Auteur Topic: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid  (gelezen 9204 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline nico70+

  • Eerwaarde
  • Nieuwkomer
  • ******
  • Berichten: 1060
    • facetten van het boeddhisme
Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Gepost op: 30-04-2016 09:00 »
Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid

   Wanneer men 's morgens, 's middags of 's avonds een maaltijd geeft, brengt dat rijke vrucht. Maar veel meer verdiensten verwerft men wanneer men 's morgens, 's middags of 's avonds de gedachte van welwillendheid (metta) ontplooit, al is het maar in geringe mate.
      Daarom moet men aldus oefenen: "de welwillendheid, de bevrijding van het hart, moet door ons ontplooid, versterkt worden, moet als vervoermiddel, als basis gemaakt worden, moet vermeerderd en goed voltooid worden." (S.20.4 = SN II.9.4)

   Wanneer iemand slechts voor een oogwenk de gedachte van Metta koestert, die gedachte ontplooit en overdenkt, dan geldt hij als iemand die niet tevergeefs de leer van de Boeddha navolgt.
   Wat kan dan wel gezegd worden van iemand die deze gedachte van metta vaak koestert. (A.I.12 = A.VI,3-5)
   
   Wie de meditatie van welwillendheid (metta) niet heeft ontplooid, niet sterker heeft gemaakt, die kan gemakkelijk door booswichten aangevallen worden.
   Maar wie de meditatie van welwillendheid (metta), de bevrijding van het gemoed, ontplooid en versterkt heeft, die kan niet gemakkelijk door booswichten aangevallen worden.
   Daarom moet men aldus oefenen: "De welwillendheid, de bevrijding van het hart, moet door ons ontplooid, versterkt worden, moet als vervoermiddel, als basis gemaakt worden, moet vermeerderd en goed voltooid worden." (S.20.3 = SN II.9.3)

   Een booswicht die meent de geest te kunnen verwarren van iemand die metta ontplooid heeft, metta als basis heeft, vermeerderd en goed voltooid heeft, die booswicht zal zich alleen maar moeite en pijn bezorgen.
   Daarom moet men aldus oefenen: "De welwillendheid, de bevrijding van het hart, moet door ons ontplooid, versterkt worden, moet als vervoermiddel, als basis gemaakt worden, moet vermeerderd en goed voltooid worden." (S.20.5 = SN II.9.5)
 
   De snelheid van een afgeschoten pijl is groot. De snelheid van zon en maan is veel groter. Maar nog veel sneller drogen de levenskrachten op.
   Daarom moet men aldus oefenen: "De welwillendheid, de bevrijding van het hart, moet door ons ontplooid, versterkt worden, moet als vervoermiddel, als basis gemaakt worden, moet vermeerderd en goed voltooid worden." (S.20.6 = SN II.9.6)

   Behalve bovengenoemde voordelen van metta zijn nog meer zegeningen van liefdevolle vriendelijkheid genoemd.
   “Elf zegeningen kunnen verwacht worden van de bevrijding van het hart door zichzelf vertrouwd te maken met de gedachten van liefdevolle vriendelijkheid (mettā), door het ontwikkelen van liefdevolle vriendelijkheid, door deze gedachten steeds te laten toenemen, door liefdevolle vriendelijkheid te beschouwen als een voertuig van uitdrukking, en eveneens als iets dat gewaardeerd moet worden, door in overeenstemming met deze gedachten te leven, door deze denkbeelden in praktijk te brengen en door ze te vestigen. Die elf zegeningen zijn:
1) men slaapt aangenaam;
2) men ontwaakt aangenaam;
3) men heeft geen boze dromen;
4) men is dierbaar aan de mensen;
5) men is dierbaar aan niet-menselijke wezens;
6) de hemelse wezens waken over iemand;
7) vuur, vergif en wapens kunnen iemand niet deren;
8 ) de onrustige geest concentreert zich;
9) de gelaatsuitdrukking is helder;
10) men sterft met onverward gemoed;
11) en als men hier en nu niet de hoogste heiligheid bereikt, dan komt men in de Brahma-wereld weer tot bestaan.

   Deze elf zegeningen kunnen verwacht worden van de bevrijding van het hart door liefdevolle vriendelijkheid.” (A.VIII.1)

   “Als iemand vanaf zijn jeugd liefdevolle vriendelijkheid ontwikkelt, de bevrijding van het hart, dan zal hij geen kwade daad kunnen doen. En als hij geen kwade daad doet, zal hem geen leed kwellen. Waarlijk, liefdevolle vriendelijkheid, de bevrijding van het hart, moet ontwikkeld worden door man en vrouw. Noch man noch vrouw kan na de daad het lichaam meenemen; stervelingen hebben bewustzijn als verbindende schakel. Maar de edele volgeling weet: 'Wat voor slechte daden ik voorheen ook deed met dit lichaam, de morele gevolgen ervan zullen worden ondervonden hier in dit leven en zij zullen mij niet verder volgen.'
    Liefdevolle vriendelijkheid, indien op zo'n manier ontwikkeld, zal leiden naar de staat van Niet-Wederkeer in het geval van de volgeling die gevestigd is in de wijsheid van deze leer, maar die niet verder doorgedrongen is naar een hogere bevrijding. (A.X,208).

