8. Uitgebreide overweging Een juist overwegen is: “Wat is de oorzaak van dit veelvuldige lijden in de wereld? Wat is de oorsprong en oorzaak van ouderdom en dood?”
De basis [de basis
(upadhi) omvat alles waarop ons bestaan rust en wat ons het leven lief en waardevol laat schijnen.]
Als de basis aanwezig is, ontstaan ouderdom en dood. Als de basis niet aanwezig is, ontstaan ouderdom en dood niet.
Wat is de oorzaak van de basis; wat is de oorsprong ervan? Wat moet aanwezig zijn voor het ontstaan van de basis? – De basis heeft de dorst als oorzaak.
Dorst (1) Als de dorst aanwezig is, ontstaat een basis; als de dorst niet aanwezig is, ontstaat geen basis.
Waar ontstaat de dorst? Waar dringt de dorst binnen als hij ontstaat? – Wat dierbaar en aangenaam is in de wereld, daar ontstaat de dorst steeds weer, daar dringt hij steeds weer binnen.
Wat is dierbaar en aangenaam in de wereld? – Het zien is in de wereld dierbaar en aangenaam. Daar ontstaat steeds weer de dorst, daar dringt hij binnen.
Het horen is in de wereld dierbaar en aangenaam. Daar ontstaat steeds weer de dorst, daar dringt hij binnen.
Het ruiken is in de wereld dierbaar en aangenaam. Daar ontstaat steeds weer de dorst, daar dringt hij binnen.
Het proeven is in de wereld dierbaar en aangenaam. Daar ontstaat steeds weer de dorst, daar dringt hij binnen.
Het aanraken is in de wereld dierbaar en aangenaam. Daar ontstaat steeds weer de dorst, daar dringt hij binnen.
Het denken is in de wereld dierbaar en aangenaam. Daar ontstaat steeds weer de dorst, daar dringt hij binnen.
Dorst neemt toe bij degene die het aangename van de dingen die met grijpen en met de boeien*2] samenhangen, in het oog heeft. (S.12.52-60)
Ouderdom en dood Ouderdom en dood hebben de geboorte als oorzaak. De geboorte is de oorsprong van ouderdom en dood. Ze zijn ontstaan uit de geboorte. Wanneer geboorte er niet is, zijn ouderdom en dood er niet. Ook in vroegere tijden ontstonden uit de geboorte ouderdom en dood. Als er toen geen geboorte was, waren ouderdom en dood er niet. Ook in de toekomst zullen uit geboorte ouderdom en dood ontstaan. Wanneer er dan geen geboorte is, zullen ouderdom en dood er niet zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van de geboorte is oorzaak voor de ontwikkeling van ouderdom en dood. De opheffing van geboorte is oorzaak voor de opheffing van ouderdom en dood. En het pad naar opheffing ervan is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Geboorte De geboorte heeft het worden als oorzaak. Het worden is de oorsprong ervan; geboorte is ontstaan uit worden. Wanneer worden er niet is, is geboorte er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit het worden de geboorte. Als er toen geen worden was, was er geen geboorte. Ook in de toekomst zal uit worden geboorte ontstaan. Wanneer er dan geen worden is, zal er geen geboorte zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van het worden is oorzaak voor de ontwikkeling van de geboorte. De opheffing van het worden is oorzaak voor de opheffing van de geboorte. Het pad dat voert naar de opheffing ervan is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Worden Het worden heeft het grijpen, de inbezitname als oorzaak. Het grijpen is de oorzaak van worden; het worden is ontstaan uit grijpen. Wanneer grijpen er niet is, is worden er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit het grijpen het worden. Als er toen geen grijpen was, was er geen worden. Ook in de toekomst zal uit het grijpen het worden ontstaan. Wanneer er dan geen grijpen is, zal er geen worden zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van het grijpen, de inbezitname is oorzaak voor de ontwikkeling van het worden. De opheffing van het grijpen, van de inbezitname is oorzaak voor opheffing van het worden. Het pad dat voert naar de opheffing van het worden is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Grijpen, inbezitname Het grijpen heeft de dorst als oorzaak. De dorst is de oorzaak van grijpen; grijpen is ontstaan uit dorst. Wanneer dorst er niet is, is grijpen er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit de dorst het grijpen. Als er toen geen dorst was, was er geen grijpen. Ook in de toekomst zal uit dorst grijpen ontstaan. Wanneer er dan geen dorst is, zal er geen grijpen zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
Bij degene die het aangename van de dingen die met het grijpen verband houden, in het oog heeft, neemt de dorst toe.
