Dat oordeel projecteer je je er dan zelf in. Tot zolang de neiging "ik ben" er is, is er immers nog gerichtheid op dat 'ik ben' (het gevoel een zelf te zijn). Dat is helemaal normaal en geen oordeel. Maar als het niet onderzocht wordt, kan het nooit gelost worden.
Jawel Dorje. Dat kan wel. Door een ander onderzoek.
De Dhamma beoefenen betekent het goede of heilzame ontwikkelen, het kwade laten en de geest zuiveren. In het kort.
Wat betekent dat laatste? Dat je leert zien dat je verlangens niet kunnen waarmaken wat ze beloven. Wat je ook najaagt, waar je je ook vastklampt, dat eindigt ook weer. Je eigen op onwetendheid gebaseerd zoeken naar geluk, heil, bescherming in het geconditioneerde zien. Zien dat je weer spoken najaagt en in illusie verwikkeld bent. Ik was het zaterdagavond ook weer. Ik pakte nog een extra wijntje...teveel...maar in het verlangen zit het idee dat dat extra wijntje en die roes het me goed zal doen. Dwaas natuurlijk.
Zien dat dit niet de weg is. Op het ogenblik zelf die ontstane verlangens opgeven met de wijsheid dat ze je toch geen heil brengen. Dat is de oefening.
Zo zuiver je de geest. Als hartstocht afneemt, wordt ook ego-perceptie lichter. Als hartstocht verdwijnt, verdwijnt ook de perceptie van een ego.
Onwetendheid verwijst naar de manier waarop we naar geluk, heil, bescherming zoeken in de wereld.
Daarin zijn we begoocheld. Simpel voorbeeld: Je voelt zintuiglijk verlangen opkomen in jezelf. Je hebt zin om iets te snaaien, en daarachter, of samen met dat verlangen komt de verkeerde visie, de belofte, de begoocheling, op dat dat je goed doet, gelukkig maakt, heil brengt, goed is voor je welzijn. Let er maar op.
Dit is wat met onwetendheid en begoocheling wordt bedoeld. Daarom zeggen de teksten ook dat onwetendheid
samen verrijst met zulke verlangens, bijvoorbeeld samen met kama -asava, zintuiglijke hartstocht. Zolang iets ons nog bekoort, zeg maar, is er begoocheling.
De opheffing van onwetendheid ligt bij het opheffen van het door hartstocht gedreven zoeken naar heil en bescherming in de wereld. Dat kan alleen maar als je hebt begrepen dat het volgen van die hartstocht in jezelf, je toch geen heil brengt, en de momenten dat die hartstocht weg is, vrede is.
Als je dat laatste ziet, zie je dat de weg naar heil ligt in zuivering.
De volgorde is dus wat mij betreft dan ook:
-onderzoek eerst de belofte die achter verlangens zit. Is dat reeel, waar, werkelijk? Als je hier uit bent:
-wees mindfull, en voedt die opkomende verlangens niet meer, behandel ze met meer wijsheid en geloof de visie niet die er achter zit.
-als verlangens dan afzwakken zwakt ook ego-besef vanzelf af
-als verlangens verdwijnen, is ego-besef verdwenen
Dus moet je
hartstocht onderzoeken, daar zit echt het werk. Waarom zit er zoveel hartstocht in ons? Omdat we de belofte ervan altijd hebben gelooft. Dat is alles. Hoe eindigt het, door meer wijsheid, door die belofte niet meer te geloven.
De teksten geven ook duidelijk aan dat er zonder hartstocht die zorgt voor gehechtheid, er gewoon geen asmi mana is, geen geloof in ego.
Dus door hartstocht te onderzoeken en aan te pakken, verandert er vanzelf ook wel wat in de perceptie van jezelf.
Je moet hartstocht aanpakken!
Je moet niet zo bezig zijn met identiteit (wie/wat ben ik, zal ik zijn, was ik etc) zeggen de teksten (MN2) maar je richten op de vier edele waarheden.
Hartstocht, als tweede edele waarheid, hoort het hoofd onderzoeksobject te zijn.
Als hartstocht tot een einde komt, is er niks meer wat een ego-perceptie ondersteunt, want ego-perceptie is dankzij hartstocht die tot hechten leidt.
Verder vertrouw ik er ook op dat als hartstocht eindigt de geest ook steeds beheersbaarder wordt en je allerei ongewone ervaringen kunt krijgen.
Dit is volgens mij de juiste volgorde. Daarom, ik geloof niet dat je je met ego moet bezighouden. Dat zegt trouwens ook de Thai meester Maha Boowa.
Je kunt je beter richten op hartstocht.