   En hoe beoefent men metta? – De Boeddha heeft dit duidelijk uitgelegd.

De toespraak over liefdevolle vriendelijkheid
 Sn. I.8 = verzen 143-152

     “Wie de staat van vrede wenst te bereiken, moet het heilzame weten, moet energiek zijn en geheel en al oprecht. Hij of zij moet vriendelijk zijn, zachtmoedig en zonder hoogmoed, tevreden en gemakkelijk in onderhoud te voorzien, met weinig bezigheden en zonder veel benodigdheden. Met de zinnen bedaard, voorzichtig, bescheiden, zonder begeerte gaat hij of zij onder de mensen. En niet in het geringste mag enige overtreding begaan worden waarvoor andere wijze mensen hem of haar zouden kunnen berispen. En laat hij of zij denken: 'Mogen alle levende wezens gelukkig zijn en vol vrede, moge hun hart vervuld zijn van geluk, mogen zij gelukzalig van harte zijn. Wat voor levende wezens er ook mogen zijn, hetzij zwak of sterk, allen zonder uitzondering, groot of klein of middelmatig, dun of dik, zichtbare en onzichtbare wezens, de wezens die veraf zich bevinden of nabij, bestaande wezens en de wezens die naar bestaan zoeken, - moge geluk al hun harten vervullen, mogen zij gelukzalig van harte zijn.’
       Laat niemand de ander bedriegen en laat men niemand verachten, om welke reden dan ook. Laat men nooit iemand anders iets kwaads toewensen, uit ergernis of uit vijandige gezindheid.
       Zoals een moeder haar eigen zoon, haar enig kind beschermt met haar leven, laat men zo voor alle levende wezens z'n gemoed ontvouwen. Laat men vol goedheid en mededogen voor de gehele wereld z'n gemoed ontvouwen, onbegrensd: opwaarts, neerwaarts, rondom en kruiselings in het midden, naar alle richtingen; ongestoord, vrij van haat en vrij van vijandschap. En of men nu staat of gaat, zit of ligt, laat men, steeds als men van vermoeidheid vrij is, zich vestigen in deze oplettendheid. Dat geldt hier reeds als goddelijk vertoeven.
       En wie niet meer in verkeerde meningen is gevangen, wie deugdzaam is, aan wie inzicht eigen is, wie begeerte naar zinnelijk genot heeft overwonnen, hij of zij komt beslist niet meer in een moederschoot."
« Laatst bewerkt op: 30-04-2016 12:14 door nico70 »

Offline nico70+

  • Eerwaarde
  • Nieuwkomer
  • ******
  • Berichten: 1060
    • facetten van het boeddhisme
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #1 Gepost op: 30-04-2016 12:11 »
   Mettā is het koesteren van gedachten van liefdevolle vriendelijkheid en welwillendheid jegens alle levende wezens. Niet alleen mensen maar ook dieren en onzichtbare wezens moeten wij insluiten bij de gedachten van liefdevolle vriendelijkheid.

    Metta kan beschermen tegen slangenbeten, en ander nadeel van dieren en insecten, en wel door met gedachten van welwillendheid de groepen van slangen, dieren en insecten te doordringen, voor eigen veiligheid en bescherming.
   De Boeddha toonde hoe men moet denken:

“Moge ik mettā hebben jegens de groepen van slangen.
Moge ik mettā hebben jegens de wezens zonder voeten,
moge ik jegens tweevoeters mettā hebben,
moge ik mettā hebben jegens viervoeters
en moge ik jegens wezens met veel voeten mettā hebben.”
 
“Laten de voetloze wezens mij geen kwaad doen
noch de wezens met twee voeten;
laten de viervoeters mij geen kwaad doen
noch de wezens met veel voeten.”
 
“Mogen alle wezens, alle levende schepsels,
alle wezens die in bestaan zijn getreden,
moge geluk hen allen toekomen;
moge niet het geringste letsel hen treffen.”
 
“Oneindig (in deugd) is de Boeddha, oneindig is de Dhamma, oneindig (in deugd) is de Ariyasangha. Eindig zijn kruipende wezens, slangen, schorpioenen, duizendpoten, spinnen, hagedissen en muizen. Veiligheid is door mij gebracht. Ik heb mijzelf beschermd. Gaat heen, u wezens. Ik buig terneer voor de Gezegende; ik vereer de zeven volmaakt Verlichten.” * (A.IV.67)
    *Deze zeven Boeddhas zijn: Vipassin, Sikkhin, Vesabhū, Kakusanda, Konāgamana, Kassapa en Gotama.