Bij degene die het schadelijke van de dingen die met het grijpen samenhangen, in het oog heeft, wordt de dorst opgeheven. Uit de opheffing van de dorst volgt opheffing van het grijpen.
De ontwikkeling van de dorst is de oorzaak voor de ontwikkeling van het grijpen, de inbezitname. De opheffing van de dorst is de oorzaak voor de opheffing van het grijpen, de inbezitname. Het pad dat voert naar de opheffing ervan is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Dorst (2) De dorst heeft het gevoel als oorzaak. Het gevoel is de oorzaak van de dorst; de dorst is ontstaan uit het gevoel. Wanneer gevoel er niet is, is dorst er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit het gevoel de dorst. Als er toen geen gevoel was, was er geen dorst. Ook in de toekomst zal uit gevoel dorst ontstaan. Wanneer er dan geen gevoel is, zal er geen dorst zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
Vier soorten voedsel dienen de wezens die (al) geboren zijn, tot onderhoud. En zij dienen de wezens die naar wedergeboorte zoeken, tot steun. Die vier soorten voedsel zijn: eetbare spijzen, aanraking, het denken van de geest, het bewustzijn. De oorzaak, de oorsprong van die vier soorten voedsel is de dorst. (S.12.11; M.38)
De ontwikkeling van het gevoel is oorzaak voor de ontwikkeling van de dorst. De opheffing van het gevoel is oorzaak voor de opheffing van de dorst. Het pad dat voert naar de opheffing van de dorst is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Eens werd aan de Boeddha gevraagd wie die vier soorten van voedsel tot zich nemen. De Verhevene gaf ten antwoord dat de vraag verkeerd gesteld was. Ik zeg niet: “hij neemt tot zich.” Maar juist is de vraag “waartoe dienen die soorten voedsel?” Het juiste antwoord erop is dan: “Het voedsel bewustzijn is de oorzaak voor toekomstige wedergeboorte en nieuw bestaan. Daaruit ontstaan de zes zintuigen en daaruit ontstaat aanraking. Uit de aanraking ontstaat het gevoel. Daaruit ontstaat de dorst. (S.12.12)
Allen die in het verleden datgene wat in de wereld dierbaar en aangenaam is, beschouwd hebben als blijvend, als vol lust, als hun zelf, als welzijn, die dat hebben beschouwd als de vrede, die hebben de dorst vergroot.
Degenen die de dorst vergroot hebben, hebben de basis vergroot en daarmee ook het lijden. Zij zijn niet bevrijd van geboorte, ouderdom en dood, van pijn, droefheid, leed, zorg en wanhoop. Zij zijn niet bevrijd van lijden. (S.12.13; Zie ook S.12.52 en S.12.66)
Maar bij degene die het schadelijke van de dingen die met grijpen en met de boeien samenhangen, in het oog heeft, wordt de dorst opgeheven. (S.12.52-57)
Allen die in het verleden of in de tegenwoordige tijd datgene wat in de wereld dierbaar en aangenaam is, beschouwd hebben en beschouwen als vergankelijk, als onvoldaan, frustrerend, als iets dat geen zelf is, als ziekte, als gevaar, die hebben de dorst opgegeven.
