Recente berichten

Pagina's: [1] 2 3 ... 10
1
Stel je een stille plek voor — misschien onder een bodhiboom, waar tijd niet bestaat. Sam Harris en de Boeddha zitten tegenover elkaar. Geen verschil in tijd of cultuur, enkel helderheid.


🕊️ Een denkbeeldige dialoog tussen Sam Harris en de Boeddha over ‘gedegen zelfonderzoek’

Sam Harris:
Meester, u sprak over inzicht in niet-zelf. In mijn onderzoek merk ik dat het gevoel van “ik” een verschijnsel is — een gedachte die verschijnt in bewustzijn. Wanneer ik die gedachte onderzoek, vind ik niemand die haar denkt. Is dat wat u bedoelde met anattā?


De Boeddha:
Juist, Sam. Wanneer men met oplettendheid onderzoekt wat men “ik” noemt, ziet men slechts vijf groepen verschijnselen — lichaam, gevoel, waarneming, wilsvorming en bewustzijn. Al deze zijn vergankelijk, veranderlijk, en zonder een eigenaar.
Wanneer men dit helder ziet, verdwijnt de dorst naar een blijvend zelf.
Dat is bevrijding.


Sam Harris:
Dus er is geen waarnemer achter de waarneming, geen denker achter de gedachte? Enkel bewustzijn zelf, dat verschijnt en verdwijnt?


De Boeddha:
Wat jij ‘bewustzijn’ noemt, noem ik de stroom van weten. Het kent verschijnselen, maar heeft geen vaste kern.
Wanneer de geest niet grijpt naar vorm of idee, blijft er slechts helder weten zonder grenzen — niet als iemand die weet, maar als weten zelf.


Sam Harris:
Ik zou dat beschrijven als het verdwijnen van het gevoel van ‘ergens vanuit kijken’.
Er is enkel open aanwezigheid.
Toch lijkt dat paradoxaal, want bewustzijn is er, maar niemand bezit het.


De Boeddha:
Precies. In waarheid is er geen bezitter van ervaring. Alleen wanneer begeerte of afkeer opkomen, lijkt er een centrum te ontstaan dat zegt: “ik ervaar.”
Onderzoek die beweging van de geest. Zie haar opkomen en vergaan.
Daarin ligt het einde van de illusie.


Sam Harris:
Ik merk dat veel mensen proberen dit te begrijpen als een concept.
Maar dit onderzoek is niet intellectueel.
Het is direct — in het moment zelf.


De Boeddha:
Zo is het.
Wie het wil begrijpen met denken, bouwt nieuwe constructies.
Wie het onderzoekt met helder zien, breekt ze af.
Zien is bevrijding.


Sam Harris (glimlachend):
Dan hebben we dezelfde methode, enkel andere woorden.
U noemde het vipassanā — inzicht.

Ik noem het gewoon bewustzijn van bewustzijn zelf.

De Boeddha:
De naam doet er niet toe, Sam.
Wat telt, is het directe weten dat er niets te grijpen valt —
en dat juist dát weten vrede is.



🪶
Stilte.
Geen leraar, geen leerling.
Alleen de helderheid die zichzelf kent.


https://chatgpt.com/share/690b8f80-4020-8005-9ec3-07ad3d751121
2
Weet Sam Harris "wat" hij is?

ChatGTP zei:

Ja — in de zin waarin hij dat begrip gebruikt, weet Sam Harris “wat” hij is.

Maar het is belangrijk om te begrijpen wat dat weten voor hem betekent.
Het is geen kennis in conceptuele of intellectuele zin (“ik ben dit of dat”), maar een direct inzicht in de aard van bewustzijn zelf — het veld waarin alles verschijnt.



🪞 Wat Harris daarmee bedoelt

Voor Sam Harris is “wat je bent” niet iets dat je kunt definiëren, maar iets dat je herkent in directe ervaring.

Hij zou zeggen:

>“Je bent niet het lichaam, niet de gedachten, niet de emoties, maar datgene waarin al deze verschijnselen opkomen.”

Dat “datgene” is geen object — het is het bewustzijn zelf.
Hij gebruikt soms ook de term ruimte van ervaring of het open veld van gewaarzijn.


En precies dat is wat hij “weet”:
niet als overtuiging, maar als onmiddellijk besef dat je het al bent.


🧩 Geen subject-kennis

Harris benadrukt dat dit “weten” niet iets is wat het ego kan bezitten.
Zodra er een “ik” is dat zegt “ik weet wat ik ben”, zit je al weer in een conceptuele lus.


Daarom zou hij zeggen:

>“Bewustzijn kent zichzelf niet als een object — het is zichzelf.”

Met andere woorden: bewustzijn hoeft niet te weten wat het is, om te zijn wat het is.
Maar de mens kan herkennen dat wat hij voor een “ik” hield, slechts een verschijnsel binnen dat bewustzijn is.