   Als men de meditatie van liefdevolle vriendelijkheid (mettā) wil beoefenen, moet men de volgende regels in acht nemen:
1. Verwijder eerst de uiterlijke hindernissen (d.w.z. maak eerst in orde wat gemaakt moet worden, zoals herstelwerkzaamheden aan kleren, verzorgen van de afwas, kleine werkzaamheden in of aan de woning, e.d.).
2. Ga na de maaltijd op een rustige plek zitten, in een gemakkelijke houding. Dan koestert men met ongestoorde geest de gedachte: “Ik ben gelukkig. Mijn geest laat geen lijden toe.” Men beheerst de geest en maakt ze buigzaam, gedwee. (Vimuttimagga. p. 183).
3. Denk na over het niet-zegenrijke van haat, boosheid en wrok en over het zegenrijke en de voordelen van geduld en verdraagzaamheid. Want eerst moet het niet-zegenrijke ingezien worden voordat men het kan overwinnen.
   Als men van haat vervuld is, door haat overweldigd is en als men in de geest geboeid is, dan brengt men levende wezens om, dan is men in staat te liegen en te bedriegen, te stelen etc.
   In die zin is het niet-zegenrijke van haat te verstaan.

   Als men boos is, kan men van kwaad tot erger vervallen. Men kan ruwe woorden uiten, gewelddadig worden, doodslag begaan of zelfs moord. (Vimuttimagga p. 182).

   "Geduld en verdraagzaamheid gelden als hoogste ascese; de Boeddhas noemen Nibbāna het hoogste." (Dhp. 184).
   "Er is niets hoger dan de verdraagzaamheid." (S.XI.8 ).

   Geduld, verdraagzaamheid is macht en kracht en een bescherming. Men kan aldus denken: “Wanneer anderen mij berispen, zal ik verdraagzaam zijn. Ik zal gedwee en niet hoogmoedig zijn.” (Vimuttimagga p. 183).

4. Ontvouw mettā om de geest van haat te bevrijden en om de geest in verdraagzaamheid te vestigen.

   In het Vimuttimagga staat dat men de welwillende geest moet ontwikkelen en onderzoeken. Men moet een gemoed hebben dat zonder boosheid of wrok is. Men moet wensen dat men begiftigd is met kalmte, dat men vrij is van haat, begiftigd met alle verdiensten en men moet goede vooruitgangen wensen te boeken. Men moet wensen een goede beloning te verkrijgen en geluk, begiftigd te zijn met deugd, kennis, vrijgevigheid en wijsheid. Men moet wensen voor een goede nachtrust, zonder boze dromen. Men moet wensen dierbaar te worden aan mensen en door hen geëerd te worden. Men moet wensen dierbaar te worden aan niet-menselijke wezens en door hen geëerd te worden. Men moet wensen beschermd te worden door de goden. Men moet wensen niet geraakt te worden door onheil. Men moet wensen dat men de geest vlug kan concentreren; dat men een prettig voorkomen heeft; dat men goede mensen ontmoet; dat men een lang leven heeft; en dat men de vrede en het geluk van het Doodloze bereikt. (Vim. p. 184).

   In het begin mag mettā niet ontvouwd worden t.o.v. een onlieve persoon; een neutrale persoon; een vijand.
   T.o.v. een persoon van het andere geslacht mag liefdevolle vriendelijkheid niet ontvouwd worden. Grote gehechtheid zal beslist volgen.
   En t.o.v. een dode mag mettā helemaal niet ontvouwd worden. Het kan waanzin veroorzaken.


NB. Vimuttimagga = The Path of Freedom (Vimuttimagga) by Arahant Upatissa. Transl. into Chinese by Tipitaka Sanghapâla of Funan; transl. from the Chinese by Rev. N.R.M.Ehara, Soma Thera & Kheminda Thera. (repr.). Kandy: BPS, 1995.  (1st publ. 1961; 1st BPS ed. 1977). 
« Laatst bewerkt op: 30-04-2016 17:09 door nico70 »

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #2 Gepost op: 01-05-2016 22:07 »
   In het begin mag mettā niet ontvouwd worden t.o.v. een onlieve persoon; een neutrale persoon; een vijand.
   T.o.v. een persoon van het andere geslacht mag liefdevolle vriendelijkheid niet ontvouwd worden. Grote gehechtheid zal beslist volgen.
   En t.o.v. een dode mag mettā helemaal niet ontvouwd worden. Het kan waanzin veroorzaken.

Nico70, kun je hier wat meer over vertellen?

Siebe

Offline Asgard19

  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 21
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #3 Gepost op: 01-05-2016 22:42 »
   In het begin mag mettā niet ontvouwd worden t.o.v. een onlieve persoon; een neutrale persoon; een vijand.
   T.o.v. een persoon van het andere geslacht mag liefdevolle vriendelijkheid niet ontvouwd worden. Grote gehechtheid zal beslist volgen.
   En t.o.v. een dode mag mettā helemaal niet ontvouwd worden. Het kan waanzin veroorzaken.

Sinds een tijd ben ik metta meditatie gaan doen inclusief mijn normale meditatie om positiever te worden ( ben zeer streng en negatief over mijzelf )

Heb hiervan een boek gehaald om het te leren, hierin is het zo dat ik metta geef aan mijzelf, een aardig wezen, een neutraal wezen, een wezen waar ik moeite mee heb om metta aan te geven, en daarna alle wezens.

Hoewel ik ook voor elk geslacht moest doen in alle wezens vond ik wat apart omdat alle wezens natuurlijk ook voor elk geslacht gaat.