Degenen die de dorst hebben opgegeven, hebben de basis opgegeven, en daarmee ook het lijden. Degenen die het lijden opgeven, worden bevrijd van geboorte, ouderdom en dood, worden bevrijd van pijn, droefheid, leed, zorg en wanhoop. Zij worden bevrijd van lijden. (S.12.13; S.12.33; S.12.66)
Gevoel Het gevoel heeft de aanraking als oorzaak. De aanraking is de oorzaak van het gevoel; gevoel is ontstaan uit de aanraking. Wanneer aanraking er niet is, is gevoel er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit aanraking het gevoel. Als er toen geen aanraking was, was er geen gevoel. Ook in de toekomst zal uit aanraking gevoel ontstaan. Wanneer er dan geen aanraking is, zal er geen gevoel zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing.(S.12.34)
De ontwikkeling van het contact is oorzaak voor de ontwikkeling van het gevoel. De opheffing van het contact is oorzaak voor de opheffing van het gevoel. Het pad dat voert naar de opheffing van gevoel is het edele achtvoudige pad. (M.9; S.45.29)
Aanraking De aanraking heeft het bereik van de zes zintuigen als oorzaak. Het bereik van de zes zintuigen is de oorzaak van de aanraking; aanraking is ontstaan uit de zes zintuigen. Wanneer het bereik van de zes zintuigen er niet is, is aanraking er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit het bereik van de zes zintuigen de aanraking. Als er toen geen bereik van de zes zintuigen was, was er geen aanraking. Ook in de toekomst zal uit het bereik van de zes zintuigen aanraking ontstaan. Wanneer er dan geen bereik van de zes zintuigen is, zal er geen aanraking zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van het zesvoudige bereik der zintuigen is oorzaak voor de ontwikkeling van de aanraking, het contact. De opheffing van het zesvoudige bereik der zintuigen is oorzaak voor de opheffing van de aanraking, het contact. Het pad naar opheffing van contact is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Het bereik van de zes zintuigen Het bereik van de zes zintuigen heeft naam en vorm als oorzaak. Wanneer naam en vorm er niet is, is het bereik van de zes zintuigen er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit naam en vorm het bereik van de zes zintuigen. Als er toen geen naam en vorm was, was er geen bereik van de zes zintuigen. Ook in de toekomst zal uit naam en vorm het bereik van de zes zintuigen ontstaan. Wanneer er dan geen naam en vorm is, zal er geen bereik van de zes zintuigen zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van naam en vorm is oorzaak voor de ontwikkeling van het bereik van de zes zintuigen. De opheffing van naam en vorm is oorzaak voor de opheffing van het bereik van de zes zintuigen. Het pad dat voert naar de opheffing van het bereik van de zes zintuigen is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Naam en vorm Naam en vorm heeft het bewustzijn als oorzaak. Wanneer bewustzijn er niet is, is naam en vorm er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit bewustzijn naam en vorm. Als er toen geen bewustzijn was, was er geen naam en vorm. Ook in de toekomst zal uit bewustzijn naam en vorm ontstaan. Wanneer er dan geen bewustzijn is, zal er geen naam en vorm zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van het bewustzijn is oorzaak voor de ontwikkeling van naam en vorm. De opheffing van het bewustzijn is oorzaak voor de opheffing van naam en vorm. Het pad dat voert naar de opheffing van naam en vorm is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Naam en vorm, geestlichamelijkheid verschijnt bij degene die het aangename van de dingen die met de boeien samenhangen, in het oog heeft.
Bij degene die het schadelijke van de dingen die met de boeien samenhangen, in het oog heeft, verschijnt naam en vorm niet. (S.12.58)
Dit lichaam behoort ons niet toe, noch behoort het anderen toe.
Het lichaam is te verstaan als het vroegere kamma, [d.w.z. door het vroegere kamma voortgebracht], door daden voortgebracht, door denken voortgebracht, door gevoel voortgebracht.