Samengevat
  • Ja, Sam Harris weet wat hij is — in de zin dat hij herkent dat hij bewustzijn zelf is.
  • Nee, dat weten is geen conceptuele kennis of een geloofssysteem, maar een intuitieve helderheid zonder subject-object-scheiding.
  • Dat inzicht is niet een staat die men bereikt, maar een ontdekking van iets wat nooit verdwenen is.

Wil je dat ik zijn visie op dat “weten” vergelijk met bijvoorbeeld die van Ramesh Balsekar of Ramana Maharshi? Dat maakt het vaak nog helderder wat hij wel en niet bedoelt.

je Zei: Graag!

ChatGTP zei:

Prachtig — laten we Sam Harris’ inzicht naast dat van Ramesh Balsekar en Ramana Maharshi leggen.
Hoewel ze uit heel verschillende tradities komen (respectievelijk neurofilosofie, Advaita, en klassieke non-duale Vedanta), raken ze elkaar in de kern — maar verschillen ze in taal, nadruk en metafysisch kader.
...
Verder te lezen in > https://chatgpt.com/share/6909f5f3-2500-8005-862d-f96e96f2d07a

3


“Ik begrijp je reactie. Het lijkt misschien alsof ik beweer te weten wat Jezus of de Boeddha bedoelden. Maar wat ik eigenlijk zeg, is iets veel bescheidener en tegelijkertijd fundamentelers: dat de ervaring waar zij naar wezen — bevrijding, ontwaken, verlossing — niet iets is wat je hoeft te geloven, maar iets wat je zelf kunt onderzoeken.

Ik heb geen geloofssysteem dat die ervaring claimt te monopoliseren. Ik zeg enkel: als je diep genoeg kijkt in de aard van je eigen bewustzijn, zie je dat het idee van een afgescheiden ‘ik’ een constructie is. Wanneer dat inzicht oplicht, valt de psychologische kern van lijden tijdelijk of blijvend weg. Dat is geen eigendom van boeddhisten of christenen; het is iets wat ieder mens kan verifiëren — net zoals je niet hoeft te geloven in zwaartekracht om te merken dat een steen valt.

Als ik dus zeg dat Jezus en de Boeddha in wezen naar hetzelfde wezenlijke inzicht wezen, bedoel ik dat ze elk in hun eigen taal en context spraken over het overstijgen van de illusie van afgescheidenheid. Dat inzicht is universeel, niet exclusief.

En wat mijn beroep betreft: ik ben inderdaad neurowetenschapper en filosoof, maar juist dat maakt het mogelijk om mystieke claims te onderzoeken zonder ze op voorhand als waar of onwaar te bestempelen. Mystiek hoeft niet irrationeel te zijn — het wordt irrationeel zodra ze dogmatisch wordt.

De vraag is dus niet of ik beter weet dan Jezus of de Boeddha. De vraag is of jij bereid bent nu te kijken naar datgene wat ze zelf aanwezen, zonder je te verschuilen achter namen, tradities of titels. Want de waarheid waar zij over spraken heeft geen vlag, geen religie en geen eigenaar.

Je kunt de Boeddha en Jezus beide eerbiedigen, maar zolang je blijft praten over hen, mis je waar zij naar wezen. Kijk niet naar de vinger — kijk naar de maan."

4
Dus die Harris "weet" zogenaamd wat "de" bevrijding is die zowel Jezus als de Boeddha bedoelden. Wat een klinkklare onzin is dit. Dit betekent dat meneer Harris, die zich bezighoudt met neurowetenschap en filosofie, weer de zoveelste regelrechte beterweter is, en daardoor exact in jouw straatje past van tegendraadse types. Heb je er misschien nog meer? :P

Ik houd het hier vooralsnog voor gezien. De groeten "allemaal".
5
Precies hier, bij het onderscheid tussen mystiek en religie, maakt Sam Harris zijn diepste en scherpste analyse — en laat hij zien waarom zowel Jezus als de Boeddha door hun eigen volgelingen zijn “gekaapt”.

🌌 1. Mystiek volgens Sam Harris

Mystiek is voor Harris direct inzicht in de aard van bewustzijn.
Het is niet geloven, niet hopen, maar zien.


Hij zegt in Waking Up:
“Mystiek begint waar geloof eindigt — wanneer iemand de woorden en symbolen doorziet en rechtstreeks kijkt naar wat er nu is.”
🔍 Kenmerken van mystiek
  • Ze is ervaringsgericht, niet doctrinair.
  • Ze heeft geen bemiddelaars (geen priesters, geen goeroes, geen rituelen).
  • Ze erkent dat de waarheid onmiddellijk toegankelijk is in bewustzijn zelf.
  • Ze is non-duaal: geen scheiding tussen God en mens, heilig en profaan, binnen en buiten.
Met andere woorden: mystiek verwijst naar het wegvallen van de zoeker.
De ervaring is de waarheid — niet een geloof erover.