Ik gebruik ook dode wezens zoals mijn hond omdat die altijd een glimlach op mijn gezicht zet of Boeddha of Jezus.

Hoewel ik een boek heb gehaald heb ik ook hierover gesproken met een boeddhist en die zij dat ik hiermee goed bezig was alleen dat ik nog meer op mijn ademhaling moest letten. ( werd niet vermeld in het boek en cd dus gelukkig dat ik hierover navraag deed bij een boeddhist die ik ken )

Liever wou ik het via een cursus leren maar kon het niet vinden.

Maar volgens de teksten doe ik het onjuist?

Offline nico70+

  • Eerwaarde
  • Nieuwkomer
  • ******
  • Berichten: 1060
    • facetten van het boeddhisme
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #4 Gepost op: 02-05-2016 07:32 »
Hallo Asgard 19,

Je geeft eerst metta aan jezelf. Dat is goed. Men moet eerst zelf vol zijn van metta om de welwillendheid aan anderen te kunnen doorgeven.
Dan zou ik je aanraden om eerst eens metta uit te stralen naar mensen die je aardig vindt. (neutrale wezens en anderen eens even opzij zetten).
Als je dan naar alle wezens gezamenlijk metta uitstraalt, zitten daar ook de neutrale wezens bij en de wezens waar je moeite mee hebt.

Metta uitstralen naar iemand van het andere geslacht is niet goed. Daarmee wordt bedoeld dat men niet iemand van het andere geslacht in het bijzonder met metta moet overgieten. Ook hier geldt weer dat die persoon bij alle wezens ingesloten zit.

Naar dode wezens, ook je hond, moet je geen metta uitstralen. Als je iets voor je hond wil doen, draag dan verdiensten van je daden over aan je hond. (zie het topic Dana. geven 09).


Groeten
Nico

Offline ik

  • Eerwaarde
  • Nieuwkomer
  • ******
  • Berichten: 3094
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #5 Gepost op: 02-05-2016 08:00 »
Uit:Metta Bhavana meditatie, het cultiveren van liefdevolle vriendelijkheid:

http://www.boeddhaforum.nl/index.php/topic,1820.msg13050.html#msg13050

Liefde is de wens,het verlangen, anderen gelukkig te zien.
Het is een natuurlijke eigenschap van de geest, die we,
vanuit de verwarde staat van onze geest,
meestal voorbehouden aan mensen die we graag mogen.

Mensen die we als vijanden zien,of die we gewoon niet mogen
treffen het slechter met ons liefdespotentieel.

Ben je bijvoorbeeld in staat liefde op te wekken of te voelen
voor pedofiele priesters, die jaren lang hun macht misbruikt hebben?
Of kun je liefde voelen voor een toevallige voorbijganger,die je niet kent?
Hoe staat het met onze liefde ten aanzien van de moordenaar van je kind?
Wat ten aanzien van rascisten, homoseksuelen, homofoben of supporters van
de rivaliserende voetbalclub?

Enfin, zo kun je natuurlijk oeverloos doorgaan.
Het is gemakkelijk liefde te voelen voor mensen
die ons aangenaam benaderen en we voelen
afkeer voor mensen waarvan we vinden dat ze ons onheus bejegenen.


We leven gewoonlijk tussen hechten en afkeer.
Aantrekken en afstoten. Dat is een toffe en dat is een rotte.
Zo is onze geest voortdurend verward en verstrikt in deze eindeloze beweging van oordelen,goedkeuren en afkeuren.

De liefde meditatie is een techniek om een en ander wat gelijk te trekken.
Als we ons aangetrokken blijven voelen tot de een
en ons blijven afwenden van de ander
en  onverschillig staan tegenover vreemden
zal er niet veel veranderen
en blijft onze eigen geest hierdoor verstoord.

En vanuit die verwarde staat reageren we dan weer automatisch
met voorkeur en afkeer.
Dat brengt niemand,nog de mensheid verder.
Zoveel is al wel duidelijk:Oorlogen,conflicten,hongersnood,uitbuiting,
machtsmisbruik,ruzies,vechtpartijen,armoede,
verdriet,depressie,teleurstelling,discriminatie,
uitsluiting,vervolging en noem verder maar op .

Door nu de liefde die we zijn/hebben, te cultiveren,te trainen,
kan dit liefdespotentieel van onze geest zich steeds verder uitbreiden.
Een manier om die te trainen is middels de metta bhavana.
Die kent vele vormen en strukturen.
Onder andere zoals die in 2,5 uur.


De visualisatieoefening zoals ik hem destijds ooit heb geleerd:

Stel je voor dat links van je je moeder staat,
rechts van je staat je vader.
Andere familieleden en vrienden zijn achter je.( Das  lastig visualiseren voor iemand die begint.)
Hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat je een goede relatie hebt met beide ouders.
Immers: dan kun je er ook de positieve gevoelens bij oproepen.
Mocht je nu problemen hebben met het opwekken van gevoelens van liefde omdat je ernstig in onmin leeft met je ouders, dan visualiseer je iemand bij wie je die gevoelens wel gemakkelijkker op kunt wekken,bijvoorbeeld een oom en tante of zo.

