kinderen bijvoorbeeld ruzies in een gezin? Hoe beleeft een kind straf en beloning? Hoe beleven kinderen het ontbreken van aandacht, steun etc. Hoe beleeft een kind aandacht? Dat kan denk ik voor kinderen onderling in hetzelfde gezin best verschillen. Het maakt niet uit wie gelijk heeft. Kinderen zijn ook eigenaren van hun kamma.

Wat je vormt dat komt toch uit jezelf, lijkt me. Natuurlijk, ouders, opvoeding, situaties triggeren zeker zaken bij je, maar wat je vormt is en blijft het resultaat van wat in jezelf naar aanleiding daarvan op gang komt. Moet dat ergernis zijn? Moet dat haat zijn? Moet dat angst zijn? Moet dat hebzucht zijn? Wie zegt dat? Omdat dat normaal is? Menselijk? Iemand is eigenaar van zijn kamma, meer is er niet aan de hand lijkt Boeddha te zeggen.

Iemand kan zich wel voortdurend ergeren aan Jan.  Een ander houdt misschien wel erg van Jan of weer een ander blijft gelijkmoedig. Het is gewoon onzin dat het aan Jan ligt. We zijn de eigenaren van ons kamma.

Een vreselijke situatie kan iemands leven misschien wel voorgoed tekenen, een ander kan dat misschien vrij gemakkelijk verwerken en naast zich neerleggen. Dat ligt niet aan de situatie. Je bent toch de erfgenaam van je kamma. De ene mens rijdt nooit weer in een auto na een auto-ongeluk, een coureur stapt meestal gewoon weer achter het stuur. Kamma is onze familie.

Natuurlijk zijn er zaken waarvan je kan weten dat ze ontwrichtend werken, zoals gebrek aan aandacht of genegenheid bij een baby. Maar ook dat komt omdat een baby ook de eigenaar is van kamma, de erfgenaam van kamma, lijkt me.


tot zover,
Siebe

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
Re: De relatie tussen visie, kamma en gevolgen.
« Reactie #4 Gepost op: 03-11-2019 18:01 »
“Duurzaamheid ziend in wat vergankelijk is
Plezier ziend in wat lijden is,
Een zelf ziend in wat niet-zelf is,
En aantrekkelijkheid ziend in wat onaantrekkelijk is,
Nemen wezens hun toevlucht tot verkeerde visies,
Hun geesten niet goed wijs, hun perceptie verdraaid.

Zulke mensen zijn gebonden door het juk van Mara,
En bereiken niet bescherming tegen gebondenheid.
Wezens gaan verder in samsara,
Ze gaan naar geboorte en dood.

Maar wanneer de Boeddha’s komen in de wereld,
Een schitterend licht uitstralend
Onthullen ze deze Dhamma die leidt
Tot het stillen van lijden.

Na het gehoord te hebben, hebben wijze mensen
Hun geestelijke gezondheid weer terug.
Ze hebben het vergankelijke gezien als vergankelijk
En wat lijden is als lijden.

Ze hebben wat niet-zelf is gezien als niet-zelf
En het onaantrekkelijke als onaantrekkelijk.
Door het verkrijgen van juiste visie
Hebben ze al het lijden overwonnen.” (AN4.49, alleen verzen)