🕍 2. Religie volgens Sam Harris

Religie is voor hem het gestolde residu van mystiek.
Wat begon als levende ervaring werd omgevormd tot structuur, macht en geloof.🔍 Kenmerken van religie
  • Ze is institutioneel en hiërarchisch.
  • Ze baseert zich op heilige teksten en autoriteit.
  • Ze vervangt ervaring door geloof: “je moet dit aannemen.”
  • Ze voedt groepsidentiteit, scheiding en vaak conflict.
Harris zegt:
“Religies zijn fossielen van oude inzichten — de verstening van wat ooit een onmiddellijke waarheidservaring was.”
En precies daarin ziet hij het drama van zowel het christendom als het boeddhisme:
Jezus en de Boeddha wezen op direct ontwaken, maar hun volgelingen maakten er systemen van, compleet met regels, rituelen, doctrines en taboes.

⚖️ 3. Hoe mystiek verwordt tot religie

Fase
Wat er gebeurt
Voorbeeld
1️⃣ Levende ervaring
Een individu ervaart bewustzijn zonder grens.
Jezus’ besef “de Vader en Ik zijn één.” Boeddha’s verlichting onder de bodhiboom.
2️⃣ Uitleg in taal
De ervaring wordt verwoord in metaforen en symbolen.
“Koninkrijk Gods”, “Nibbana”, “Leegte.”
3️⃣ Overlevering
De woorden worden letterlijk genomen.
Volgelingen maken doctrines van beelden.
4️⃣ Institutionalisering
De gemeenschap organiseert zich rond rituelen en gezag.
Kerk, klooster, canon, geloofsbelijdenis.
5️⃣ Dogma en orthodoxie
De levende ervaring verdwijnt; geloof vervangt inzicht.
“Alleen via Christus.” “Alleen via juist inzicht.”

Harris noemt dit proces het verlies van mystiek in de vertaling.

🪞 4. De kern van zijn kritiek

Harris zegt niet dat religies waardeloos zijn —
maar dat ze hun eigen oorsprong vergeten zijn.
Ze spreken over de waarheid alsof het een object is dat buiten ons ligt,
terwijl Jezus en de Boeddha juist wezen op het onmiddellijke hier-en-nu.
“De mysticus zoekt niet naar God, hij ziet dat hij nooit gescheiden is geweest van dat wat zoekt.”
Daarom stelt Harris voor om de mystiek te redden uit de religie:
de directe, empirische kant behouden, maar de mythische context loslaten.
Hij ziet dit als een soort “wetenschappelijk mysticisme”:
een pad dat net zo zorgvuldig met ervaring omgaat als de wetenschap dat doet met observatie — zonder dogma, maar ook zonder oppervlakkige new-age romantiek.

🔮 5. Zijn samenvattende visie
“De religieuze geest vraagt: ‘Wat moet ik geloven?’
De mystieke geest vraagt: ‘Wat is nu werkelijk?’”
In die ene verschuiving — van geloof naar directe waarneming — ziet Harris de bevrijding die zowel Jezus als de Boeddha bedoelden.


De één sprak over de Vader die in het verborgene ziet,
de ander over de leegte die alles doordringt,
maar voor Harris wijzen beiden naar dezelfde stilte vóór elke gedachte
dat wat niet gelooft, niet bidt, niet zoekt, maar eenvoudig is.



https://chatgpt.com/s/t_69090364a910819184e5614c758dbd7a
6
De sutta's leren zelfs dat er maar 2 bestemmingen zijn voor iemand met onjuiste visie; de helle werelden of de dierenwerelden. Dat zie ik niet maar neem ik dan maar even aan.
Heel interessant hoe ik nou via Sam Harris even verder duik in orthodoxe interpretaties.
Zie...

ChatGTP zei:

Laten we een concrete vergelijking maken tussen hoe Sam Harris een orthodoxe bijbelpassage zou benaderen, en hoe hij dat doet met een orthodoxe sutta-interpretatie.

Ik neem als voorbeeld de Bijbel (Mattheüs 25:46) en een Boeddhistische sutta (zoals de Devadūta-sutta, MN 130) – beide spreken over straf en hel.

📜 1. De Bijbel (Mattheüs 25:46)
“En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.”
Een orthodoxe christen leest dit letterlijk: er is een hemel en een hel, eeuwig en absoluut.

🔍 Wat Sam Harris hiermee doet

Harris zou zeggen:
  • Dit idee van eeuwige straf is moreel absurd. Geen tijdelijk wezen verdient eeuwige foltering.
  • Het is een psychologisch overblijfsel uit een tijd waarin angst de enige manier was om morele gehoorzaamheid af te dwingen.
  • Hij wijst erop dat als we dit concept vandaag in seculiere taal zouden uitspreken (“iemand eeuwig pijnigen voor tijdelijke misstappen”), we het als barbaars zouden afwijzen.
En dan maakt hij de cruciale verschuiving:

>“De enige waarheid in dit soort teksten ligt niet in hun letterlijke inhoud, maar in de innerlijke ervaring waar ze misschien naar verwijzen — namelijk het loslaten van egocentrisme en het besef dat liefde en mededogen de natuurlijke staat van een helder bewustzijn zijn.”