Visualiseer in de ruimte voor je de mensen aan wie je een hekel hebt
of die je ooit gekwetst hebben.
Vul de ruimte verder op tot aan de horizon met alle andere levende wezens.
Voel dat ze er zijn,in hun menselijke vorm,rustig zittend zoals jij zelf.

Overweeg hoe prettig het zou zijn als je in staat was al die wezens lief te hebben.
Allemaal willen ze graag gelukkig zijn, ook diegenen die boos en gewelddadig zijn.

Ontwikkel nu een gevoel van liefde in je hart. Denk bijvoorbeeld aan iemand van wie je houdt en laat de daarbij horende gevoelens van liefde opkomen.
Misschien vindt je het prettig deze liefde voor te stellen als een warm,helder licht,niet fysiek,maar al pure positieve energie die in je hart opgloeit.

Je dient echter van jezelf te houden voordat je van anderen kunt houden.
Van jezelf houden betekekent: jezelf accepteren zoals je bent,
met alle fouten en tekortkomingen
en inzien dat je de mogelijkheid hebt
je van al je problemen te bevrijden.
Wens jezelf dus van harte geluk en alle goeds.

Stel je voor dat de warme energie in je hart zich uitbreidt tot ze
je lichaam en geest geheel vult.
Laat nu je liefde overvloeien naar anderen.
Begin met de mensen vlak om je heen.
Stel je voor dat de warme,heldere energie die jouw lichaam verlicht,
naar hen uitstraalt en hun lichaam en geest vult.
En denk:

''Jullie zijn gelukkig; al jullie gedachten zullen positief zijn
en al jullie ervaringen goed. Je bent vrij van problemen,
ziektes en droefenis. Je zult een lang en vredig leven hebben
en je zult spoedig verlicht zijn.''
(oorspronkelijk is de formulering in de trant van: ''Moge
jullie gelukkig zijn enz. Maar ik vind het persoonlijk
sterker zoals ik het  heb geformuleerd....red,dirk))

Richt vervolgens je aandacht op de mensen voor je
en stel je voor dat de liefdevolle energie
vanuit je hart naar hen overvloeit.
Stort je liefde over allen uit.
Liefde komt uit een onuitputtelijke bron
van positieve energie,
wees dus niet bang dat je tekort komt.
Ze je hart helemaal open en stel je voor
dat je liefde alle kanten op vloeit.
Al het lijden bij alle wezens stopt
en hun geest wordt vredig,helder en vervuld van puur geluk.

Concentreer enige tijd op dit gevoel van liefde.

Besluit dan de sessie met de gedachte
dat je beslist de mogelijkheid hebt iedereen lief te hebben,
zelfs diegenen die je storen en kwetsen,
zelfs diegenen die je niet kent.
Ontwikkel de krachtige wens om aan je eigen woede,
ongeduld, egoisme, jaloezie, hoogmoed ed. te werken.
Opdat ze je liefde niet langer in de weg staan.
Door je geest open te houden en vooroordelen
van het ego af te schudden,maak je ruimte in je hart om pure,onvoorwaardelijke,universele liefde te ontwikkelen.

Tijd na een beetje oefenen: 5 minuten tot een kwartiertje.
Maar dat kun je natuurlijk zo lang oprekken als je wilt
en zolang als de concentratie het toelaat.

En na een beetje oefening heb je hem 
in een fractie van een seconde...
Maar dat geldt natuurlijk ook voor die van Skoebidoe.

Vanmiddag fietste ik door het dorp en alles was liefde...
Zat dus op de fiets en niet op een kussen.
Soort spontane ervaring door gewenning, zo gaat dat werken.

Het is natuurlijk niet zo dat al die mensen in het dorp
daadwerkelijk gelukkig waren. Dat zou  wel mooi zijn,
maar zo werkt het nu ook weer niet.
Het was mijn perceptie/ waarneming/ beleving.

En belangrijker is dat de scherpe randjes van de beweging
van de geest tussen voorkeur en afkeer er afgaan.
Ik heb natuurlijk nog steeds voorkeuren voor sommigen en afkeer van anderen,
maar de overdrijving is eruit.. Er ontstaat gelijkmoedigheid.
Gelijkmoedigheid van geest die vredig en harmonieus aanvoelt.

Nb: het schrijven en praten over visualiseren is gemakkelijker dan het te doen.
Het is niet zo dat ik de eerste keer precies mijn vader,moeder,vrienden en alle andere wezens nauwkeurig in het vizier had.
Belangrijkste is dat je er van overtuigd bent dat ze er staan/zitten.
Of je ze nu wel of niet precies ziet of kunt onderscheiden.
« Laatst bewerkt op: 02-05-2016 14:20 door DirkJan »

Offline nico70+

  • Eerwaarde
  • Nieuwkomer
  • ******
  • Berichten: 1060
    • facetten van het boeddhisme
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #6 Gepost op: 02-05-2016 08:42 »
Beoefening van metta