Daarom overweegt een onderwezen edele volgeling de wet van het oorzakelijk ontstaan, namelijk: als dit is, volgt dat; uit het ontstaan van het ene volgt het ontstaan van het andere. Als dit niet is, volgt dat niet; uit de opheffing van het ene volgt de opheffing van het andere. (S.12.37)
Bewustzijn Bewustzijn heeft de formaties als oorzaak. Wanneer de formaties er niet zijn, is bewustzijn er niet. Ook in vroegere tijden ontstond uit de formaties het bewustzijn. Als er toen geen formaties waren, was er geen bewustzijn. Ook in de toekomst zal uit de formaties bewustzijn ontstaan. Wanneer er dan geen formaties zijn, zal er geen bewustzijn zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van de formaties is oorzaak voor de ontwikkeling van het bewustzijn. De opheffing van de formaties is oorzaak voor de opheffing van het bewustzijn. Het pad dat voert naar de opheffing van het bewustzijn is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Het voedsel bewustzijn is de oorzaak voor toekomstige wedergeboorte en nieuw ontstaan. (S.12.11)
Bewustzijn verschijnt bij degene die het aangename van de dingen die met de boeien samenhangen, in het oog heeft.
Bij degene die het schadelijke van de dingen die met de boeien samenhangen, in het oog heeft, verschijnt bewustzijn niet. (S.12.58)
Formaties, vormingen De formaties, vormingen hebben onwetendheid als oorzaak. Wanneer onwetendheid er niet is, zijn de formaties er niet. Ook in vroegere tijden ontstonden uit onwetendheid de formaties. Als er toen geen onwetendheid was, waren er geen formaties. Ook in de toekomst zullen uit onwetendheid de formaties ontstaan. Wanneer er dan geen onwetendheid is, zullen er geen formaties zijn. Het voortbestaan van de dingen is onderhevig aan de wet van verval, de wet van vernietiging, van verdwijnen, de wet van opheffing. (S.12.34)
De ontwikkeling van onwetendheid is oorzaak voor de ontwikkeling van de formaties. De opheffing van de onwetendheid is oorzaak voor de opheffing van de formaties. Het pad dat voert naar de opheffing van de formaties is het edele achtvoudige pad. (M.9; S.12.33)
Wanneer iemand, die met onwetendheid begiftigd is, formaties teweegbrengt die verdienstelijk zijn, dan is het bewustzijn voorzien van verdienste. Wanneer die persoon formaties teweegbrengt die niet verdienstelijk zijn, dan is het bewustzijn voorzien van niet-verdienste. Wanneer die persoon formaties teweegbrengt die in evenwicht (van verdienste en niet-verdienste) zijn, dan is het bewustzijn voorzien van zo'n evenwicht. (S.12.51)
En degene die aldus volledig de vormingen kent, het ontstaan ervan, het beëindigen ervan en het pad dat voert naar het beëindigen ervan, hij of zij heeft het weten van de waarheid. Wanneer een edele volgeling(e) dit weten gereinigd en gezuiverd bezit, dan is die persoon met juist inzicht begiftigd, bezit het inzicht van de strevende, is begiftigd met het oog der waarheid. Hij of zij bezit dan het inzicht in de hoogste waarheid en klopt aan aan de poort van Nibbana. (S.12.33)
Onwetendheid De ontwikkeling van de neigingen (driften) is oorzaak voor de ontwikkeling van onwetendheid. De opheffing van de neigingen is oorzaak voor de opheffing van onwetendheid. Het pad dat voert naar de opheffing van onwetendheid is het achtvoudige pad. (M.9)
Er zijn drie soorten van neigingen: neiging tot zinnelijkheid, neiging tot bestaan, neiging tot onwetendheid.