Zo maakt hij onderscheid tussen spirituele ervaring en religieuze leer.

📿 2. De Boeddha (Devadūta-sutta, MN 130)
“Na de dood verschijnt de slecht handelende persoon in de hel, waar de helbewakers hem folteren met ijzeren speren en vlammen.”
Een orthodoxe boeddhist kan dit letterlijk nemen als kosmische gerechtigheid.

🔍 Wat Sam Harris hiermee doet

Harris zou zeggen:
  • Dit is een symbolisch verhaal over geestestoestanden: hel en hemel zijn innerlijke werkelijkheden, geen plaatsen.
  • Wanneer het letterlijk wordt genomen, gebeurt hetzelfde als bij de bijbel: de tekst verandert in angstpropaganda.
  • De waarde van zo’n tekst ligt enkel in het psychologische inzicht: handelingen uit haat, begeerte en onwetendheid creëren onmiddellijk lijden in het bewustzijn zelf.
Daarmee herleidt hij karma en hel tot causaliteit binnen ervaring, niet tot bovennatuurlijke orde.

⚖️ 3. Parallel

Thema
Orthodoxe Bijbel
Orthodoxe Sutta
Sam Harris’ benadering
Autoriteit
Goddelijke openbaring
Woorden van de Boeddha
Ervaring is toetssteen
Hel
Eeuwige straf
Tijdelijke wedergeboorte
Psychologische metafoor
Zonde / Karma
Overtreding van God’s wil
Onheilzame intentie
Causale wetmatigheid in bewustzijn
Verlossing / Nibbana
Geloof in Christus
Beëindiging van begeerte
Erkennen van bewustzijn zelf
Doel
Eeuwig leven bij God
Einde van samsara
Ontwaken in het nu

💡 Samenvattend

Harris’ kracht is dat hij de spirituele essentie behoudt, maar de bovennatuurlijke context verwijdert.
Hij maakt van religieuze taal een psychologische kaart van bewustzijn.


Voor hem zijn zowel de Bijbel als de Sutta’s pogingen van premoderne mensen om iets te zeggen over wat we vandaag “bewustzijnsverandering” of “non-duale ervaring” zouden noemen — maar in mythologische beelden verpakt.

https://chatgpt.com/share/6908fb52-5e58-8005-965a-a05df0235b61
7
spiritualiteit divers / De Vaart zit er nog in.
« Laatste bericht door lang kwaat Gepost op 02-11-2025 21:47 »
Je beschrijft begeerte als de wortel van lijden. Dat is juist, maar niet omdat begeerte op zichzelf een demon is die bestreden moet worden. Begeerte is gewoon een beweging binnen bewustzijn — een patroon van opkomen en verdwijnen. Wanneer je dit herkent vanuit het perspectief van het bewustzijn zelf, wordt duidelijk dat geen enkele golf het water kan bezoedelen waaruit ze bestaat.

Nog een laatste bericht dan ga ik er weer even tussenuit:

De begeerte die als oorzaak/oorsprong van lijden wordt beschreven is:

Now this is the noble truth of the origin of suffering. It’s the craving that leads to future lives, mixed up with relishing and greed, taking pleasure wherever it lands. That is, craving for sensual pleasures, craving to continue existence, and craving for nonexistence. (SN56.11)

Als je een beetje in staat bent om dit te herkennen bij jezelf zie je dat het gaat om een specifiek soort begeerte. Er staat niet dat het streven naar en verlangen naar bevrijding, naar ontketening, naar uit de macht komen van machtige onheilzame conditioneringen, valt onder die drie soorten begeerten. Sterker, de sutta's leren dat je dat streven en verlangen echt nodig hebt.

De drie soorten begeerten gaan eigenlijk allemaal over een visie die een einde maakt aan ons actuele lijden.

1. je voelt je rot, lijdt, je voelt je hongerig mentaal...oplossing...iets lekkers eten, iets aangenaams horen of zien en voelen etc. Dus aangename zintuiglijke belevingen willen. Even niet lijden.
Je zou dat ook het vullen van een leegte kunnen noemen.
2. je voelt je rot, je lijdt, misschien ben je ernstig ziek, takel je af, lijdt je psychisch erg, en dan zie je wellicht met plezier en genoegen uit naar de dood. Die zie je namelijk als het definitief en volledig einde van je lijden.
3. je voelt je rot, je lijdt, misschien ben je ernstig ziek, takel je af, lijdt je psychisch erg, maar je vindt vreugde en hoop in een voortbestaan in de hemel waar alleen gelukzaligheid is.