   De methode is eenvoudig, maar moeilijk in praktijk te brengen. Begin eerst met uzelf lief te hebben, met het beste met uzelf voor te hebben. Want als wij geen liefdevolle vriendelijkheid hebben ten opzichte van onszelf, hoe kunnen wij die dan ten opzichte van anderen hebben? Na eerst onszelf overgoten te hebben met liefdevolle vriendelijkheid, - tot aan de rand, zo te zeggen – kunnen wij ook liefdevolle vriendelijkheid aan anderen geven, naar anderen uitstralen.

a. Allereerst moet liefdevolle vriendelijkheid ontvouwd worden t.o.v. zichzelf;
b. dan t.o.v. iemand die ons dierbaar is, of iemand die hem of haar zeer nabij komt;
c. dan t.o.v. een zeer lieve vriend of vriendin;
d. dan t.o.v. een neutrale persoon;
e. en dan pas t.o.v. een vijandige persoon.
 
   Indien men geen mettā kan ontwikkelen ten opzichte van een onverschillig persoon en afkeer ontwikkelt, dan moet men aldus overwegen: “In mij zijn staten van niet-verdienste. Ik heb afkeer. Ik wens verdienste te verwerven en wil mettā ontwikkelen en mededogen voor het welzijn van alle levende wezens. Indien ik geen mettā kan ontwikkelen jegens een onverschillig persoon, hoe kan ik dan mettā ontwikkelen ten opzichte van vijanden?” (Vim. p. 184-185).

   Indien men niet in staat is om afkeer en haat te vernietigen, moet men niet verder gaan met het ontwikkelen van mettā, maar moet men een andere manier toepassen om afkeer en haat ten opzichte van die persoon te verwijderen. (Vim. p. 184-185).

   En komt, als de geest op de vijand gericht wordt, door herinnering aan een door hem of haar verrichte slechte daad, in ons haat of afkeer op, dan moet men zich opnieuw verdiepen in mettā t.o.v. een neutraal iemand. Daarna moet men de haat verdrijven door steeds weer met liefdevolle vriendelijkheid de vijandige persoon te doorstralen.

   Als de boosheid, kwaadwil, haat of afkeer dan nog niet verdwijnt, moet men denken aan de gelijkenis van de zaag.

   En als dan toch nog toorn opkomt, moet men denken aan de manieren om ergernis te verwijderen:
* onderworpen aan levenswiel;
* eigenaarschap van daden;
* de voortreffelijke levenswandel van de Verhevene;
* familieverhouding;
* de voordelen van mettā; 
* analyse in elementen.

De gelijkenis van de zaag

   "Zelfs, als een bandiet me lid voor lid zou doorzagen met een grote zaag, als ik op dat moment haat koester in mijn hart, zou ik de leer van de Boeddha niet uitdragen.
   Deze instructie van de zaag moet voortdurend in gedachten gehouden worden." (M.21).

   Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor andere overlast

   "Ik verklaar," zegt de Boeddha, "dat de ware brahmaan hij is, die niet vijandig is onder degenen die vijandig zijn, die vredig is onder degenen die stokken hebben om anderen te straffen, en die - onder degenen die vol zijn van begeerte en verlangen - vrij is van begeerte en verlangen."

   "Wie haat met haat vergeldt, die is nog erger dan de ander; maar wie geen haat meer koestert, wint de zware strijd."
 
   "Diegene wandelt tot heil van beiden, tot eigen heil en dat van anderen, als hij rustig blijft, klaar bewust, terwijl de ander toornig is."

   "Verdraagzaamheid is de allerhoogste ascese!"

   Door boosheid hoopt men slecht kamma-resultaat op. Iemand die boos wordt, wordt door zijn vijanden uitgelachen en maakt dat zijn/haar vrienden/vriendinnen zich over hem/haar schamen. (Vim. p. 182).

Onderworpen aan het levenswiel

   Zoals de ander is, zo ben ook ik. Wij zijn beiden onderworpen aan lijden en dood. Beiden zijn wij aan het onverbiddelijke levenswiel gebonden door onwetendheid en begeerte. Wij zijn allebei onderworpen aan de wet van morele oorzaken en gevolgen. En wat voor kwaad wij ook doen, wij moeten ervoor boeten. Waarom dan zou ik hem/haar berispen of waarom zou ik iemand anders mijn vijand noemen Liever moet ik mijn geest zuiveren en wensen dat hij/zij hetzelfde doet, zodat wij beiden bevrijd mogen worden van lijden.1

   "Niet door geboorte is men een verschoppeling, niet door geboorte is men van adel; maar door daden is men een verschoppeling, en door daden is men van adel. "

Eigenaarschap van daden

   Deze goede persoon is eigenaar van zijn daden, erfgenaam van zijn daden. Zijn daden zijn de moederschoot waaruit hij is geboren; zijn daden zijn z'n toevlucht. Hij is de erfgenaam van zijn daden, hetzij goede hetzij slechte.
   Als ik boos ben op iemand anders, wat kan ik hem aandoen? Kan ik zijn deugd vernietigen en zijn andere goede eigenschappen? Neen. Ben ik niet zelf in deze tegenwoordige staat gekomen door mijn eigen daden en zal ik niet ook vanhier gaan overeenkomstig mijn eigen daden? Boosheid jegens iemand is juist alsof men iemand anders wil treffen en daarvoor gloeiende kolen gebruikt (die men in de hand neemt en waarmee men zichzelf brandt), of een hete ijzeren staaf gebruikt of uitwerpselen.
   Op dezelfde manier: als iemand anders boos is op mij, wat kan hij doen tegen mij? Kan hij mijn deugd vernietigen en mijn andere goede eigenschappen? Ook hij is in deze tegenwoordige toestand gekomen door zijn eigen daden en zal vanhier gaan overeenkomstig zijn eigen daden. Als een geschenk dat niet geaccepteerd wordt of als een handvol stof gegooid tegen de wind in, zo zal zijn boosheid en woede terugvallen op zijn eigen hoofd.

