Omdat interactie steeds gebeurt vanuit het zelf dat interageert. Het kan zelfs niet zonder zo'n zelf. [knip]
Hi Steve, hoop dat het goed met je gaat. Waarschijnlijk val ik weer in op hetzelfde punt waar we ooit wel eerder waren. Moet kunnen toch?
Het idee dat een zelf nodig is, een zelf dat alles aanstuurt, bepalend, beslissend, initierend is, een zelf als agens, een zelf als eerste oorzaak of als noodzakelijke voorwaarde van denken, spreken en doen, van emoties en neigingen, is dat niet precies wat we op een naïef magische manier projecteren in onszelf, anderen en in de wereld? Is dat niet precies waarvan de Boeddha leerde dat dit niet zo werkt?
siebe
Hi Siebe, fijn dat je nog eens het forum komt oplevendigen! Perfect timing.
Met jou alles goed?
Ja, met mij alles prima, hoewel er geen mij is die hier aan het aansturen is. Ik zal het beter verwoorden, hier doet zich alles prima voor.
Je hebt dus gelijk, als je zelf definieert als iets blijvends, als een identiteit. Die is er niet, en ja, dat is wat de Boeddha inderdaad leerde.
Maar laten we de context waarbij het gezegde gezegd is even niet uit het oog verliezen.
De context is dat GM eerst het volgende schreef:
Maar zodra ik in een interactie sta met iemand, in dialoog, dan zijn de reacties onweerstaanbaar.
Ik kan niet tegelijkertijd in een interactie met iemand zijn en tegelijkertijd onafhankelijk staan . Dus in een interactie zit ik altijd in een gedachten/emotie wereld.
Waarbij er duidelijk uitgegaan wordt van interactie, waarbij er altijd een iemand zich voordoet in interactie met een ander iemand. Zonder deze opdeling in zelf en ander kan interactie zich niet voordoen. En het is dat wat mijn reactie hierop poogde aan te halen:
Omdat interactie steeds gebeurt vanuit het zelf dat interageert. Het kan zelfs niet zonder zo'n zelf. Wat ontdekt kan worden in die gaten tussen het opvangen van kritiek als een zelf en het reageren erop als een zelf, is dat dit maar kan door die aanwezigheid, geen reactie zonder die aanwezigheid, en dat dit meer is wat je bent, dan het zelf dat reageert. Het zelf zal altijd blijven reageren, anders stopt ook de interactie, maar het zal minder reageren als identiteit, eerder als functie, en in een functioneel zich voordoen van een zelf, kunnen die identificerende, plakkende ergernissen en andere zaken komen weg te vallen, waardoor de reactie die volgt gewoon veel functioneler is en niet zo gedreven door al die zaken. Het reageren blijft dan en de aanwezigheid ook. Het een bedekt het ander dan niet meer.
Een beetje nonchalant, omdat er op dit moment niemand leek aanwezig te zijn die mijn woordgebruik zo sterk door een boeddhistische bril onder de loep aan het nemen was, sluit ik in deze helemaal aan bij het gevoel van GM, het gevoel vast te zitten in een 'zelf', een 'ik', het gevoel iets afgscheiden te zijn (een 'zelf') dat als iets afgescheiden dan ook interageert met iets anders dat daar uit buiten gesloten is (een ander), en daarbij het gevoel bepaald te zijn in dat reageren door het vorige moment.
Ik noem dit "het zich voordoen van een zelf", maar als "functie", "niet als identiteit". De functie "zelf" zal altijd blijven opkomen, ook na de verlichting, ook bij de Boeddha die naar zichzelf refereerde als degene aan wie men een vraag stelde. Communicatie kan zonder zo'n functioneel gegeven gewoonweg niet bestaan.
Waar de Boeddha op wees is dat, hoewel er voortdurend een "zelf" opkomt, dit een keten van zaken is die opkomen, dat er daar niets blijvend in zit m.a.w. dat er geen blijvend zelf is dat er gisteren was, nu ook is, en morgen ook zal zijn. Zoiets dat blijvend lijkt te zijn, noem ik een zelfs als identiteit. Die is er niet werkelijk, maar het wordt meestal wel zo ervaren.
