Ik vind het eerder moeilijk te geloven dat een mens steeds geboren wordt als een onbeschreven blad. Als je kinderen hebt, ervaar je dat dit echt niet zo is. Ze komen ter wereld met al een bepaalde bagage, een bepaalde drive, een bepaalde gerichtheid, de ene soms met een verbluffende vorm van wijsheid, de ander soms met een verbluffende empathie en zorgzaamheid, of soms juist met een zware bagage.
Als ik naar 'mijn' 'eigen' geschiedenis kijk, dan zie ik ook al van heel vroeg dat er een bepaalde richting aanwezig was, die in sommige periodes van het leven diep ondergesneeuwd was, maar telkens toch weer naar boven kwam.
Toch zie ik dit niet in conflict met de anatta verwijzing, de verwijzing dat er geen werkelijke essentie is die van moment tot moment overgaat en dus ook geen werkelijke essentie die van leven tot leven overgaat, er is enkel iets dat op een of andere manier richting geeft, aan het ontvouwen.van moment tot moment (en dus misschien ook gewoon van leven naar leven) van een steeds veranderlijk gegeven, een soort van onderstroom, die invloed heeft op dat veranderlijke.
Er is echter duidelijk een ervaring van een zelf te zijn, een continuerend iets te zijn, een ervaring waarzonder er geen functioneel leven zou mogelijk zijn. Deze ervaring is niet te ontkennen. Maar die ervaring is zelf niet iets dat er altijd is, op één of andere wijze wordt een vorige ervaring wel naadloos verweven met de huidige waardoor er zeker wel een gevoel van een continuerend zelf is, zelf al zit er uren tussen van geen enkele ervaring, de rode draad blijft voortgaan, de onderstroom blijft voortvloeien en het lijkt dus zo dat door die onderstroom deze verwevenheid van een vorige ervaring met de nieuwe ervaring mogelijk wordt. De onderstroom is hetgeen blijft doorgaan, geen vast iets, geen essentie, maar een steeds veranderlijk, voortvloeiend iets dat blijft voortgaan of er nu ervaring is of niet en die dus de ene ervaring met de andere kan verweven en zo het gevoel van een zelf kan in stand houden, iets dat nuttig en noodzakelijk is voor het lichaam-geest mechanisme om zichzelf in stand te kunnen houden. Dit mechanisme gebruikt dus die onderstroom en die onderstroom geeft dus richting aan hoe dat mechanisme evolueert. Waarom zou die onderstroom wegvallen als het mechanisme komt te sterven?
Waar de Boeddha vragen bij stelde was of er wel een zelf is, een ziel, een vaste entiteit, dat van de ene moment naar de ander over gaat, of dat dit gewoon een gevoel is te danken aan die onderstroom.
Het wordt allemaal zeer filosofisch als je dit wilt vatten via de rede. Het is niet te vatten, anatta, leegte, is niet te vatten, maar het is wel te verkennen. Boeddha heeft dit domein zeer grondig verkend en tools gegeven om dat ook te doen: meditatie en zelf-onderzoek, samatha en vipassana, het tot rust brengen van de geest en het indringend inzicht in de geest. Heel wat boeiends om te ontdekken. Boeddha heeft geen filosofie willen installeren, wel een ontdekkingstocht: "neem niets aan van wat ik zeg, ontdek voor jezelf!".