De voortreffelijke levenswandel van de Verhevene

       Terwijl de Verhevene reeds vóór zijn Verlichting als Bodhisatta gedurende vier onmetelijke tijdlopen en honderdduizend aeonen de volkomenheden (paramis) tot ontwikkeling bracht, heeft hij toen niet zelfs tegenover moordenaars en vijanden zijn hart van kwaadwil vrijgehouden?
       Ook ik moet me oefenen in lankmoedigheid en verdraagzaamheid.

Familieverhouding

       Deze persoon was in het verleden mijn moeder, mijn vader, of mijn broer, zuster, zoon of dochter.
       Als moeder droeg zij mij negen maanden lang in haar schoot. Zij verwijderde speeksel, uitwerpselen enz. van mij alsof het welriekende poeder was. Zij verzorgde mij en voedde mij op.
       Toen deze persoon mijn vader was, ondernam hij moeilijke daden om geld te verdienen en om mij te kunnen voeden.
       Ook als broer, zuster, zoon of dochter deed hij de een af andere dienst voor mij.
       Het is daarom niet juist van me om tegenover hem kwaadwil te koesteren in mijn hart.

Voordelen van mettā

   Als men eigen kwaadwil niet beëindigt, blijft men verstoken van de voordelen van metta.
 
Analyse in elementen of denken in termen van onpersoonlijkheid
 
       Analyseer de betreffende persoon in onpersoonlijke componenten: het lichaam, de gevoelens, de gewaarwordingen, de wilsactiviteiten, het bewustzijn. Het lichaam bestaat uit vele onzuiverheden. Er kan geen basis van vijandschap in zijn. Gevoelens, gewaarwordingen, wil en bewustzijn zijn vergankelijk, onderling afhankelijk, aan voorwaarden gebonden en verbonden met lijden, zonder zelfstandigheid. Er is niet meer individuele persoonlijkheid in dan er is in het fysieke lichaam. Ook daartegen kan geen werkelijke grond van vijandschap bestaan en er kan ook geen werkelijke grond van lust in bestaan.
 
           “Noch zal mijn gemoed verontrust worden, noch zal ik kwaad spreken. Maar vriendelijk en mededogend zal ik blijven, met een geest van welwillendheid, vrij van haat. Ik zal de hele wereld overgieten met een geest van vriendelijkheid die ver reikt, die uitgestrekt is, onmetelijk, zonder vijandschap, zonder kwaadwil. En in die sfeer zal ik verblijven. - Zo moet geoefend worden.” (M.21).2
 
       Hierna moet men geleidelijk aan de gedachte van welwillendheid ontwikkelen:
voor de monniken in zijn regio;
voor de goden in zijn verblijfplaats;
voor de wezens in zijn dorp;
voor wezens van dorp tot dorp, van land tot land.
voor wezens in de ene richting;
voor wezens in de andere richtingen.
       Zo ontwikkelt men mettā ten opzichte van alle wezens, in alle richtingen, omhoog, omlaag, zijwaarts, rondom. Men bereikt het eerste niveau van meditatie (jhana).
 
       En denk er aan: mettā niet ontplooien t.o.v. gestorvenen.
 

bron: The Path of Freedom (Vimutthimagga) by Arahabt Upatissa. Kandy : BPS, 1977.

Kakachupama Sutta, M.21, in: Ñânamoli Bhikkhu (Comp. & transl.): The Practice of Loving-kindness (Metta) as taught by the Buddha in the Pali Canon. (3rd impr.) Kandy : BPS, 1978. The Wheel No. 7.