Ik werk mijn quote aan GM speciaal voor jou even verder uit:
Wat ontdekt kan worden in die gaten tussen het opvangen van kritiek als een zich op dat moment voordoend zelf en het reageren erop als een op dat moment weer een ander voordoend zelf, is dat dit maar kan door die aanwezigheid (eigenlijk door iets dat het vorige zelf aan het andere zelf koppelt, bewustzijn, geheugen). Geen reactie zonder die onafhankelijke achtergrond, en dat die meer onafhankelijke achtergrond
MEER IS (maar daarom nog niet IS) wat je bent, dan het nu en dan steeds andere, opkomende, en weer wegvallende zelf dat reageert. Er zal altijd een zelf opkomen en het is dat wat reageren mogelijk maakt, anders stopt ook de interactie, maar, ontdaan van identificatie er mee ("dat is wat ik ben") zal dit minder een reageren zijn als identiteit, eerder als functie. In een functioneel zich voordoen van een zelf, kunnen die identificerende, plakkende ergernissen van een gevoel datzelfde zelf te zijn als dat wat de kritiek opnam, komen weg te vallen, waardoor de reactie die volgt gewoon veel functioneler is en niet zo gedreven door al die zaken. Het reageren blijft dan en de onafhankelijke aanwezigheid ook. Het één bedekt het ander dan niet meer.
Speciaal voor jou zou ik daar aan toevoegen (en implicitiet zat het al in mijn bewoording, voor het geval je mee moest lezen), dat dit ook "niet is wat je bent", dat die aanwezigheid ook geen identiteit is. Vandaar de voorzichtige bewoording dat die achtergrond van bewustzijn te zijn, "iets meer is wat je bent" (geen heel correcte bewoording, maar wel passend in de context waarin het gesprek plaats vond), dan dat steeds veranderlijke zelf dat opkomt en weer wegvalt. Maar, die laatste identificatie, dat gevoel, die waan "ik ben", is het laatste wat ook nog kan wegvallen als identiteit. In deze conversatie is dit bewust achterwege gelaten, omdat niet relevant in het loskomen van dat "ik" te zijn dat de krititiek aanhoort, en gevangen te zitten in een "ik" te zijn dat dan op die kritiek gaat reageren. Van zoiets kan je werkelijk los komen door het opkomende en weer wegvallende van dat zelf te ontdekken, de discontinuiteit ervan te ontdekken, de gaten te zien, zodat de ketting in het oog komt, en van het moment dat die in het oog is, sta je er buiten, ben je niet meer gevangen, is de reactie van het ene zelf dat opkoment en reageert in de conversatie onafhankelijker van wat het eerder zelf opvangen heeft aan kritiek.
Dus ja, ik vind het helemaal zo onnutig niet de identificatie weg te trekken op dat steeds veranderlijke zelf, om uit die keten van gedwongen reageren als een zelf te geraken. Ultiem, moet ook nog eens die idetifciatie met die aanwezigheid te zijn, met dat Bewustzijn te zijn, ook nog komen weg te vallen, maar ik heb mij voorgenomen in mijn schrijven niet altijd meer tot op het bot te gaan, om toegangkelijk te blijven. Nu ja, dat lijkt nog steeds niet zo goed te werken, maar het is een poging.
M.a.w. ik blijf dus steeds wel heel bereid om verdere uitleg te geven, als daar naar gevraagd wordt (moet zeker kunnen!), zoals ik hier doe, maar zal niet meer sowieso tot op dat bot gaan in mijn reacties (*). Ik zoek naar toegangelijke communicatie in de eerste plaats.
(*) Tenzij er iemand denkt glasheldere conclusies te kunnen formuleren op basis van boeddhistische teksten, die helemaal niet meer stroken met die teksten. In zulke gevallen zal ik wel geneigd zijn toch tot op het bot te gaan.
Hopelijk geeft dit voor jou wat meer helderheid in verband met waarom ik het zo verwoord heb. Zo niet, hoor ik het graag.