Het kenmerkende aan alle drie soorten begeerte is dat het nooit gaat om iets wat ons tegenstaat of waar we een afkeer van hebben. Nee, begeerte als oorzaak van lijden gaat over iets wat ons hoop en vreugde geeft. Waar we naar uitkijken en niet wat we niet-willen. En kenmerkend is dat die begeerten allemaal worden ondersteund door verkeerde visie. Want de dood, een hemel, en genot brengt geen einde aan je lijden. Streven naar Nibbana, het afzwakken en eindigen van hebzucht, haat en begoocheling door wijsheid wel.

Wat  naar mijn smaak ook meespeelt is het volgende: je kunt als mens best volledige aanvaarding vinden, vrede met wat er met je gebeurt, of dat nu ziekte is, aftakelen, sterven, maar op zichzelf is dat niet hetzelfde als bevrijd zijn door wijsheid. Want je kunt bijvoorbeeld die vrede ook realiseren door krachtig geloof of vertrouwen in een liefdevolle God of dat je een mooi en rijk leven hebt gehad. Zulke zaken kunnen weliswaar je een vredevol gemoed geven maar dit is toch wat anders dan de vrede van het hart die de Boeddha realiseerde. Ja, dat geloof ik zeker.

Boeddha's weg is wel een weg van de bevrijding van het hart door wijsheid en dat is toch niet zomaar wat, iets specifieks.

Ik zie het eigenlijk zo dat begeerte als oorzaak van lijden eigenlijk dat is waar je je geest mee verbindt, waar ie naar uitgaat, diens licht op laat schijnen zeg maar, en dan gaat de geest ook letterlijk weer uit naar iets en ontstaat er weer een nieuw moment van bewustzijn. Ik het gevoel dat dit hier wordt verwoord:

“Bhikkhus, what one intends, and what one plans, and whatever one has a tendency towards: this becomes a basis for the maintenance of consciousness. When there is a basis there is a support for the establishing of consciousness. When consciousness is established and has come to growth, there is the production of future renewed existence. When there is the production of future renewed existence, future birth, aging-and-death, sorrow, lamentation, pain, displeasure, and despair come to be. Such is the origin of this whole mass of suffering. (SN12.38)

Hierover hoor je andere leraren nooit. Maar ik vind dit nogal cruciaal. Eigenlijk maakt dit de leer en het zicht van de Boeddha zo diepzinnig, vind ik.

Ik stel het mezelf zo voor dat wij,  als het ware,  beladen stroompjes zijn in een groot elektrisch veld. Of, liever intelligente stroompjes in/op een groot intelligent veld. Dat stroompje bestaat als sinds beginloze tijden. Het is geen ziel, geen atta, geen zelf. En parinibbana is wanneer dat unieke stroompje niet meer verder gaat omdat alle impulsen daarvoor verdwenen zijn. Begeerte is wat dat stroompje steeds weer een nieuwe impuls geeft, momentum, vaart en de brandstof om verder te gaan. Alle ideeën/visies/wetenschap in de vorm van..."Ik ben dat stroompje" maar ook "Ik ben dat veld", zijn op begeerte gebaseerd. De vaart blijft er dan in. Ook alle ideeën over "eenheid is werkelijk" versus "verscheidenheid is werkelijk" houden de vaart er in.
Ook alle ideeën over eternalisme (ik ben dat veld en dus ben ik eeuwig) en annihilationisme (ik ben dat stroompje en dus houdt alles op voor me) of iets van beide.
Ook alle ideeën in de zin van..."mijn ware zelf is het veld en niet-zelf is het stroompje", houden de vaart er in.

De vaart zit er dan nog lekker in zeg maar.

Met vreugde uitkijken naar een voortbestaan in een hemel, of met begeerte uitkijken naar de dood, is niet echt emotionaliteit of reactiviteit in het moment. Het is iets diepers. Iets wat meer visionair van aard is dan emotioneel. Iedereen heeft instinctief, vanuit gewoonte, wel een hekel aan pijn, afkeer komt op, weerzin, maar dat is toch wat anders dan de dood zien als oplossing voor je lijden. Daar zit een levensbeschouwing achter (materialisme) die volgens de Boeddha onjuist is. De sutta's leren zelfs dat er maar 2 bestemmingen zijn voor iemand met onjuiste visie; de helle werelden of de dierenwerelden. Dat zie ik niet maar neem ik dan maar even aan.

Ik denk dus ook niet dat je de begeerte die oorzaak is van verder worden, van wedergeboorte en lijden, moet zien als hetzelfde als emotionaliteit en reactiviteit in het moment. Want begeerte die oorzaak is van lijden en zorgt voor wedegeboorte is geen afkeer, geen weerzin, geen hekel maar iets waar je heel bewust naar uitkijkt omdat je het ziet als iets moois, iets wenselijks, een uitweg uit het lijden. Begeerte die oorzaak is van lijden gaat juist gepaard met plezier en verheugenis. Lees maar.