De ontwikkeling van onwetendheid is oorzaak voor de ontwikkeling van de neigingen. De opheffing van onwetendheid is oorzaak voor de opheffing van de neigingen. Het pad dat voert naar de opheffing van de neigingen is het edele achtvoudige pad. (M.9)
Na het verdwijnen van onwetendheid komen bij de volmaakte heilige geen vragen meer op over ouderdom en dood, geboorte, worden, grijpen, dorst, gevoel, aanraking, het bereik van de zes zintuigen, naam-en-vorm, bewustzijn. (S.12.35)
Conclusie Uit onwetendheid als oorzaak ontstaan de vormingen. Uit de vormingen als oorzaak ontstaat het bewustzijn. Uit het bewustzijn als oorzaak ontstaat naam en vorm. Uit naam en vorm als oorzaak ontstaat het bereik van de zes zintuigen. Uit het bereik van de zes zintuigen als oorzaak ontstaat de aanraking. Uit de aanraking als oorzaak ontstaat het gevoel. Uit het gevoel als oorzaak ontstaat de dorst. Uit de dorst als oorzaak ontstaat het grijpen. Uit het grijpen als oorzaak ontstaat het worden. Uit het worden als oorzaak ontstaat de geboorte. Uit de geboorte als oorzaak ontstaan ouderdom en dood. Zo komt de hele massa van lijden tot stand.
Uit het restloze verdwijnen en de opheffing van de zes zintuigen volgt opheffing van aanraking. Uit de opheffing van aanraking volgt opheffing van gevoel. Uit de opheffing van gevoel volgt opheffing van dorst. Uit de opheffing van dorst volgt opheffing van grijpen. Uit de opheffing van grijpen volgt opheffing van worden. Uit de opheffing van worden volgt opheffing van geboorte. Door opheffing van geboorte worden ouderdom en dood, pijn, leed, droefheid en wanhoop opgeheven. Op die manier wordt de hele massa van lijden opgeheven.
(S.12.11; S.12.24; S.12.34-35; S.12.37; S.12.52-55; S.12.58; M.38)
Oorzakelijk ontstaan zijn begeerte en lijden. De oorzaak ervan is aanraking, contact. Als lichamelijke activiteiten plaatsvinden, dan ontstaat vanwege het bewust worden van de lichamelijke activiteiten voor de eigen persoon begeerte en lijden. Of wanneer spreken plaatsvindt, dan ontstaat vanwege het bewust worden van het spreken voor de eigen persoon begeerte en lijden. Of wanneer denken plaatsvindt, dan ontstaat vanwege het bewust worden van het denken voor de eigen persoon begeerte en lijden.
Door onwetendheid als oorzaak veroorzaakt men zelf een formatie van de lichamelijke activiteit of een formatie van het spreken of een formatie van het denken. En ten gevolge daarvan ontstaan voor iemand in de eigen persoon begeerte en lijden. Of anderen veroorzaken zulke formaties ten gevolge waarvan voor iemand in de eigen persoon begeerte en lijden ontstaan. Met overleg of zonder overleg veroorzaakt men zulke formaties ten gevolge waarvan voor de eigen persoon begeerte en lust ontstaan.
In al deze gevallen is men op onwetendheid [als laatste oorzaak] uitgekomen. Maar na het restloze verdwijnen en na opheffing van de onwetendheid is er geen lichamelijke activiteit ten gevolge waarvan voor iemand begeerte en lijden ontstaan. Dan is er geen spreken ten gevolge waarvan voor iemand begeerte en lijden ontstaan. Dan is er geen denken ten gevolge waarvan voor iemand begeerte en lijden ontstaan. Er is dan geen veld, geen basis, er is dan geen bereik, geen betrekking ten gevolge waarvan voor iemand begeerte en lijden ontstaan. (S.12.25)
Oorzakelijk ontstaan is het lijden. De oorzaak ervan is aanraking, contact. (S.12.26)
Uit de oorsprong van de geboorte volgt de oorsprong van ouderdom en dood. Uit de opheffing van geboorte volgt opheffing van ouderdom en dood.