Offline Ujukarin

  • Actief Lid
  • Nieuwkomer
  • **
  • Berichten: 818
    • Triratna Boeddhistisch Centrum Amsterdam
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #7 Gepost op: 02-05-2016 09:00 »
Okay, de vragen hierover
Citaat
In het begin mag mettā niet ontvouwd worden t.o.v. een onlieve persoon; een neutrale persoon; een vijand.
   T.o.v. een persoon van het andere geslacht mag liefdevolle vriendelijkheid niet ontvouwd worden. Grote gehechtheid zal beslist volgen.
   En t.o.v. een dode mag mettā helemaal niet ontvouwd worden. Het kan waanzin veroorzaken.
leken nog onbeantwoord. Dus bij dezen:
  • Eerste zin is echt een fasering, ik geef veelal al wél alle vijf fasen maar dan in 1 avond eerst de korte versie waar je begint met de drie makkelijker stadia (1, 2 en 5) en daarna pas de lange versie inclusef de moeilijkere
  • Tweede zin is geen zwartwitregel maar wel aanbevolen in het begin. Metta voor het andere geslacht, ook voor mensen die al gelukkig zijn met huidige relatie, heeft altijd risico op overspringen naar verliefdheid/pema. En dat is wat anders dan Metta
  • Ook derde zin is aanbevolen in het begin. Wederom vanwege kans op overspringen/verwarring, in dit geval naar rouw en droefenis. (En er is nog een vierde 'afgeraden in het begin' namelijk Metta naar een veel ouder of jonger iemand, vanwege projektie van vader-moederrollen.)
Voor 2e en 3e geldt dus dat bij ervaren beoefenaars het advies vervalt; Metta naar een dood iemand/dier en naar bijvoorbeeld een mooie heer/dame die op straat passeert kan dan prima, en ook het vierde advies vervalt dan. En btw, voor homo/lesbo heren en dames moet de 2e regel natuurlijk nog ietsje anders geformuleerd worden, iets als 'geen Metta proberen voor iemand waar pema zou kunnen ontstaan'...

With folded palms,

<Ujukarin>
PS Komend weekend in Zeeuws-Vlaanderen weer een introductieretraite mede hierover, er zijn nog een paar plaatsen vrij -hint-  ::)

Offline teksten Siebe

  • aanvraag voor lidmaatschap
  • Nieuwkomer
  • *
  • Berichten: 5272
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #8 Gepost op: 02-05-2016 17:03 »
Metta vind ik iets heel moois. Ik denk dat veel psychische problemen tekort aan metta aanduiden. Wat voor mentale problemen kun je nou hebben, denk ik wel eens, als je geest gemiddeld gesproken vriendelijk en liefdevol is? En hoe kun je ooit gelukkig zijn als je geest gemiddeld gesproken hard is, streng, weinig liefdevol?

Ik veroordeel het niet. Kan ook niet zeggen dat ik uitblink in metta, niet bepaald, maar ik zie wel het verschil tussen de levens van mensen met natuurlijke metta en vrijwel zonder metta.

Ik heb ook gemerkt dat je mildheid jezelf echt moet gunnen. In onze cultuur is het helemaal niet zo vanzelfsprekend dat je alle hardheid, alle strengheid, alle vuur, al het fanatisme in jezelf volledig afzweert en beziet als oorzaak van lijden. Kijk naar sporters. Er is zoveel fanatisme en meedogenloosheid eigenlijk en het wordt zeer gewaardeerd. Alles draait enkel nog maar om winnen en verliezen en spelvreugde, gewoon plezier maken met z'n allen, dat kan heel ver weg zijn. Die zucht naar presteren, en vooral het opblazen van het belang van dit soort dingen, kijk daar voor uit bij jezelf. Dat verteert je. Dat vreet je op. Dat pijnigt je. Ik kan het weten.

Bedenk ook dat mensen juist dat kwellende kunnen waarderen in een ander. Dat fanatisme, dat vuur, die passie, die agressie, dat je ergens in vastbijten, dat opblazende. De wereld bejubelt het. Maar het is voor die persoon helemaal geen genade en talent eigenlijk. Maar daar kom je vaak achter als je door die neigingen aan de grond zit. Vaak moet het toch eerst zover komen voordat je begrijpt dat het geen kwaliteiten zijn.

Het richten op wat heilzaam is voor jezelf en wat niet, is niet enkel en alleen maar egoistisch vind ik. Het is eigenlijk ook een eredienst aan de waarheid, aan het subtiele, het voert naar het wezenlijke. Liefde voor waarheid en voor wat heilzaam is, zijn denk ik niet te scheiden.

Siebe

Offline Katinka - Boeddha hoekje

  • Mindfulness Trainer en Boeddhistisch Student
  • Actief Lid
  • Nieuwkomer
  • **
  • Berichten: 122
  • Forum eigenaar en manager
    • Een Boeddha hoekje
Re: Metta, welwillendheid, liefdevolle vriendelijkheid
« Reactie #9 Gepost op: 06-05-2016 19:27 »
Het algemene advies is dat je metta geeft voor zover je er aan toe bent. Dus liefdevolle vriendelijkheid geven aan iemand van het andere geslacht kan - als die persoon vrij is, en jij dat ook bent. Veel Boeddhistische teksten zijn voor en door monniken geschreven: die mogen niet handelen naar seksueel verlangen - dus ze kunnen dat ook beter niet oproepen.
En natuurlijk: als je in een goede relatie zit, kun je best liefdevolle vriendelijkheid oefenen naar iemand van het andere geslacht. Zolang dat die relatie niet bedreigt.

Liefdevolle vriendelijkheid aan een vijand toewensen is prima, tenzij het betekent dat je die persoon de gelegenheid geeft je meer kwaad te doen dan hij al gedaan heeft.

Kortom: met gezond verstand kom je een heel eind.
« Laatst bewerkt op: 06-05-2016 20:32 door Katinka - Boeddha hoekje »