Tevens gaat u nu plotseling beginnen over de “roeping” van de mens door God en het wellicht verkeerd verstaan daarvan, het zou volgens u het roepen van het “diepste zelf” betreffen. Maar wie of wat is dat diepste zelf dan?! Ik meen toch dat u – analoog aan de leer en prediking van de Boeddha - aanneemt dat Gautama de Boeddha stelt dat er helemaal geen “zelf” bestaat (anatta); dat dit een illusie is, niet meer dan een gedachtespinsel? Bent u soms van gedachten veranderd wat dit aangaat? Maar goed, u mag geloven of aannemen wat u wilt, ik vind het allemaal eigenlijk wel prima.
Het diepste of subtiele nergens verwijlende (niet-lokale) zelf wordt wat mij betreft de Boeddha-Natuur genoemd, dharmakaya, Nibbana, het ongeborene, doodloze, de edele waarheid van de beëindiging van lijden, het ongeconditioneerde en het heeft nog vele andere benamingen.
In de praktijk is het vaak zo dat iemand een bepaalde identiteitsvisie beleeft, omarmt, koestert als iets wat absoluut waar is, zoals "ik ben mens", of "ik ben nietig" of "ik ben een man" of "ik ben dit of dat". Concreet betekent dit dat er geen ontvankelijkheid meer is voor een dat alles overstijgende identiteit. Intuitie wordt geblokkeerd door dat verstarde geloof in een bepaalde identiteit.
De Boeddha vraagt meer openheid. Laat die ideeen over jezelf los, zegt ie als het ware. Je bent geen conclusie. Je bent geen idee. Je bent geen visie. Je bent geen slotsom. Je bent geen antwoord.
Ik zie het zo dat de Boeddha zijn leerlingen aanmoedigt zulke ideeen over wie je zelf bent prijs te geven omdat het nooit kan vangen wie/wat je echt bent. De Boeddha nodigt via meditatie uit een ideeenloos begrip te ontwikkelen over wie/wat je bent. Een begrip van identiteit die geen identiteitsvisie behelst.
Jij bent van dit pad afgestapt en bent het pad opgestapt te geloven dat je een mens bent, een nietig mens etc. Godsdiensten hebben besloten dat de mens nietig is, kwetsbaar, dit en dat en daarmee besluiten ze, in boeddhistische termen, tot sakkaya ditthi. Ze besluiten gebonden te blijven aan de eerste keten van identiteitsvisie. Ze zien die neiging tot identiteitsvisie niet meer als een probleem, als iets wat ook niet echt waarachtig is. Niet als begoocheling. Vooral identiteitsvisies als 'ik ben christen, ik ben moslim of ik ben jood' worden heel sterk beleeft als iets wat ultiem werkelijk is of waarachtig. Dit is een enorm probleem.
Daarom kunnen mensen zo gemakkelijk verdeeld worden, of tegen elkaar opgehitst worden langs religieuze scheidslijnen. In de kern is dit terug te voeren tot het als waarheid omarmen van een identiteit die ten diepste niet waarachtig is.
Verder gaat u Jezus en Boeddha onderling vergelijken, waarmee u zich wat mij betreft op een hellend vlak begeeft, wanneer u aangeeft dat Jezus in vergelijking met Boeddha geen “volledig verlichte” zou zijn. Hoe weet u dat zo zeker?! Mijn beste, dat is niets minder en niets meer dan een wankele aanname.
ja, niet heel stevig maar het is voor mij niet voorstelbaarheid dat een Boeddha zou kunnen zeggen: "God/Vader waarom hebt ik mij verlaten?"
Het onderling vergelijken van Meesters of leraren en vervolgens uitmaken wie het meest formidabele inzicht had, dat is wat al eeuwenlang gebeurt. Met alle gevolgen van dien… Iedere volgeling of “geïnspireerde” (zoals u?) schuift zijn Meester naar voren als “de beste”, “de heiligste”, of degene die het meest “verlicht” was/is of die het beste was/is wat betreft het “doorzien van illusies”. U houdt daarmee mijns inziens zelf het door u min of meer aan de kaak gestelde “dualisme” stevig in het zadel, sorry… U vindt het optreden van Jezus Christus merkwaardig. Dat kan. Ik zou zelfs zeggen: paradoxaal.
Nee hoor, de sutta's moedigen zelfs aan hierin een weloverwogen beslissing te nemen wie je als de meest voortreffelijke leraar onder alle mogelijke leraren erkent. Ik ben hierin vrij dit op mijn manier te onderzoeken en te bevragen.
Ja, ik merk wel dat ik behoefte heb te bepalen wie ik als de beste leraar erken. Maar niks van wat ik doe kun jij zien als iets positiefs. Jij legt alles steeds maar negatief uit.
Vervolgens geeft u nu een betoog, waarin u zegeningen of het ervaren daarvan uitlegt als zijnde kamma. Uw goed recht, natuurlijk.
Dat doe ik niet. Ik beschrijf dat wanneer je bijvoorbeeld de ervaring van zegening
uitlegt als de zegeningen van God, dan lijkt me dat gebaseerd op je eigen wilsactiviteit, kamma. Er is geen enkele dwingende reden dat zo uit te leggen. Waarom kun je niet eens tegen me zeggen: "Zo is het Siebe'. Niet omdat ik zo nodig gelijk moet hebben maar omdat ik dan het gevoel krijg dat je tenminste op een eerlijke manier mijn tekst leest.
Maar wat heeft u zelf dan ervaren? Ik zie van u allerlei studies inzake de woorden van de Boeddha en de geschriften. Hoe zit het met uw innerlijke vrede, uw éénheid met het bestaan, de liefde die u kent of voelt?
Ik praat liever niet over ervaringen maar ik ben geen ruimhartig mens ofzo. Ik zie vele fouten bij mezelf maar jij ziet bij mij nog meer
Ik ben het volledig met de Boeddha eens dat echt naaste-zijn betekent dat je je trots over je eigen huidige gezondheid, jeugdigheid en dat je nog in leven bent, volledig opzijzet en begrijpt dat je echt ook zelf de natuur hebt van ziekte, verouderen en dood. Je hoeft niet te glimmen, je hoeft niet stralen, je hoeft niet liefde uit te dragen, maar alleen waarlijk een naaste zijn in het volle besef dat je van dezelfde natuur bent als de zieke, oude en dode.
Vrijwel altijd zijn we bezig met vervreemding van de zieke, de oudere, de dode omdat er toch de ontkenning is, of de ongemakkelijke relatie met het feit dat we ook zelf van die natuur zijn.
Ik vind het een van de mooiste lessen die de Boeddha gaf om de trots over actuele jeugdigheid, actuele schoonheid en actueel leven op te geven. Ik heb dat nooit zo gedaan. Ik ben leerling.
Tegelijkertijd onderwijst de Boeddha ook de natuur van niet verouderen, ziek worden en sterven en die moeten we zeker niet vergeten in zijn leringen.
Siebe