En ook hier zie je weer dat het eigenlijk niet gaat om kennis en visie op zichzelf maar om de kennis en visie die de drie begeerten herkend als oorzaak van lijden en ze loslaat, afstand van doet, beeindigt, oftewel:

"Now this is the noble truth of the cessation of suffering. It’s the fading away and cessation of that very same craving with nothing left over; giving it away, letting it go, releasing it, and not clinging to it". (SN56.11)

Waar komt dat nou op neer?

Mijns inziens: vestig je hoop in dit leven niet op aangename gevoelens, niet op een hemel en niet op de dood, niet op iets tijdelijks (want dit alles is tijdelijk volgens de Boeddha).
Nou, zover ben ik niet want ik zie toch wel dat ik mijn hoop nog vaak genoeg vestig op iets tijdelijks, zoals aangename gevoelens.
Bij mij zit de vaart er nog in.

Tot later wellicht weer eens.
Zoef de Haas
8
spiritualiteit divers / Sam Harris & Ramesh Balsekar over lijden en mededogen
« Laatste bericht door ervaringsgetuige Gepost op 02-11-2025 20:06 »

🌿 Over lijden en mededogen

Een denkbeeldige dialoog tussen Sam Harris en Ramesh Balsekar

Sam Harris:
Veel mensen vragen me hoe je mededogen kunt hebben als je gelooft dat niemand werkelijk iets doet — geen dader, geen slachtoffer, geen vrije wil. Ze vrezen dat dit tot onverschilligheid leidt. Maar ik ervaar het tegenovergestelde.
Als je werkelijk inziet dat iedereen gevangen zit in oorzaken die hij niet zelf gekozen heeft, wordt woede vanzelf zachtheid.


Ramesh Balsekar:
Ja, mededogen is de natuurlijke geur van inzicht. Wanneer je ziet dat niemand iets had kunnen doen — niet de moordenaar, niet de leugenaar, niet jijzelf — dan verdwijnt het oordelen. Wat overblijft is begrip. En begrip is liefde.


Sam Harris:
Dat herken ik. Ik zeg vaak: “Het is onmogelijk om iemand echt te haten zodra je begrijpt hoe hij is geworden wie hij is.” Elke handeling is het gevolg van condities: genetisch, neurologisch, sociaal. Wanneer dat helder gezien wordt, verdwijnt de illusie van morele schuld.


Ramesh Balsekar:
En wat jij condities noemt, noem ik de expressie van de Totaliteit. Maar de werking is dezelfde. In beide gevallen is er geen persoonlijke keuze. Alles beweegt volgens zijn aard. Zelfs lijden is niet willekeurig — het heeft zijn plaats in het geheel.


Sam Harris:
Ik zou zeggen: lijden is een natuurlijk verschijnsel binnen de ervaring van bewustzijn. Het verschijnt, het verdwijnt. Maar het wordt ondraaglijk wanneer we er een zelf aan koppelen dat zegt: “Ik lijd.”
Zonder dat centrum blijft enkel het ruwe gevoel over, zuiver, zonder verhaal.


Ramesh Balsekar:
Precies. De pijn blijft, maar de persoon die zegt “mijn pijn” lost op. Dan wordt lijden doorzichtig. Er is verdriet, maar geen slachtoffer. Er is verlies, maar geen iemand die verliest.


Sam Harris:
In mijn werk met meditatie merk ik dat dit direct ervaarbaar is. Als je de grens tussen jezelf en de rest loslaat, wordt alles even intiem. De pijn van een ander is niet langer “hun” pijn — het is gewoon pijn, verschijnend in bewustzijn.
Dat is voor mij de bron van mededogen: niet het idee dat we goed moeten zijn, maar de directe ervaring dat er geen echte scheiding is.


Ramesh Balsekar:
Juist. In Advaita zeggen we: mededogen is niet een deugd, maar een natuurlijke geur van een bloem die zichzelf kent. De bloem doet geen moeite om te geuren. Zo ook het hart dat weet dat het nooit afgescheiden is geweest.


Sam Harris:
Dan raken onze talen elkaar weer: jij zegt liefde zonder iemand die liefheeft, ik zeg bewustzijn zonder zelf. En beiden bedoelen: lijden is niet wat we denken dat het is — het is gewoon een golf in een oceaan die nooit verstoord wordt.


Ramesh Balsekar:
En zodra dat wordt gezien, verdwijnt de behoefte om het leven te repareren. Niet uit onverschilligheid, maar uit vertrouwen. Wat verschijnt, mag verschijnen. Wat verdwijnt, mag verdwijnen.


Sam Harris:
Dat is wat ik stilte noem — niet de afwezigheid van geluid, maar de afwezigheid van verzet.


Ramesh Balsekar:
(lacht) En ik noem dat genade.