Het edele achtvoudige pad is de weg die naar opheffing van ouderdom en dood voert, namelijk: juist inzicht, juist denken, juist spreken, juist handelen, juist levensonderhoud, juiste concentratie, juiste oplettendheid en juiste ontwikkeling van de geest. (S.12.27; S.12.33; zie ook S.12.65)
Wanneer nu een edele volgeling(e) op deze manier het oorzakelijke ontstaan kent, de oorsprong van het oorzakelijke ontstaan kent, de opheffing van het oorzakelijke ontstaan kent, en op die manier de weg kent die voert naar de opheffing van het oorzakelijke ontstaan, zo iemand heet een edele volgeling(e) die met juist inzicht begiftigd is. Hij of zij bezit het inzicht en het weten van de ijverige, heeft het oog van de waarheid; heeft doordringend inzicht in de hoogste waarheid. Aangekomen is die persoon aan de poort van Nibbana. (S.12.27)
_____
*2] Boeien: er worden in totaal 10 boeien onderscheiden die de mens aan de wereld ketenen. Daartoe behoren o.a. verkeerd inzicht, twijfel, onwetendheid. – Over de 5 lagere boeien, zie: smetten - heiligheid -soorten bevrijding, reactie 27,
http://www.boeddhaforum.nl/index.php/topic,2673.msg20953.html#msg20953Beknopte weergave van het oorzakelijke ontstaanDoor het niet begrijpen van de wet van oorzakelijk ontstaan komt men niet uit boven de kringloop der wedergeboorten.
* Door inbezitname ontstaat een ik-bewustzijn (ik ben, ik zie, ik hoor etc.).
* Het ik-bewustzijn dat tot wedergeboorte voert, ontstaat afhankelijk van wilsformaties, namelijk de wedergeboorte producerende wilsacties
(cetanâ), of kamma-formaties.
* Het wedergeboorte veroorzakende bewustzijn zoekt een plaats in een moederschoot.
* Na de conceptie volgt de geboorte.
* Door de geboorte komt er een lichaam en geest; een lichaam met de zes zintuigen.
* Uit onwetendheid ontstaan de formaties, vormingen. [Daden, woorden, gedachten].
* Uit de vormingen ontstaat ik-bewustzijn.
* Uit het bewustzijn ontstaat geestlichamelijkheid.
Gevoel, waarneming, bedoeling, voorstelling, denken, aanraking, oplettendheid, overweging: dat heet geest.
De vier grofstoffelijke elementen [aarde, water, vuur, lucht] en de vorm die afhankelijk is van die grofstoffelijke elementen, dat heet lichaam. (M.9)
* Als er geen geestlichamelijkheid is, ontstaan er geen zintuigen.
* Door de zintuigen is er contact met de zintuiglijk waarneembare objecten.
* Door het contact ontstaat gevoel, gewaarwording, waarneming.
* Ten gevolge van gewaarwording, waarneming ontstaat verlangen, begeerte, hechten, inbezitname.
* Dan ontstaan worden, conceptie, geboorte, ouderdom en dood.
* De ontwikkeling van onwetendheid is oorzaak voor de ontwikkeling van de neigingen. De opheffing van onwetendheid is oorzaak voor de opheffing van de neigingen.
* Door het ophouden van onwetendheid houden wilsformaties op.
Geen wilsformaties → geen bewustzijn.
Geen geestlichamelijkheid → geen bewustzijn.
Geen bewustzijn → geen geestlichamelijkheid.
Geen geestlichamelijkheid → geen zes zintuigen.
Geen zintuigen → geen contact.
Geen contact → geen gevoel.
Geen gevoel → geen begeerte.
Geen dorst, begeerte → geen hechten, inbezitname.
Geen hechten, inbezitname → geen worden, geen proces van in bestaan treden.
Geen worden → geen geboorte.
Geen geboorte → geen ouderdom en sterven.