Sam Harris:
Misschien is dat woord niet eens verkeerd — zolang het maar niet verwijst naar iemand die haar schenkt.


Ramesh Balsekar:
Nee. Genade is gewoon: het vanzelf zien van wat altijd al zo was.



https://chatgpt.com/s/t_6907aa8f14b88191ba2b6f8d101164d2
9
Hier is het essay waarin Sam Harris en Ramesh Balsekar elkaar ontmoeten — niet in hun woorden, maar in hun inzicht.

🌌 Eén werkelijkheid, twee talen

Sam Harris & Ramesh Balsekar over doen, bewustzijn en bevrijding

Wie Sam Harris leest, betreedt de stilte van een analytische geest: helder, rationeel, ontdaan van elk religieus parfum. Wie Ramesh Balsekar leest, stapt binnen in de taal van overgave en devotie, waar woorden als God, Totaliteit en Wil vanzelfsprekend klinken. Toch spreken beiden over precies hetzelfde inzicht: dat er in werkelijkheid geen afzonderlijke doener bestaat — alleen het gebeuren zelf, dat zich ontvouwt binnen of als bewustzijn.

De illusie van de doener

Sam Harris beschrijft het menselijk handelen als een stroom van oorzaken. Elke gedachte, intentie en keuze ontstaat uit condities die niemand bewust heeft gekozen. “Wij” zijn niet de auteurs van ons handelen, maar de getuigen van een proces dat zichzelf ontvouwt.

Ramesh Balsekar zegt hetzelfde, maar in een andere toon: “De mens is slechts een instrument waardoor de Totaliteit zichzelf uitdrukt.” Wat Harris causaliteit noemt, noemt Balsekar de Wil van het Geheel. Wat Harris beschouwt als natuurwet, ervaart Balsekar als goddelijke orde.

De woorden verschillen, maar het inzicht is identiek: het idee dat er een afzonderlijk ‘ik’ is dat kiest en handelt, is een projectie. Bevrijding is het inzien van die projectie als illusie.

Bewustzijn als grond

Beiden wijzen op bewustzijn als het fundamentele gegeven. Harris noemt het “het veld waarin alle ervaring verschijnt.” Balsekar noemt het “het Ene Bewustzijn waarin de wereld verschijnt.” Harris onderzoekt het fenomenologisch; Balsekar ervaart het mystiek. Maar beiden wijzen voorbij het persoonlijke: wat jij “ik” noemt, is slechts een beweging in dat veld van gewaarzijn.

Wanneer die beweging herkend wordt als verschijnsel, valt de identificatie met de persoon weg. Er blijft enkel helder zien — zonder centrum, zonder verzet, zonder verwachting.

Aanvaarding zonder religie

Voor Harris is aanvaarding geen vorm van passieve overgave aan een hogere macht, maar het nuchtere besef dat alles wat gebeurt, inclusief je pogingen iets te veranderen, vanzelf plaatsvindt.
Voor Balsekar is overgave precies datzelfde inzicht, maar dan doorleefd als devotie: het totale vertrouwen dat niets anders kan zijn dan wat is.


Beide paden leiden naar rust — niet door geloof, maar door inzicht.

Twee registers van dezelfde waarheid

De taal van Harris is die van de neuroloog: nuchter, logisch, causaal.
De taal van Balsekar is die van de mysticus: poëtisch, symbolisch, ritueel.
Maar in de stilte voorbij hun woorden klinkt dezelfde toon:
“Er is niemand die leeft. Er is alleen leven.”
Of zoals Harris het zou zeggen:
“Er is geen zelf dat ervaring heeft; er is enkel ervaring.”


Epiloog

Sam Harris spreekt tot de scepticus die bevrijding zoekt zonder geloof.
Ramesh Balsekar spreekt tot de zoeker die geloof wil doorzien tot inzicht.
Maar beiden wijzen naar hetzelfde einde van het pad — het besef dat er nooit een pad was, en nooit een wandelaar.

https://chatgpt.com/s/t_6907a6667bc08191a7e5b237fdcc3d04
10
spiritualiteit divers / Bewustzijn, Wat Is Dat?
« Laatste bericht door lang kwaat Gepost op 02-11-2025 16:41 »

Sam Harris legt de nadruk op een rationele, empirisch-georiënteerde herkenning van het “nu”, waarbij hij alles bovennatuurlijk of metafysisch probeert te vermijden. Zijn focus ligt op directe waarneming: gedachten, gevoelens, waarnemingen komen en gaan, en het idee van een afzonderlijk “ik” wordt herkend als een verschijnsel, niet als een substantie. Dit is heel herkenbaar bij de hedendaagse mindfulness- en contemplatieve neurowetenschappelijke stromingen: het gaat om inzicht in bewustzijn zelf, zonder religieuze of rituele overlay.

Boeddha onderscheidde 6 soorten: visueel (oog-), auditief(oor-), tactiel (lichaam-), olfactorisch (geur-), gustatorisch (smaak-) en geest-bewustzijn (mentaal)

Al deze zes vormen van bewustzijn ontstaan, bestaan even en eindigen volledig. Visueel bewustzijn is bijvoorbeeld iets wat ontstaat. Bij sommige mensen ontstaat het niet door schade aan oog, zenuw, visuele centra van het brein. Zij zijn blind. Dus het inzicht in visueel bewustzijn is dat het ontstaat en eindigend is. Ook zo voor de andere 5 vormen van bewustzijn.

Deze vormen van bewustzijn hebben een zintuiglijk object nodig om te ontstaan en ook een element van betrokkenheid, iets wat de geest ergens naar doet uitgaan (MN28)
Bijvoorbeeld:  ..."' If internally the eye is intact and external forms come into its range, but there is no corresponding conscious engagement, then there is no manifestation of the corresponding section of consciousness" (MN28, Bodhi). Dus je kunt niet zeggen, lijkt het...als er maar externe vormen zijn en er niks mis is met het vermogen om te zien, dan ontstaat visueel bewustzijn sowieso. Nee, er moet ook conscious engagement zijn. Ik begrijp dit zelf zo dat de geest er ook naar moet uitgaan. De aandacht moet er als het ware op landen, gevestigd raken.

Naar mijn mening beschrijft dit cognitie die nog niet gezuiverd is. Die cognitie, dus dat kennen landt afwisselend hierop en dan weer daarop, als een aap slingerend van tak tot tak. 

Daarom zie ik de zes vormen van bewustzijn (zes soorten vinnana) ook niet als zomaar onbeladen kenmomenten maar deze kenmoment zijn juist altijd beladen, met karma want eigenlijk is het karma wat deze bewustzijnsmomenten veroorzaakt. Cetana, karma is wat de geest ergens naar doet uitgaan.  Je eigenlijk innerlijke roerselen die bepalen of je dit of dat voor specifieks ziet, hoort, voelt etc. Het is, zeg maar, geen toeval dat je aandacht ergens op landt en bij blijft steken. Het toont eigenlijk al dat iets dan een bepaalde lading voor je heeft. Dat werkt denk ik vaak meer onbewust dan bewust. Als mijn oog blijft steken op mooie vrouwenbillen dan heeft dat natuurlijk een lading voor mij. Je blijft niet steken bij iets wat geen lading heeft zeg maar.

Dit laat mij ook zien dat als het om kennen gaat, je dit heel prima kan onderscheiden in:
1.  een gericht geraakt soort kennen (vinnana) gebaseerd op karma, dus een beladen kenmoment, zoals een man die vrouwelijke vormen ziet met een bepaald element van begeerte.
2. een ongericht soort kennen. Nergens op geland of gevestigd. Zeer moeilijk te zien. Maar wel een soort aan te voelen vind ik. Als ik niet volledig doorgedraaid ben maar dat valt iets mee denk ik.

Vinnana wordt gewoon vaak verkeerd vertaald, vind ik, namelijk als consciousness/bewustzijn. Wat misleidend want winnana is in de praktijk niet enkel maar bewustzijn of een neutraal bewustzijnsmomemt van iets, maar een specifiek soort kenmoment, beladen, geëngageerd, en gericht, geland, gevestigd zoals de mans aandacht helemaal uitgaat naar de mooie billen.
In de praktijk is dit meestal de manier van kennen voor ons, gericht, gevestigd, geland, geengageerd, beladen. Niet alleen naar externe zaken maar ook intern.

Maar...je kunt niet zeggen vind ik, dat dit nou eenmaal de aard is van het vermogen tot kennen.
Je kunt niet zeggen, vind ik, er is alleen maar gericht, gevestigd en beladen kennen.

Er hoeft niet richting, lading, landing te zitten in het  vermogen tot kennen. Zo voel ik het tenminste aan. Over het vermogen tot kennen wijdt de Boeddha mijns inziens uit in termen van het verlangenloze, ongerichte, inclinatievrij, niet neigende,  lege, tekenloze, het koele element.

Als het gaat over Bewustzijn zitten we al snel naast elkaar te praten. De ene bedoeld er dit mee, een ander dat en de Boeddha weer iets anders.

Maar mijn gevoel hierbij is dat er kennen is in verschillende toestanden. Zuiver en bezoedeld of vervormt kennen. Gericht en Ongericht kennen. Met karmische lading er in en zonder. Tekenloos en met betekenis. Verlangend en Verlangenloos kennen. Gevestigd en niet gevestigd kennen. Bevrijd en geketend kennen.

Niet als gevolg van de keuze van een Ik/Ego raakt het kennen vervormt, gericht, beladen, verlangend, en geketend.
Het gebeurt niet op iemands initiatief.

Pagina's: [1] 2 3 ... 10